Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over Feministisch Buitenlandbeleid
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over Feministisch Buitenlandbeleid (ingezonden 9 december 2024).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 7 januari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Feministisch buitenlandbeleid krijgt gestalte: trainingen
voor elke ambtenaar BuZa»1 en de genoemde Online handreiking voor het Nederlands Feministisch buitenlandbeleid
(FBB)?
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Is de handreiking verplicht gemaakt voor medewerkers om te lezen?
Antwoord 2
Nee het raadplegen van de handreiking gebeurt op vrijwillige basis.
Vraag 3
Is het streven om alle medewerkers een online FBB-training te geven een verplichting?
Zo ja, waarom?
Antwoord 3
Nee, het is geen verplichting maar een streven.
Vraag 4
In hoeveel FBB-trainers wordt er geïnvesteerd om de capaciteit van medewerkers van
het Ministerie van Buitenlandse Zaken verder te versterken en opgedane kennis te onderhouden?
Antwoord 4
Er is niet in FBB-trainers geïnvesteerd.
Vraag 5
Is de rol van «gender focal point» of «senior gender focal point» een voltijdstaak
of een neventaak?
Antwoord 5
De rol van een gender focal point is geen voltijdstaak. Gender focal points fungeren als eerste vraagbaak binnen een afdeling, directie of ambassade. Deze rol
wordt vervuld als onderdeel van het takenpakket.
Vraag 6
Zijn er of worden er extra ambtenaren aangenomen om de rollen van «gender focal point»
of «senior gender focal point» te vervullen?
Antwoord 6
Nee, er zijn en worden geen extra ambtenaren aangenomen om de rol van gender focal point te vervullen.
Vraag 7
Hoeveel tijd verwacht u dat de «gender focal point» op een ambassade per week daarmee
bezig is naast andere taken die de aangewezen persoon verricht?
Antwoord 7
Er bestaat geen verplicht minimum aantal uren dat een gender focal point aan zijn/haar rol moet besteden. De tijdsbesteding varieert afhankelijk van de lokale
context en de in het jaarplan van de post geformuleerde doelstellingen.
Vraag 8
Hoe verhouden zich deze intensiveringen in taken, extra trainingen en opleidingen
zich tot de bezuinigingen op het ambtelijk apparaat en het postennet?
Antwoord 8
De bezuinigingen op het ambtelijk apparaat worden momenteel in kaart gebracht en zullen
vanaf 2026 hun beslag krijgen.
Vraag 9
Wat bedoelt de u met «waar homoseksualiteit illegaal is», betreft dat het huwelijk
of de geaardheid?
Antwoord 9
Gedoeld wordt op het feit dat homoseksualiteit in meer dan 60 landen strafbaar is.
In een aantal landen staat op homoseksualiteit de doodstraf.
Vraag 10
Hoe beoogt u gendergelijkheid op alle functieniveaus te bereiken?
Antwoord 10
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken streeft naar het voldoen aan de rijksbrede ambities
t.a.v. diversiteit en inclusie, door het beleid systematisch en blijvend te versterken
met als doel een gelijke man/vrouw vertegenwoordiging op leidinggevende functies op
de werkvloer, in zowel de top leidinggevende functies van het ministerie als in alle
schalen daaronder. Dit om gevolg te geven aan zowel de rijksbrede als departementale
doelstellingen. Om deze doelstelling te bereiken worden personeelsbeleid-instrumenten
ingezet zoals breed werven en inclusief selecteren.2
Vraag 11
Kunt u toezeggen dat er in het personeelsbeleid nooit met quota’s of streefcijfers
gewerkt zal worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken volgt het rijksbrede beleid t.a.v. streefcijfers
en quota voor bepaalde groepen.
Vraag 12
Welke definitie van feminisme hanteert het kabinet?
Antwoord 12
Conform de Kamerbrief van 8 november 2022 over het feministisch buitenlands beleid3 gaat feminisme over «gelijke rechten en gelijkwaardigheid».
Vraag 13
Waar in het maatschappelijk middenveld is het «intersectional policy analysis tool»
ontwikkeld? Blijkt ergens uit ledenaantallen, donaties of anderszins dat dit representatief
is voor het algemene maatschappelijk middenveld?
Antwoord 13
Er zijn wereldwijd veel verschillende intersectional policy analysis tools die door allerlei organisaties en overheden worden gebruikt om de effecten van (beoogd)
beleid of programma’s te meten. De genoemde tool is gezamenlijk ontwikkeld door 4 netwerken
en 21 organisaties uit het Nederlands maatschappelijk middenveld en het Voice fonds
en opgenomen als voorbeeld in de handreiking.4
Vraag 14
De handreiking spreekt over «het verbeteren van de gender en diversiteitsbalans binnen
directies en op posten», hoe voorziet u dat dit op kleine posten met beperkt personeel
zal werken?
Antwoord 14
Het Rijk – en daarmee het Ministerie van Buitenlandse Zaken – ziet de meerwaarde van
divers samengestelde teams, zoals met uw Kamer gedeeld in de Kamerbrief van de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkaangelegenheden «Breed werven en objectief selecteren
binnen de Rijksoverheid».5 Voor het goed functioneren van de overheid is het belangrijk dat het personeelsbestand
van het Rijk divers is samengesteld. De samenkomst van verschillende perspectieven,
achtergronden, oriëntaties en kennis stelt rijksambtenaren in staat om beleid samen
en in verbinding met de samenleving te maken, hetzelfde geldt voor de dagelijkse uitvoering
en de controle daarop. Dit zijn doelstellingen, die voor Buitenlandse Zaken zowel
in Den Haag als op de (kleinere) posten gelden.
Vraag 15
Kunt u garanderen dat het verbeteren van gender en diversiteitsbalans niet ten koste
zal gaan van kerncompetenties als diplomatieke vaardigheden, vakinhoudelijke deskundigheid
en talenkennis?
Antwoord 15
Het Rijk – en het Ministerie van Buitenlandse Zaken – gaat ervan uit dat diversiteit
(in alle vormen) de kerncompetenties zal versterken. Meer variatie in visies en oplossingen
resulteert in meer creativiteit en innovatie, betere resultaten en beter beleid.6
Vraag 16
Ziet het kabinet het ontzeggen van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
(SRGR), inclusief abortusrechten als discriminatie? Zo ja, waarom?
Antwoord 16
Het ontzeggen van toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten kost mensenlevens.
Per dag sterven er 800 vrouwen en meisjes tijdens de zwangerschap of door een bevalling.
Onveilige abortus is daar een van de belangrijkste oorzaken van.7 Als vrouwen niet zelf over hun geboorteplanning kunnen beslissen doordat hun toegang
tot deze zorg ontzegd wordt, heeft dat gevolgen op veel andere terreinen van hun leven,
zoals onderwijs en arbeid. Dit draagt bij aan discriminatie.
Vraag 17
Is de ambitie dat 85 procent van de ODA-uitgaven voor gender «significant» moet zijn
afgestemd met het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp? Zo ja,
hoe verhoudt zich dit tot de bezuinigingen en prioritering op water en voedselzekerheid?
Antwoord 17
De ambitie dat 85% van de ODA-uitgaven gender «significant» moet zijn, is een ambitie
van de EU, waar Nederland en andere EU lidstaten zich aan gecommitteerd hebben middels
het Gender Action Plan III. Dit plan III is per 21 november 2023 verlengd tot eind 2027. Gender «significant»
betekent dat gender in een gefinancierd programma een belangrijke en weloverwogen
doelstelling is, maar niet de belangrijkste reden om het programma uit te voeren.
Dit komt ten goede aan de effectiviteit van de programma’s die voor iedereen positieve
resultaten moeten opleveren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.