Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Aukje de Vries over de berichten 'OM: Curaçaos Statenlid verdacht van drugshandel' en 'Achterstand innen belastingen op Curaçao loopt snel op'
Vragen van het lid Aukje de Vries (VVD) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de berichten «OM: Curaçaos Statenlid verdacht van drugshandel» en «Achterstand innen belastingen op Curaçao loopt snel op» (ingezonden 12 november 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Szabó (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
10 januari 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 713.
Vraag 1
Bent u bekend met de artikelen «OM: Curaçaos Statenlid verdacht van drugshandel»1 en «Achterstand innen belastingen op Curaçao loopt snel op»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe kijkt u naar de berichtgeving dat een volksvertegenwoordiger op Curaçao wordt
verdacht van criminele activiteiten, in dit geval drugshandel en witwassen, zeker
nadat recent de Arubaanse Minister Croes is gearresteerd vanwege mogelijke betrokkenheid
bij fraude bij verblijfs- en werkvergunningen en het recherchesamenwerkingsteam een
huiszoeking heeft gedaan in het kantoor van de Minister van Justitie Newis op Sint
Maarten, die wilde dat twee gedetineerden onder elektronisch toezicht in vrijheid
zouden worden gesteld (waaronder (ex)politicus Heyliger, die veroordeeld is voor het
aannemen van steekpenningen en witwassen)?
Antwoord 2
Corruptie, ondermijning en andere vormen van criminaliteit hebben geen plek in een
rechtsstaat. Daarom zet ik samen met de Caribische landen van het Koninkrijk in op
goed bestuur en het versterken van de rechtsstaat. Voor de rest van de vraag verwijs
ik u naar het antwoord op vraag 4.
Vraag 3
Hoe kijkt u aan tegen dit bericht in het licht van de afgesproken nodige verbeteringen
van goed bestuur op de eilanden? Hoe ziet u dit bericht in het licht van de afgesproken
doelen in de landspakketten en welke gevolgen heeft het dat er blijkbaar weinig tot
geen resultaat bereikt wordt?
Antwoord 3
De inspanningen op dit onderdeel van het Landspakket richten zich met name op het
goed en efficiënt functioneren van de publieke sector. Dat werk verloopt gestaag en
zal over enige tijd zijn vruchten afwerpen. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan
transparantie van processen en aan de afstand tussen ambtenarij en bestuur. Het voorkomen
van integriteitskwesties ten aanzien van individuele politici valt buiten de grenzen
van het landspakket.
Ook buiten de landspakketten werk ik samen met de landen aan verbeteringen van goed
bestuur en aan een «agenda goed bestuur». Zie mijn antwoord op vraag 4 voor meer informatie.
Vraag 4
Hoe gaat u invulling geven aan het verbeteren van goed bestuur en de aanpak van ondermijnende
criminaliteit door bestuurders en volksvertegenwoordigers op de eilanden?
Antwoord 4
Deugdelijk bestuur en rechtszekerheid behoren tot mijn beleidsprioriteiten voor het
Caribisch deel van het Koninkrijk. Zoals ik onder meer heb aangekondigd in mijn brief
aan uw Kamer van 18 oktober 20243 vind ik het wenselijk om de staat van integriteit in het Caribisch deel van het Koninkrijk
te monitoren. Hierdoor kan er zicht worden verkregen op de integriteit en waar de
verbeterpunten liggen. Ik ben in gesprek met de landen hoe we in gezamenlijkheid kunnen
werken naar aansluiting bij bestaande indexen en monitors op het gebied van integriteit
en goed bestuur.
In het voorjaar van 2025 kom ik met mijn agenda Goed Bestuur voor zowel de landen
als voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Hierbij zal in ieder geval aandacht zijn
voor de monitoring, toezicht en handhaving op vergunningen, betere ondersteuning van
melders en klokkenluiders en heldere procedures voor inkoop en aanbesteding.
Tot slot heeft uw Kamer de motie van het lid Mutluer aangenomen om het Justitieel
Vierlandenoverleg (hierna: JVO) te laten onderzoeken hoe drugssmokkel van de eilanden
naar Nederland gezamenlijk nog effectiever tegengegaan kan worden. Bij de uitvoering
van deze motie zal betrokkenheid worden gezocht van de Ministeries van Justitie van
de landen. Ook heeft het Ministerie van Justitie en Veiligheid tot en met 2025 gelden
beschikbaar gesteld voor de oprichting van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum
Caribisch Nederland (RIEC CN) en loopt er een wetgevingstraject om de Wet Bibob in
te voeren in Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Tevens heeft het Ministerie van JenV
middelen vrijgemaakt om Bonaire, Saba en Sint Eustatius aan te laten sluiten bij de
JVO-werkgroep bestuurlijke aanpak van ondermijning, waardoor alle eilanden betrokken
zijn bij de aanpak.
Daarnaast werpt de reeds ingezette inzet op ondermijning zijn vruchten af. Waar het
gaat om bestuurlijke integriteit werken Nederland en de landen samen aan de zogeheten
bestuurlijke aanpak van ondermijning. Het Ministerie van BZK maakt hiervoor sinds
2021 jaarlijks EUR 1 miljoen vrij. Met deze aanpak worden bestuurlijke instrumenten
ontwikkeld en geïmplementeerd die corruptie en ondermijning tegen moeten gaan. Anderzijds
worden politici op de eilanden op deze manier weerbaarder gemaakt tegen corrumperende
invloeden. Zo hebben de drie landen recent een campagne gelanceerd die publiek draagvlak
moet creëren tegen (bestuurlijke) corruptie. Ook worden er wetgevingsjuristen aangetrokken
om het vergunningsbeleid te stroomlijnen. Deze aanpak is gemodelleerd naar de succesvolle
bestuurlijke aanpak van ondermijning in Nederlandse gemeenten, waarmee gemeentebestuurders
in Europees Nederland met bestuurlijke middelen (preventief) kunnen ingrijpen als
er vermoedens zijn van witwassen, drugshandel of mensenhandel. De burgemeester kan
bijvoorbeeld vergunningen weigeren of intrekken of een pand sluiten. De resultaten
worden gemonitord middels een JVO-werkgroep.
In het kader van de duurzame ondermijningsaanpak op Aruba, Curaçao en Sint Maarten
worden investeringen gedaan in het Recherche Samenwerkingsteam (RST), Openbare Ministeries
en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Deze investeringen maken het mogelijk om
strafrechtelijke onderzoeken te doen naar criminaliteit met een sterk financieel-economische
component, waaronder belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, valsheid in
geschrifte en witwassen. Het RST waarnaar verwezen wordt in het artikel «OM: Curaçaos
Statenlid verdacht van drugshandel» is een van de diensten in de rechtshandhavingsketen
die met hulp van BZK werkt aan de aanpak van ondermijning. Ook investeer ik in de
versterking van het grenstoezicht, wat mogelijk maakt dat de Koninklijke Marechaussee
en de Douane ingezet kunnen worden in de landen.
Vraag 5
Welke conclusie trekt u uit de recente incidenten voor de huidige aanpak voor verbetering
van goed bestuur en de aanpak van corruptie, vriendjespolitiek en ondermijnende criminaliteit
en wat zegt dit over de effectiviteit van de aanpak tot nu toe?
Antwoord 5
Een goed functionerende rechtsstaat is een randvoorwaarde voor een veilige en stabiele
samenleving, positieve economische ontwikkeling en houdbare overheidsfinanciën. De
recente gebeurtenissen laten enerzijds zien dat inzet aan de hand van mijn beleidsprioriteiten
noodzakelijk is, evenals de staat van integriteit in het Caribisch deel van het Koninkrijk
structureel te monitoren. Anderzijds getuigen deze ontwikkelingen van het functioneren
van de aanpak van ondermijning zoals de diensten, de landen en Nederland die gezamenlijk
uitvoeren.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat er een strengere en stevigere aanpak nodig is van corruptie,
vriendjespolitiek en ondermijnende criminaliteit? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat
gaat u doen c.q. oppakken?
Antwoord 6
De aanpak van ondermijnende criminaliteit, vriendjespolitiek en corruptie is een autonome
aangelegenheid van de landen. De strijd tegen deze vormen van criminaliteit vergt
echter inzet van expertise en uitvoeringscapaciteit die beperkt aanwezig is in de
landen. Nederland ondersteunt daarom blijvend Aruba, Curaçao en Sint Maarten bij de
gezamenlijke doelstelling om te werken aan een sterke rechtsstaat. Ik ben in gesprek
met de landen om samen meer zicht te krijgen op de staat van de integriteit in het
Koninkrijk. In dit kader heb ik ook contact met Transparency International en andere
organisaties. Voor mijn inzet verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 7
De achterstand van het innen van belastingen is ondanks het verscheuren van de oude
vorderingen in Curaçao opnieuw opgelopen (van 2,6 miljard gulden in januari 2024 naar
3,4 miljard gulden in juni 2024), hoe kijkt u aan tegen dit bericht in het licht van
de afgesproken verbeteringen van de financiën in de landspakketten? Welke gevolgen
heeft dit of gaat dit hebben voor de afspraken in de landspakketten?
Antwoord 7
In het landspakket is afgesproken dat de Belastingdienst geoptimaliseerd en gemoderniseerd
wordt zodat Curaçao de belastinginning effectiever en efficiënter kan laten verlopen.
In dit proces wordt voortgang geboekt. De inning van bestaande vorderingen vertoont
een duidelijke stijgende lijn, er komt meer geld binnen. Omdat tegelijk hard wordt
gewerkt aan verhoging van de compliance en het wegwerken van achterstanden in het
opleggen van aanslagen, zullen er nog enige tijd nieuwe vorderingen bijkomen. Hierdoor
kunnen achterstanden in de vorderingen tijdelijk weer oplopen. Dit heeft verder geen
consequenties voor de afspraken in de Landspakketten.
Vraag 8
Wat voor gevolgen heeft de traag verlopende hervorming van de Belastingdienst Curaçao,
waardoor de belastingschulden oplopen, voor het landspakket? Wat gaat u hieraan doen?
Welke consequenties heeft dit voor de financiële steun die Curaçao ontvangt? Als het
geen consequenties heeft, waarom niet?
Antwoord 8
Zoals uit de derde Uitvoeringsrapportage Landspakket Curaçao 2024 blijkt,4 verloopt de uitvoering van de hervormingen gericht op de optimalisering en modernisering
van de Belastingdienst op schema. Zie ook het antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Wat gaat u doen om de Belastingdienst Curaçao conform de afspraken te hervormen, zodat
deze goed gaat functioneren?
Antwoord 9
Het innen van belastingen en (de hervorming van) de Belastingdienst is een autonome
aangelegenheid van de landen. In het kader van het Landspakket wordt Curaçao ondersteund
bij het hervormen en moderniseren van de Belastingdienst. Deze ondersteuning vindt
plaats in de vorm van expertise op het gebied van organisatorische positionering,
aansturing en inrichting, personeelsinstrumenten, werkwijzen en automatisering. Dit
moet resulteren in een belastingorganisatie die fiscale regelgeving volledig, integer
en klantvriendelijk uitvoert. Over de voortgang van de uitvoering van het Landspakket
wordt uw Kamer regelmatig geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.