Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Chakor over racisme en discriminatie binnen de Rijksoverheid
Vragen van het lid Chakor (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over racisme en discriminatie binnen de rijksoverheid (ingezonden 4 december 2024).
Antwoord van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
20 december 2024).
Vraag 1
Kent u het bericht «Bonden willen dat Minister stelling neemt tegen racisme»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Gaat u in op de oproep van de genoemde vakbonden om alle «rijksambtenaren persoonlijk
een brief te sturen, waarin [u] stelling neemt tegen alle vormen van racisme en discriminatie
en waarin [u] zegt dat een ieder zich veilig kán en moet voelen om een melding te
doen»? Zo ja, op welke manier en wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ik spreek me daar bij elke gelegenheid krachtig over uit, ook richting u als Kamer
en richting de media. Ik heb door middel van een boodschap op het interne rijksportaal
aan de medewerkers van de rijksoverheid nog eens duidelijk maken dat racisme en discriminatie
nergens thuis horen, ook niet op de werkvloer van de overheid.
Vraag 3
Ziet u ook de door de FNV-bestuurder genoemde verschillen tussen een integriteitscommissie
Rijk en de klachtencommissie Rijk? Zo ja, wat betekent dat voor de instelling en werkwijze
van die integriteitscommissie? Zo nee, welke verschillen ziet u dan niet?
Antwoord 3
De op te richten Klachtencommissie Ongewenste Omgangsvormen (KCOO) en Integriteitscommissie
Rijk (IC Rijk) krijgen verschillende bevoegdheden. De belangrijkste verschillen betreffen
de volgende.
Bij de KCOO kunnen rijksmedewerkers terecht die een klacht willen indienen over grensoverschrijdend
gedrag door een collega. De KCOO doet uitspraak over de klacht op basis van hoor en
wederhoor van betrokken partijen en aan de hand van aangedragen bewijzen.
Bij de IC Rijk kunnen rijksmedewerkers terecht die een melding willen doen over een
vermoeden van een integriteitschending, een vermoeden van een misstand of een melding
van een hieraan gerelateerde benadeling die de medewerker ondervonden heeft. De IC
Rijk kan naar aanleiding van de melding onderzoek (laten) uitvoeren, eventueel door
een externe deskundige. De IC Rijk kent daarnaast een specifieke calamiteitenprocedure,
bestemd voor een melding over een acute situatie die geen uitstel duldt.
Vraag 4
Deelt u de mening dat er conform de cao rijk een verplichte landelijke onafhankelijke
integriteitscommissie bij het Rijk moet komen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ja, er zal een Integriteitscommissie Rijk opgericht worden conform de gemaakte afspraak
in de CAO Rijk.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het gezien de signalen over racisme en discriminatie bij de
rijksoverheid van belang is dat die onafhankelijke integriteitscommissie er op korte
termijn gaat komen? Zo ja, hoe gaat u hier voor zorgen en op welke termijn wordt die
commissie ingesteld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik erken het belang om de Integriteitscommissie Rijk op korte termijn op te richten.
De operationalisering van deze commissie wordt momenteel uitgewerkt met de betrokkenheid
van de vakbonden. Ik ga er op dit moment vanuit dat de commissie op uiterlijk 1 mei
2025 in werking kan treden. Belangrijke voorwaarden daarbij zijn dat de waarborgen
voor de bescherming van de privacy van melders zijn gerealiseerd, en dat de voorzitter
en leden van de commissie dan in overeenstemming met het Sectoroverleg Rijk zijn benoemd.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de vakbonden mee moeten kunnen bepalen welke personen er in
de integriteitscommissie worden geplaatst? Zo ja, op welke wijze gaat u hier voor
zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja. Volgens het met de vakbonden overeengekomen reglement van de IC Rijk worden de
voorzitter en leden van de IC Rijk door een paritaire benoemingscommissie geworven
en geselecteerd. De benoemingscommissie bestaat uit ten minste een persoon voorgedragen
door de werkgever en ten minste een afgevaardigde namens de vakbonden. De voorzitter
en leden van de IC Rijk worden na instemming van het paritaire Sectoroverleg Rijk
benoemd door de Minister.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.