Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over de deelneming Schiphol Group
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister van Financiën over de deelneming Schiphol Group (ingezonden 5 december 2024).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 15 januari
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 794.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat de regering verwacht dat Staatsdeelnemingen een
voorbeeldrol vervullen? Vindt u dat de Schiphol Group een voorbeeldrol vervult? Zo
ja, op grond waarvan vindt u dit? Zo nee, wat gaat u hier aan doen?
Antwoord 1
De voorbeeldrol van staatsdeelnemingen komt voort uit de uitgangspunten voor het beleid
voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) uit de nota Deelnemingenbeleid (Nota
2022). Deze uitgangspunten zijn verder uitgewerkt in het Handboek MVO waarbij meerdere
thema’s van MVO-beleid (o.a. goed werkgeverschap) worden beschreven en welke verwachtingen
de staat als aandeelhouder heeft1. Concreet verwacht ik dat deelnemingen serieus invulling geven aan de MVO-regelgeving
en serieus het eigen MVO-beleid uitvoeren. Het opstellen en uitvoeren van dit beleid
is de verantwoordelijkheid van de deelnemingen zelf. Wel neem ik het MVO-beleid mee
in de invulling van de aandeelhoudersbevoegdheden, zoals de reguliere gesprekken met
het bestuur van de deelneming waar relevante MVO-thema’s besproken worden. Een voorbeeld
hiervan zijn de arbeidsomstandigheden, waarbij Schiphol in antwoord op vragen van
medewerkers van mijn ministerie, heeft aangegeven stappen te zetten om de kwaliteit
van werk te verbeteren en de balans met de leefomgeving te herstellen. Dit doet Schiphol
niet alleen, maar ook met de betrokken partijen, zoals de luchtvaartmaatschappijen,
bagageafhandelaren en andere sectorpartijen. Daarnaast vindt regelmatig contact plaats
met de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) en de Inspectie voor Leefomgeving en Transport
(ILT) als toezichthouders.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat platformwerkers dagelijks worden blootgesteld aan kankerverwekkende
uitstoot uit motoren van vliegtuigen die naar de startbaan taxiën? Vindt u dat dit
voldoet aan bovenstaande voorbeeldrol? Zo nee, wat gaat u daar aan doen? Waarom is
er nog geen onderzoek gedaan door het RIVM hoe schadelijk en kankerverwekkend de uitstoot
van kerosine is? Kunt u hier vanuit uw rol actie op ondernemen?2
Antwoord 2
Iedereen heeft recht op een gezonde en veilige werkplek. Het is zorgelijk dat de Nederlandse
Arbeidsinspectie in 2023 heeft vastgesteld dat Schiphol en de werkgevers van de platformmedewerkers
nog onvoldoende doen om hun werknemers te beschermen tegen schadelijke blootstelling.
Op grond van de Arbeidsomstandighedenwet (hierna: Arbowet) gelden strenge regels voor
blootstelling aan kankerverwekkende stoffen op het werk. Als er onvoldoende bescherming
is kunnen de gevolgen voor de gezondheid van de medewerkers immers groot zijn. Als
aandeelhouder ga ik ervan uit dat Schiphol en de werkgevers de eisen die zijn gesteld
door de Arbeidsinspectie opvolgen.
Ik verwacht van staatsdeelneming Schiphol dat zij een gedegen invulling geeft aan
MVO en zich ruimhartig aan wet- en regelgeving houdt. Als exploitant van onze nationale
luchthaven heeft Schiphol daarnaast een brede verantwoordelijkheid om arbeidsomstandigheden
op de luchthaven te bevorderen. In gesprekken met Schiphol spreekt het kabinet Schiphol
hierop aan.
De FNV heeft het Ministerie van SZW gevraagd om het RIVM opdracht te geven tot coördinatie
en uitvoering van gezondheidskundig onderzoek naar hoe schadelijk en kankerverwekkend
vliegtuigmotoruitstoot (VME) is. Vorig jaar heeft het Ministerie van SZW meerdere
gesprekken hierover gevoerd met de FNV en Schiphol, zowel gezamenlijk als apart.
Het Ministerie van SZW onderschrijft het belang van onafhankelijk onderzoek naar de
gezondheidseffecten van VME. Er zijn en worden meerdere onderzoeken hiernaar uitgevoerd.
Zo heeft het RIVM al vastgesteld van meerdere stoffen uit VME dat deze kankerverwekkend
zijn.3 Op basis van de Arbowet geldt voor kankerverwekkende stoffen de verplichting voor
de werkgever om de blootstelling te minimaliseren voor zover dat technisch mogelijk
is. Als er geen wettelijke grenswaarde is vastgesteld dan is de werkgever verplicht
zelf een niveau vast te stellen waarbij blootstelling geen gezondheidsschade oplevert
en maatregelen te nemen. Het Ministerie van SZW heeft de Gezondheidsraad gevraagd
om te bepalen of VME als mengsel als kankerverwekkend moet worden geclassificeerd.
En of er een gezondheidskundige grenswaarde voor VME kan worden afgeleid.
Ook Schiphol en de werkgevers op Schiphol voeren vanuit hun werkgeversverantwoordelijkheid
voor gezond en veilig werken diverse onderzoeken uit naar VME. Een onafhankelijk expertpanel,
waar het RIVM onder andere deel van uitmaakt, ziet toe op de ontwerpen en uitvoering
van de onderzoeken.
De vorige Minister van SZW heeft uw Kamer via antwoorden op verschillende Kamervragen4 en per brief5 ook geïnformeerd over alle lopende onderzoeken naar VME.
De minimalisatieverplichting maakt dat werkgevers nu al de blootstelling aan de kankerverwekkende
stoffen in VME moeten minimaliseren voor zover dat technisch mogelijk is.
Het kabinet ziet gelet hierop in combinatie met de onderzoeken die gaande zijn geen
toegevoegde waarde in een aanvullend onderzoek door het RIVM voor de huidige praktijk.
Vraag 3
Wist u dat de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) een last onder dwangsom van bijna
1 miljoen euro heeft opgelegd aan afhandelingsbedrijven omdat de fysieke belasting
van bagageafhandelaren te hoog is? Vindt u dat dit bijdraagt aan bovengenoemde voorbeeldrol?
Zo nee, wat gaat u hier aan doen?6
Antwoord 3
Ja, ik ben ervan op de hoogte dat in 2023 en 2024 door de Arbeidsinspectie lasten
onder dwangsom zijn opgelegd aan afhandelingsbedrijven op luchthaven Schiphol. De
afhandelingsbedrijven zijn hier de werkgever en niet Schiphol. Het zijn deze afhandelingsbedrijven
die primair verantwoordelijk zijn voor een gezonde en veilige werkomgeving van hun
werknemers. Schiphol vervult wel een rol als exploitant van onze nationale luchthaven.
Als exploitant en eigenaar van de luchthaven kan Schiphol mede invloed uitoefenen
op de arbeidsomstandigheden waarin gewerkt wordt, bijvoorbeeld als het gaat om de
inrichting van en het ter beschikking stellen van tilhulpen in de bagagekelders. In
het afgelopen jaar zijn er veel tilhulpen aangeschaft en ook in de komende maanden
zal Schiphol meer tilhulpen aanschaffen. Schiphol heeft laten weten dat in de eerste
helft van 2025 alle werkplekken voorzien zullen zijn van een tilhulp. Op het gebruik
van tilhulpen zullen door Schiphol audits uitgevoerd worden. Daarnaast laat Schiphol
weten dat er in de komende jaren in technologische innovaties geïnvesteerd wordt die
de arbeidsomstandigheden verder zullen verbeteren, zoals nieuwe installaties voor
het gemechaniseerd laden en lossen van bagagecontainers. Als aandeelhouder van Schiphol
ondersteun ik de initiatieven van Schiphol om de arbeidsomstandigheden te verbeteren.
Het kabinet gaat ervan uit dat de afhandelingsbedrijven als werkgevers opvolging zullen
geven aan de opgelegde eisen en lasten onder dwangsom door de Arbeidsinspectie. De
afhandelingsbedrijven moeten voldoen aan de gestelde eisen om hun «license to operate»
te behouden en te waarborgen dat de werkomstandigheden veilig en gezond zijn voor
alle werknemers.
Vraag 4
Deelt u de zorg dat aanbestedingen bij de Schiphol Group zorgen voor veel onzekerheid
en onrust onder Schipholwerkers? Vindt u dat dit voldoet aan een voorbeeldrol van
de Schiphol Group? Zo nee, wat gaat u hier aan doen?
Antwoord 4
De aanbesteding van de beveiligingswerkzaamheden valt onder de verantwoordelijkheid
van Schiphol en ik heb hierin als aandeelhouder geen directe betrokkenheid. Schiphol
is wettelijk verplicht beveiligingswerkzaamheden uit te laten voeren door beveiligingsbedrijven
die aan strikte eisen voldoen; zo moeten deze bedrijven o.a. een vergunning hebben
zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus.
Schiphol moet ook toezicht houden op de uitvoering van de beveiligingswerkzaamheden.
Namens de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV) houdt de Brigade Toezicht Beveiliging
Burgerluchtvaart van de Koninklijke Marechaussee toezicht op de uitvoering van de
beveiligingsmaatregelen. De voorgenomen nieuwe aanbesteding verandert niets aan wat
wettelijk is voorgeschreven hoe beveiligingswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd.
Schiphol geeft aan dat de nieuwe contracten zich richten op drie belangrijke bouwstenen:
arbeidsomstandigheden en kwaliteit van werk, beveiligingsprestaties en kostenefficiëntie.
Dit moet bijdragen aan het beperken van operationele inefficiënties en toekomstige
serviceonderbrekingen, zoals wachtrijen. Hiermee wil de voorgenomen wijziging zorgen
voor kwaliteitsverbeteringen voor medewerkers én passagiers.
Schiphol geeft aan dat het huidige beveiligingspersoneel na de aanbesteding werkzaam
kan blijven op Schiphol. Na gunning van de contracten vindt er waar nodig een contractwisseling
plaats. Beveiligers en werknemers van beveiligingsbedrijven die op de luchthaven werken
kunnen in dienst blijven bij hun huidige werkgever of in dienst treden bij een nieuwe
werkgever die de werkzaamheden na de gunning gaat uitvoeren als de huidige werkgever
niet tot de winnaars van de gunning behoort. Dit zou moeten helpen om de onzekerheid
en onrust onder Schipholwerkers te verminderen.
Schiphol streeft ernaar een voorbeeldrol te vervullen door te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden
en een hoge kwaliteit van werk. De voorgenomen wijzigingen zijn bedoeld om deze doelen
te ondersteunen en te verbeteren.
Vraag 5
Wat vindt u van de tender die voor beveiligingsdiensten is aangekondigd bij de Schiphol
Group? Deelt u de mening dat grip krijgen op de beveiliging beter kan met beveiliging
in eigen beheer? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?7
Antwoord 5
Schiphol is wettelijk verplicht de voorgeschreven beveiligingswerkzaamheden uit te
laten voeren door beveiligingspersoneel dat in dienst is van beveiligingsbedrijven
die aan strikte eisen voldoen. Daartoe kan Schiphol beveiligingsbedrijven contracteren
of zelf een beveiligingsbedrijf oprichten; in beide modellen moet aan de wettelijke
eisen worden voldaan. Wanneer Schiphol daartoe beveiligingsbedrijven contracteert
is de Europese aanbestedingsregelgeving van toepassing. Met de aangekondigde tender
geeft Schiphol hieraan uitvoering.
Schiphol verwacht dat de nieuwe contracten onder meer bijdragen aan het beperken van
operationele inefficiënties en toekomstige serviceonderbrekingen (bijv. wachtrijen).
Voorts geeft Schiphol aan door de lange-termijn partnerschappen met de beveiligingsbedrijven
een betere informatiepositie te krijgen, zodat er meer grip komt en bij problemen
makkelijker kan worden ingegrepen.
Namens de Minister van JenV houdt de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart
van de Koninklijke Marechaussee toezicht op de kwaliteit van de uitvoering van de
beveiligingsmaatregelen. Het maakt daarbij niet uit of Schiphol de beveiligingswerkzaamheden
door beveiligingsbedrijven laat uitvoeren of de beveiliging in eigen beheer doet.
Vraag 6
Vindt u het niet opmerkelijk dat verschillende andere grote Europese luchthavens kiezen
voor beveiliging in eigen beheer en Schiphol Group voor een tender? Past dit binnen
de voorbeeldfunctie van een deelneming? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 6
Nee, dat vind ik niet opmerkelijk. Beveiliging is op grote Europese luchthavens zeer
verschillend belegd door de verantwoordelijke luchthavenexploitanten; dit is een organisatievraagstuk
dat bij elke luchthavenexploitant steeds op basis van eigen afwegingen wordt ingevuld
en regelmatig tot een andere keuze leidt. De keuze die Schiphol hierin nu maakt is
niet opmerkelijk noch afwijkend. Het is aan het bestuur van Schiphol om te bepalen
welk beveiligingsmodel het beste past. Wat betreft de voorbeeldfunctie, heb ik dit
toegelicht bij vraag 1. Het verbeteren van de arbeidsomstandigheden is een onderdeel
van de tender en sluit aan bij het MVO-beleid uit de Nota 2022.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën -
Mede namens
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.