Schriftelijke vragen : De erkenning van het recht op een gezonde leefomgeving in het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens
Vragen van de leden Gabriëls en Piri (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de erkenning van het recht op een gezonde leefomgeving in het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (ingezonden 16 januari 2025).
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Actiegroep pleit voor wettelijk recht op gezond
               milieu: Nederland blijft achter»?1
Vraag 2
            
Bent u het eens met de stelling van het artikel, dat Nederland achterloopt op andere
               EU-landen als het gaat om het wettelijk verankeren van het recht op een gezond milieu,
               gezien landen zoals Duitsland, België en Frankrijk dit recht al grondwettelijk hebben
               vastgelegd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u voornemens dit recht ook in Nederlandse
               wetgeving op te nemen?
            
Vraag 3
            
Is het standpunt van het kabinet nog steeds dat Nederland het werk van de Raad van
               Europa zal versterken in lijn met de VN-resoluties waarin het recht op een schoon,
               gezond en duurzaam leefmilieu wordt erkend, zoals eerder is beantwoord in reactie
               op Kamervragen door het Eerste Kamerlid De Boer? Zo nee, waarom niet?2
Vraag 4
            
Gaat Nederland de erkenning van het recht op een gezond leefmilieu in het Europees
               Verdrag voor de Rechten van de Mens ondersteunen tijdens de vergaderingen van het
               Committee of Ministers op 23 januari en 25 februari 2025, in navolging van de VN-resoluties?
            
Vraag 5
            
Gaat Nederland zich daarbij aansluiten bij de negen landen, waaronder Frankrijk, Spanje,
               Portugal en IJsland, die hun steun al hebben uitgesproken voor de erkenning van dit
               recht? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 6
            
Welke afgevaardigden zullen namens Nederland de vergaderingen gaan bijwonen?
Vraag 7
            
Deelt u de mening dat door de oplopende milieuproblemen en de verergerende klimaatcrisis
               in Europa en de rest van de wereld, de erkenning van het recht op een gezonde leefomgeving
               in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens een dringende noodzaak is? Zo
               nee, waarom niet?
            
Vraag 8
            
Erkent u dat de vervuiling van het milieu, zoals blijkt uit de vele milieu-incidenten
               in het hele land, het gevolg is van het ontbreken van een stevige juridische basis
               voor de bescherming van het recht op een gezond leefmilieu? Zo ja, deelt u dan niet
               de mening dat de erkenning van dit recht op zowel nationaal als Europees niveau cruciaal
               is om vervuiling van het milieu zo veel als mogelijk te voorkomen? Zo nee, waarom
               niet?
            
Vraag 9
            
Deelt u de mening dat het opnemen van het recht op een gezond leefmilieu zou bijdragen
               aan zowel de bescherming van de mens en natuur, maar ook een belangrijke stimulans
               is voor het ontwikkelen van krachtig beleid op het gebied van milieu en klimaat? Zo
               nee, waarom niet?
            
Vraag 10
            
Deelt u de overtuiging dat de erkenning van dit recht kan bijdragen aan meer rechtszekerheid
               en samenhang waarmee er een gelijker speelveld komt in Europa? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 11
            
Klopt het dat u op 14 mei 2025 een beslissing moet nemen over de positie van Nederland
               met betrekking tot de erkenning van het recht op een gezond leefmilieu in Europa tijdens
               de 134ste sessie van het Committee of Ministers? Bent u bereid om tijdens die sessie
               alles in het werk te stellen om te zorgen dat het recht op een schoon leefmilieu erkend
               wordt in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, om zodoende het werk van
               de Raad van Europa te versterken? Zo niet, waarom niet?
            
Vraag 12
            
Wilt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 Geert Gabriëls, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 Kati Piri, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
 
           
  