Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over de opschaling van groen gas
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over de opschaling van groen gas (ingezonden 11 december 2024).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 20 december 2024).
Vraag 1
Kunt u toelichten op welke wijze de opschaling van mestvergisting op dit moment plaatsvindt
in afstemming met gemeenten en de Regionale Energie Strategieën-regio's (RES-regio's)?
Welke stappen worden er vervolgens vanaf 2026 gezet om de doelstellingen van 2030
te bereiken?
Antwoord 1
Met de medeoverheden heeft het kabinet afgesproken dat groen gas, waar het gaat om
de uitdagingen die ruimtelijke inpassing met zich meebrengt en de versnelling daarvan,
meeloopt in de integrale brede «nieuwe samenwerkingsafspraken voor de ontwikkeling
van het energiesysteem». Op dit moment verkent het kabinet de mogelijkheden voor dergelijke
afspraken.
Het Rijk ondersteunt provincies in het algemeen onder andere via Road Shows (voorlichtingsbijeenkomsten),
een handreiking voor vergunningverlening en via een Expertisecentrum Groen Gas (in
oprichting).
Verder beziet het kabinet met een aantal provincies hoe groen-gasproductie in hun
provincie (nog) verder gestimuleerd kan worden, waar het Rijk kan ondersteunen en
welke goede voorbeelden gedeeld kunnen worden.
Tot slot wordt op dit dossier nauw samengewerkt door de ministeries van Klimaat en
Groene Groei en van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Recent is Raymond
Knops aangesteld als verkenner voor versnelling van de vergunningverlening van mestverwerkers
en mestvergisters.
Vraag 2
Deelt u de mening dat voor de versterking van decentrale energiesystemen het noodzakelijk
is een goede regionale spreiding te bevorderen van de lokale productie van groen gas?
Antwoord 2
Het Rijk stuurt niet specifiek op regionale spreiding bij de productie van groen gas.
Het kabinet is van mening dat de groen-gasproductie moet aansluiten bij de lokale
omstandigheden, zoals de aanwezigheid van grondstoffen en infrastructuur. Uit onderzoek
blijkt dat er in alle provincies veel potentie is om groen gas te produceren1. In de gesprekken met de medeoverheden zet het kabinet er in algemene zin op in lokale
groen gas productie te stimuleren, voldoende geschikte locaties aan te wijzen en de
vergunningverlening te versnellen.
Vraag 3
Op welke wijze wordt de regionale spreiding van de opschaling van groen gas door het
Rijk en de RES-regio’s gestuurd? Bent u voornemens om voor de RES-regio’s ook een
groen gasdoel te stellen?
Antwoord 3
Zoals hierboven aangegeven stuurt het kabinet niet op waar het groen gas geproduceerd
dient te worden, maar is in gesprek met de medeoverheden om te kijken hoe de regionale
groen-gasproductie opgeschaald en gefaciliteerd kan worden.
Momenteel maakt het kabinet samen met de medeoverheden integrale brede «nieuwe samenwerkingsafspraken
voor de ontwikkeling van het energiesysteem», zie antwoord op vraag 1. Hierbij wordt
de vraag betrokken of er na 2030 andersoortige doelen dan doelen voor elektriciteitsopwekking
op land wenselijk en haalbaar zijn.
Vraag 4
Deelt u de mening dat, alhoewel de uiteindelijke doelstellingen een essentiële stap
zijn in de verbreding van de energiemix, het aannemelijk is dat de vraag de komende
jaren het aanbod zal overstijgen?
Antwoord 4
Het kabinet deelt deze inschatting. Het kabinet schat in dat de toekomstige vraag
naar groen gas groot zal zijn. Groen gas kan gebruikt worden als energiebron en als
bron van koolstof voor bijvoorbeeld de chemie en industrie. Als energiebron is groen
gas breed inzetbaar, en te gebruiken via grotendeels bestaande infrastructuur. Het
aanbod daarentegen is inherent beperkt omdat hiervoor onder andere grondstoffen en
productielocaties nodig zijn, welke beperkt beschikbaar zijn.
Vraag 5
Kunt u toelichten op welke wijze u de verwachte prijsstijging per m3 voor de gasprijs zult monitoren?
Antwoord 5
In opdracht van het Rijk rapporteert het CBS maandelijks over de gemiddelde tarieven
voor aardgas en elektriciteit voor consumenten. Omdat de prijsstijging als gevolg
van het stijgende percentage groen gas in het gasnet slechts één van de ontwikkelingen
is die effect heeft op de consumentenprijs, kan op deze manier integraal de betaalbaarheid
van energie worden gemonitord. Er is geen aparte monitor voorzien voor de prijs van
groen gas: er is ook (nog) geen handelsplatform waar prijsinformatie op transparante
wijze kan worden verkregen. Wel wordt vanuit het Programma Groen Gas regelmatig overlegd
met producenten, financiers en afnemers van groen gas, en wordt op deze wijze informatie
verzameld over de stand van de sector en markt.
Vraag 6
Welke afspraken zijn er gemaakt over toekomstig onderhoud en vervanging van het huidige
gasnetwerk zodat deze voor groen gas ingezet kunnen worden in de toekomst?
Antwoord 6
Netbeheerders zijn conform Europese en nationale wetgeving gehouden aan hun transporttaken
voor aardgas en groen gas. Netbeheerders zijn reeds actief bezig met het in beeld
brengen van knelpunten die kunnen ontstaan op het gasnet door de invoeding van groen
gas en nemen reeds maatregelen, waaronder investeringen, om deze knelpunten te verhelpen
en het aardgasnet geschikt te maken voor groen gas. Voorbeelden hiervan zijn het regionaal
koppelen van gasnetten van Alliander en Stedin, het plaatsen van boosters (installaties
die het gas kunnen verplaatsen naar een hoger druk – distributienet of transmissienet)
door Gasunie en de bouw van een groen gas verzamelleiding tussen Emmen en Ommen zodat
het net efficiënter wordt gebruikt.
Op termijn zal desalniettemin de vraag naar transportcapaciteit voor aardgas afnemen.
Dit zal met name gevolgen hebben voor de lage druk distributienetten, wanneer individuele
wijken en buurten van het aardgas afgaan en over gaan op een warmtenet of volledig
elektrisch verwarmen. Gezien de beperkte beschikbaarheid van groen gas ligt het niet
in de rede dat wijken die nu van het aardgas afgaan, omdat ze een goed alternatief
hebben, op termijn weer terugkomen op het gasnet voor groen-gasgebruik. Verwijdering
van deze netten is dan aan de orde.
Vraag 7
Welke mogelijkheden zijn er om regionale en/of nationale voorrang te verlenen aan
het verhandelen van Garanties van Oorsprong, zodat het ook daadwerkelijk ten goede
komt aan het behalen van de Nederlandse klimaatdoelen?
Antwoord 7
De bijdrage van groen gas aan de Nederlandse klimaatdoelen in de Klimaat- en Energieverkenning
wordt afgemeten aan de invoeding van groen gas in Nederland. De verkoop van Nederlandse
garanties van oorsprong aan marktpartijen in andere landen heeft hier geen invloed
op.
Wel hebben garanties van oorsprong een belangrijke rol in het voldoen aan de ETS1-
en ETS2-verplichtingen. Voor verplichte partijen onder deze instrumenten kunnen garanties
van oorsprong voor hernieuwbaar gas worden ingezet als bewijs dat een deel van het
gebruikte gas duurzaam is en hiervoor geen ETS-rechten ingeleverd hoeven te worden.
Ook de bijmengverplichting groen gas werkt met garanties van oorsprong als bewijs
van duurzame gaslevering.
Het reserveren van Nederlands groen gas voor Nederlandse partijen onder ETS1, ETS2
of de bijmengverplichting is helaas niet mogelijk binnen de Europese interne (gas)markt.
Het kabinet verwacht ook dat op de lange termijn bovengenoemde verplichtingen het
meest efficiënt kunnen worden ingevuld binnen een Europese groen-gasmarkt, waarmee
eventueel ingrijpen ook niet wenselijk is.
Vraag 8
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.