Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kahraman en Omtzigt over de situatie van Aramese christenen in Maaloula (Syrië)
Vragen van de leden Kahraman en Omtzigt (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over de situatie van Aramese christenen in Maaloula (Syrië) (ingezonden 24 december 2024).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 17 januari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht in Le Point getiteld «À Maaloula, en Syrie, «les musulmans sont en colère et les chrétiens ont
peur»» (vertaald: «In Maaloula, Syrië, zijn moslims boos en christenen bang»)1 en op de website van de Aramese Beweging voor Mensenrechten met de titel «Alarm over
dreigende uitzetting van Aramese christenen uit Maaloula door HTS gelieerde terreurgroep»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de recente escalatie in Maaloula, waarbij gewapende jihadistische
groeperingen gelieerd aan Hayat Tahrir al-Sham (HTS), de Aramese christelijke gemeenschap
bedreigen met gedwongen uitzetting en het onteigenen van eigendommen?
Antwoord 2
Sinds de val van het Assad-regime op 8 december 2024 is de situatie onoverzichtelijk.
Het kabinet is bekend met de berichten over vermeende bedreigingen van inwoners van
Maaloula door gewapende groepen. Tegelijkertijd blijft het HTS-leiderschap oproepen
tot bescherming van de diverse gemeenschappen, onder wie ook christenen. Het kabinet
beschikt niet over informatie die de berichten bevestigt dat er sinds de val van het
Assad-regime sektarische incidenten hebben plaatsgevonden tegen Aramese christenen
in Maaloula.
Vraag 3
Welke specifieke maatregelen overweegt het kabinet om de verantwoordelijken van HTS
en gerelateerde groeperingen aansprakelijk te stellen voor hun mensenrechtenschendingen,
waaronder de bedreigingen, onteigeningen en vervolging van de Aramese christenen in
Maaloula?
Antwoord 3
Het kabinet beschikt niet over informatie die de berichten bevestigt dat er sinds
de val van het Assad-regime sektarische incidenten hebben plaatsgevonden tegen de
Aramese christenen in Maaloula.
Het kabinet blijft de jarenlange inzet op accountability voor alle mensenrechtenschendingen in Syrië voortzetten. Dat doet het onder andere
door steun aan het International, Impartial and Independent Mechanismvoor Syrië (IIIM) en de Commission of Inquiry, welke zich beide inzetten voor het verzamelen van bewijsmateriaal over ernstige
misdrijven. Ook worden er verschillende NGO’s ondersteund in het kader van bewijsvergaring
en advocacy.
Vraag 4
Is Nederland bereid om internationaal, bijvoorbeeld via de Europese Unie (EU) of de
Verenigde Naties, druk uit te oefenen op de Syrische autoriteiten en andere betrokken
partijen om de veiligheid van de Aramese christenen in Maaloula te waarborgen en de
stad te beschermen als UNESCO Werelderfgoed?
Antwoord 4
Het kabinet zet zich in bilateraal en multilateraal verband in voor de bescherming
van de diverse gemeenschappen in Syrië, onder wie christenen en Koerden. In VN- en
EU-verband blijft Nederland hiertoe oproepen, zoals het bijvoorbeeld gedaan heeft
tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 16 december 20243, en vraagt in de context van sanctieverlichting ook aandacht voor de status en bescherming
van de diverse gemeenschappen. Ook heeft de Speciaal Gezant voor Syrië tijdens zijn
recente bezoek aan Damascus op 2 en 4 januari jl. over het belang van de bescherming
van alle bevolkingsgroepen gesproken, onder andere met het Grieks-orthodox patriarchaat
van Antiochië. Nederland zet zich daarnaast in bilateraal en multilateraal verband
in algemene zin in voor de bescherming van cultureel erfgoed in Syrië.
Vraag 5
Bent u bereid via al uw diplomatieke contacten en netwerken stappen te ondernemen
om de christelijke gemeenschappen in Maaloula te beschermen? Bent u bereid op te roepen
tot een onmiddellijke stopzetting van dreigingen en onteigeningen in dit gebied?
Antwoord 5
Het kabinet roept in zijn diplomatieke contacten sinds de val van het regime expliciet
op tot het beschermen van de diverse gemeenschappen, onder wie christenen en Koerden,
en zal dat ook blijven doen. Zie ook het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Kunt u toelichten wat de internationale gemeenschap doet om ervoor te zorgen dat HTS
en andere groeperingen de rechten van minderheden in Syrië, waaronder christenen,
respecteren en beschermen, zodat er voor alle inwoners van Syrië een plaats is en
het niet vervalt tot een sektarische staat met veel geweld en van waaruit opnieuw
groepen zullen vluchten?
Antwoord 6
Verschillende landen zijn sinds de val van het Assad-regime bijeengekomen om de situatie
in Syrië te bespreken, waarbij werd opgeroepen tot de bescherming van de rechten van
de diverse gemeenschappen. Bijvoorbeeld op 14 december 2024 in Aqaba in Jordanië,
maar ook binnen VN- en EU-verband. Daarnaast hebben verschillende landen een bezoek
aan Damascus afgelegd voor gesprekken met het interim-bestuur, waarin het belang van
de rechten van de diverse gemeenschappen en een inclusieve politieke transitie is
benadrukt. Op 3 januari jl. deden Frankrijk en Duitsland dat op ministerieel niveau
en Nederland op niveau van de Speciaal Gezant. Ook worden er, onder andere door Nederland,
verschillende initiatieven ondersteund die zich richten op accountability en de bescherming van mensenrechten. Zie ook de antwoorden op vragen 3, 4 en 5.
Vraag 7
Welke stappen kunnen u en de internationale gemeenschap nemen om ervoor te zorgen
dat christenen in Syrië het kerstfeest in vrede en veiligheid kunnen vieren, daar
waar Christenen in Syrië met het naderende kerstfeest mogelijk extra kwetsbaar zijn
voor aanvallen door jihadistische groeperingen?
Antwoord 7
Zie de antwoorden op vragen 3, 4, 5 en 6.
Vraag 8
Hoe gaat u zich inzetten voor de constitutionele mensenrechten van Arameeërs en andere
Christenen in Syrië? Op welke wijze zet u zich in, zodat Arameeërs en andere Chistenen
ook aan tafel zitten bij de onderhandelingen over de nieuwe constitutie van Syrië
om hun mensenrechten te waarborgen?
Antwoord 8
Het kabinet onderstreept in zijn diplomatieke contacten, waaronder met het interim-bestuur
in Syrië, het belang van een vreedzame en inclusieve politieke transitie in Syrië.
Daarbij is de bescherming van en een rol in het politieke proces voor de diverse gemeenschappen,
onder wie christenen en Koerden, van belang. Het kabinet roept hiertoe op in de verschillende
gremia waar deze ontwikkelingen op de agenda staan. Daarnaast steunt het kabinet het
kantoor van de VN Speciaal Gezant voor Syrië dat zich tevens inzet voor een inclusief
proces.
Zie ook de antwoorden op vragen 3, 4, 5 en 6.
Vraag 9
Bent u bekend met de nauwe banden tussen HTS en de Turkse autoriteiten? Welke invloed
wordt binnen de NAVO en vanuit de EU uitgeoefend op Turkije en andere landen die banden
hebben met HTS om ervoor te zorgen dat er in Syrië een samenleving en regering ontstaan,
die stabiel zijn en waar er plaats en vertegenwoordiging is voor alle huidige bewoners
van Syrië?
Antwoord 9
Zoals toegelicht in beantwoording op voorgaande vragen, onderstreept het kabinet in
zijn diplomatieke contacten het belang van een vreedzame en inclusieve politieke transitie
in Syrië. Ook de EU doet dat. Turkije heeft zich uitgesproken voor een inclusief bestuur
in Syrië, met respect voor de diverse gemeenschappen. Turkije heeft zijn ambassade
in Damascus heropend en de Turkse Minister van Buitenlandse Zaken was een van de eerste
Ministers die Damascus bezocht na de val van Assad.
Vraag 10
Wat is de strategie van de EU ten aanzien van de nieuwe machthebbers van Syrië? Welke
EU-lidstaten erkennen HTS, het Syrian National Army (SNA) en de Syrian Democractic
Forces (SDF) in Syrië en wie onderhoudt welke banden met deze groepen?
Antwoord 10
De Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 16 december 2024 was eensgezind dat er een door
Syriërs geleide politieke dialoog, gesteund door de VN en in de geest van VN-Veiligheidsraad
resolutie 2254 moet plaatsvinden, waarbij respect voor de diverse gemeenschappen een
belangrijk aspect is. Lidstaten waren het ook eens over dat het bieden van humanitaire
hulp, accountability en contact met regionale spelers (m.n. Turkije) centraal moeten staan in de aanpak
van de EU. HTS staat op de VN ISIS/Al-Qaida sanctielijst, deze listing is door de
EU overgenomen. De HV concludeerde op basis van de discussie dat moet worden bekeken
hoe met Hay’at Tahrir al-Sham (HTS) te engageren. De HV onderstreepte dat het huidige sanctieregime urgent moet
worden herzien als gevolg van de ontwikkelingen.
Verschillende lidstaten, waaronder Frankrijk, Duitsland en België, hebben in Damascus
contact gehad met het door HTS geïnstalleerde interim-bestuur, dan wel met HTS-leider
Al-Sharaa. Daarnaast onderhoudt een aantal lidstaten contacten met entiteiten in Noordoost-Syrië,
zoals het aan de SDF gelieerde Democratisch Autonoom Bestuur in Noordoost-Syrië (DAANES).
Het kabinet is niet bekend met directe contacten tussen lidstaten en het Syrian National Army.
Vraag 11
Welk beleid voeren Nederland en de EU met betrekking tot de aanvallen van Turkije
en HTS op de SDF?
Antwoord 11
Het kabinet erkent de veiligheidszorgen van Turkije in de grensregio met Syrië en
Irak. Daarbij staat voorop dat Turkije dient te handelen conform het internationaal
recht. In lijn met motie Piri/Paternotte en motie Ceder4, heeft het kabinet zowel bilateraal als in EU-verband Turkije opgeroepen tot een
einde aan aanvallen in Noord-Syrië. Zowel NL als de EU benadrukken richting HTS het
belang van de bescherming van de diverse gemeenschappen, onder wie christenen en Koerden.
Het kabinet is niet bekend met recente aanvallen op de SDF door HTS.
Vraag 12
Herinnert u zich dat u HTS als extremistisch beschouwde? Wat waren daarvan de redenen
en hoe beschouwt u HTS op dit moment?
Antwoord 12
HTS is in 2017 ontstaan als fusie tussen verschillende gewapende groepen, waar Jabhat
Fatah al-Sham de belangrijkste van was. Jabhat Fatah al-Sham was op haar beurt in
2016 ontstaan uit een fusie van groepen waar Jabhat al-Nusra de belangrijkste van
was. Jabhat-al-Nusra fungeerde tot 2016 als de Syrische tak van Al-Qaeda en stond
destijds al onder leiding stond van Ahmed al Sharaa (toen bekend onder zijn strijdnaam
Al-Jolani), de huidige leider van HTS. HTS staat (onder meer) op de VN ISIS/Al-Qaida
sanctielijst, deze listing is door de EU overgenomen. Daarmee ziet ook Nederland HTS
als een terroristische organisatie.
Naast de fusies en naamswijzigingen zou er volgens berichten echter ook een gedragswijziging
plaatsgevonden hebben bij HTS. Het heeft de banden met Al-Qaeda al enige jaren geleden
publiekelijk verbroken. Het heeft bovendien al vanaf het begin een Syrische, en geen
internationale, agenda nagestreefd. Dat betekende onder meer dat de organisatie in
tegenstelling tot bijvoorbeeld kern-Al Qa’ida of ISIS nooit een extern aanslagprogramma
heeft gehad dat gericht was op het plegen van terroristische aanslagen in Europa.
In Idlib zou HTS, na haar machtsovername daar in 2017/2018, een minder radicaal beleid
hebben gevoerd dan Al Qa’ida of ISIS. Zo zou het in vergelijking met deze organisaties
gemeenschappen, zoals christenen, beter hebben behandeld. Sinds de inname van Damascus
roept Al-Sharaa op tot de bescherming van gemeenschappen en minderheden (zoals druzen,
christenen en Koerden) en lijkt HTS zich daar tot nu toe ook voor in te zetten.
De komende periode is het van belang om te bezien of HTS een gematigde opstelling
waarmaakt. Nederland zal dit kritisch blijven bezien. Alleen als een gematigder opstelling
van HTS zich in daden toont, zal dat aanleiding kunnen zijn tot het heroverwegen van
de listing. Gesprekken hierover moeten plaatsvinden in VN- en EU- verband. Het kabinet
zal de situatie naar vermogen blijven monitoren, en HTS op zijn daden beoordelen.
Vraag 13
Verliest iedereen die voor HTS vecht of gevochten heeft, het Nederlanderschap conform
artikel 14, lid 4, Rijkswet op het Nederlanderschap, zoals u eerder antwoordde op
Kamervragen?5
Antwoord 13
Het kabinet kijkt bij alle uitreizigers naar mogelijkheden om het Nederlanderschap
in te trekken op grond van artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap,
ter bescherming van de nationale veiligheid. De Staatssecretaris van Rechtsbescherming,
de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Asiel en Migratie beoordelen
per individueel geval of het Nederlanderschap van een persoon wordt ingetrokken en
of dit gepaard gaat met een zwaar inreisverbod of ongewenstverklaring. Hierbij dient
in ieder geval sprake te zijn van een meervoudige nationaliteit.
Artikel 14, vierde lid, RWN bepaalt dat het Nederlanderschap, in het belang van de
nationale veiligheid, kan worden ingetrokken van personen die zich in het buitenland
hebben aangesloten bij een terroristische organisatie die een bedreiging vormt voor
de nationale veiligheid. Hierbij moet er sprake zijn van één van de organisaties op
de lijst zoals bedoeld in dit artikel: 1. Al Qa’ida en organisaties die gelieerd zijn
aan al Qa’ida, 2. Islamitische Staat in Irak en al-Sham (ISIS) en organisaties die
gelieerd zijn aan ISIS en 3. Hay’at Tahrir al-Sham (HTS) en organisaties die gelieerd
zijn aan HTS. Daarnaast geldt dat de persoon 18 jaar of ouder is en de gedragingen
moeten ten minste op of na 11 maart 2017 hebben plaatsgevonden of voortgeduurd. De
bevoegdheid tot het intrekken van het Nederlanderschap is per 1 maart 2022 voor de
duur van 5 jaar verlengd, tot 1 maart 2027.
Ook kan het Nederlanderschap worden ingetrokken op grond van artikel 14, tweede lid,
RWN indien er sprake is van een onherroepelijke veroordeling wegens een terroristisch
misdrijf (als bedoeld in de artikelen 83, 134a of 205 van het Nederlandse Wetboek
van Strafrecht). Dit gaat vaak gepaard met een zwaar inreisverbod.
Vraag 14
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 14
De vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.