Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over het Ontwerpbesluit erkenningen wegverkeer (Kamerstuk 29398-1134)
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 1141
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 20 december 2024
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de brief van 22 november
2024 over het Ontwerpbesluit erkenningen wegverkeer (Kamerstuk 29 398, nr. 1134).
De vragen en opmerkingen zijn op 11 december 2024 aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat voorgelegd. Bij brief van 20 december 2024 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Peter de Groot
Adjunct-griffier van de commissie, Meedendorp
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
PVV-fractie
Vraag 1
De leden van de PVV-fractie vragen om de mogelijke risico’s rondom het gebruik misbruik
van handelaarskentekens te bundelen en tevens te voorzien van potentieel mitigerende
maatregelen die een potentieel risico zo klein als mogelijk houden.
Het handelaarskenteken is bedoeld voor het bedrijfsmatig ontplooien van voertuiggerelateerde
activiteiten met het voertuig dat het handelaarskenteken voert. Dit betreft bijvoorbeeld
het doen van test- en proefritten en het halen en brengen van het voertuig voor bijvoorbeeld
verkoop of reparatie.1 Er bestaat echter een risico dat bedrijven voor andere doeleinden met het handelaarskenteken
op de weg rijden en daarmee misbruik maken van het handelaarskenteken. Met het nieuwe
stelsel wordt het risico op misbruik verder verkleind.
Het handelaarskenteken is op dit moment opgenomen in het Kentekenreglement. Daarvoor
gelden algemene regels, maar er is geen aparte erkenning. Het huidige stelsel legt
beperkingen op aan het gebruik van het handelaarskenteken om misbruik tegen te gaan.
Zo mogen maximaal vijf handelaarskentekens per vestiging worden aangevraagd en mag
het handelaarskenteken alleen worden gebruikt in het kader van de bedrijfsactiviteiten
van het bedrijf. Hierop houdt de RDW toezicht en op misbruik staan in de huidige situatie
al sancties, zoals het ongeldig verklaren van het handelaarskenteken. Ook wordt misbruik
tegengegaan door toezicht te houden op het gebruik van het handelaarskenteken.
Alle beperkingen en waarborgen uit het huidige stelsel blijven van kracht. De mogelijkheden
om misbruik te voorkomen worden uitgebreid door het onder erkenning brengen van het
handelaarskenteken. Zo kan er bij overtreding van de aan de erkenning gestelde eisen
en voorwaarden een last onder bestuursdwang, een last onder dwangsom of een bestuurlijke
boete worden opgelegd en kan de erkenning – en daarmee het handelaarskenteken – worden
ingetrokken.
Daarnaast moeten bedrijven voldoen aan de eisen voor de basiserkenning. Dit houdt
in dat er een verklaring omtrent het gedrag moet worden overgelegd bij de aanvraag
en dat er een Bibob-toets plaats kan vinden bij risico op misbruik van een erkenning.
Bij grof misbruik van één van de erkenningen of andere malafide praktijken kan bovendien
de basiserkenning worden ingetrokken, waarmee ook geen gebruik meer kan worden gemaakt
van de erkenning handelaarskenteken.
Vraag 2
De leden van de PVV-fractie merken op dat de demontage-erkenning aan bedrijven kan
worden toegekend zonder dat daarvoor een bevoegdheid op grond van de Omgevingswet
is verkregen en vragen of het niet effeciënter is om de demontage-erkenning enkel
toe te kennen aan bedrijven die het gehele demontageproces kunnen doorlopen.
De vraag van de leden van de PVV-fractie is terecht. De laatste alinea van paragraaf
2.3.7 van de nota van toelichting bij het Ontwerpbesluit zal daarom worden geschrapt.
Vervolgens zal de koppeling tussen de erkenning demontage en het Besluit activiteiten
leefomgeving (AMvB onder de Omgevingswet) worden gemaakt, zoals die nu ook bestaat
in het huidige artikel 8 van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad, in de uitwerking
van de erkenning demontage in de toekomstige Regeling erkenningen wegverkeer.
Vraag 3
De leden van de PVV-fractie vragen ten aanzien van de erkenning voorbehoud en verplichtingen
welke soort gegevens in het kentekenregister kunnen worden opgenomen en of deze gegevens
onderhevig zijn aan privacywetgeving.
In het kader van de erkenning voorbehoud en verplichtingen zal in het kentekenregister
worden opgenomen wie (de kentekenhouder of de erkenninghouder) in beginsel moet zorgen
dat aan de voertuigverplichtingen wordt voldaan en of er een voorbehoud is geplaatst
op het verstrekken van de tenaamstellingscode. Om de erkenninghouder aan te kunnen
schrijven moet informatie van de erkenninghouder zijn opgenomen in het kentekenregister.
Dit kunnen persoonsgegevens zijn en deze kunnen onderhevig zijn aan privacywetgeving.
De regels voor deze erkenning worden verder uitgewerkt in de Regeling erkenningen
wegverkeer. Daarin worden voor zover nodig regels voor privacy worden gesteld.
Vraag 4
De leden van de PVV-fractie vragen wat in het kader van artikel 17 van het Ontwerpbesluit
onder voertuigverplichtingen wordt verstaan en of er voertuigverplichtingen zijn die
dwingend toebehoren aan één van de partijen én waarvan dus niet per overeenkomst van
afgeweken kan worden en zij zouden graag een allesomvattende lijst ontvangen.
Er zijn vijf voertuigverplichtingen die in artikel 17 van het Ontwerpbesluit zijn
opgenomen. Dat zijn de motorrijtuigenbelasting (MRB), de gemeentelijke parkeerbelasting,
verkeersboetes, de APK-plicht en de aansprakelijkheidsverzekering (WAM). Uit de wet
volgt dat de houder van het voertuig voor het voldoen aan deze verplichtingen (eind)verantwoordelijk
is. Bij overeenkomst kan die (eind)verantwoordelijkheid niet worden verlegd. Wel kan
een erkenninghouder voorbehouden en verplichtingen contractueel met een lessee afspreken
waardoor de erkenninghouder – in naam van de lessee – zorg zal dragen voor het voldoen
aan de betreffende voertuigverplichting. Artikel 17 van het Ontwerpbesluit maakt mogelijk
dat deze afspraken bekend worden gemaakt door een aantekening in het kentekenregister.
Als aan een van de voertuigverplichtingen niet wordt voldaan, zal de bevoegde instantie
uiteindelijk altijd de houder van het voertuig aanschrijven omdat die persoon daarvoor
in de wet is aangewezen.
Vraag 5
De leden van de PVV-fractie vragen of het detailniveau van enkele punten in Ontwerpbesluit
wel recht doet aan de snelheid waarmee de sector ontwikkeld en of het systeem daarmee
wendbaar genoeg is.
Zoals in de nota van toelichting is opgenomen is bij het opstellen van het Besluit
erkenningen wegverkeer als uitgangspunt gehanteerd dat de regelgeving binnen de wettelijke
kaders en in overeenstemming met de Aanwijzingen voor de regelgeving op een zo laag
mogelijk niveau uitgewerkt wordt om daarmee zoveel mogelijk flexibiliteit in te bouwen.
Dat heeft ertoe geleid dat de erkenningen zelf in het Besluit erkenningen wegverkeer
worden geregeld en de eisen en voorwaarden die aan de erkenningen en bevoegdheden
worden gesteld, zijn gedelegeerd naar ministeriële regeling.
Dit uitgangspunt heeft overigens alleen betrekking op het erkenningenstelsel. De bestaande
aanpalende AMvB’s worden niet volledig herzien, maar alleen aangepast op het nieuwe
erkenningenstelsel. Dit betreft onder andere de wijzigingen in het Kentekenreglement.
Een volledige herziening van deze aanpalende AMvB’s – waarbij dan ook onderwerpen
aan de orde zouden komen die niet aan de erkenningen gerelateerd zijn – valt buiten
de reikwijdte van de modernisering van het erkenningenstelsel en zou significant meer
tijd in beslag nemen.
VVD-fractie
Vraag 6
De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister garanties kan geven over de invoeringsdatum
van 1 juli 2025.
Het Besluit erkenningen wegverkeer zal na afronding van de kamerbehandeling voor advies
naar de Raad van State worden gestuurd. Het advies wordt in het voorjaar verwacht.
Daarna wordt het nader rapport als reactie op het advies worden opgesteld en zal het
besluit via de voorportalen door de ministerraad kunnen worden vastgesteld. Dat zal
naar verwachting voor de zomer 2025 zijn.
Er wordt nu aan de Regeling erkenningen wegverkeer gewerkt waarin het Besluit verder
wordt uitgewerkt. Het gaat hierbij om acht regelingen die worden samengevoegd in één
regeling. De huidige Regeling erkenning bedrijfsvoorraad bevat vier bevoegdheden (inschrijven,
export, demontage en tenaamstellen) die verbonden kunnen worden aan de erkenning bedrijfsvoorraad
en die worden omgezet naar aparte erkenningen. Daarvoor worden in de regeling nieuwe
regels opgesteld. Verder worden de nieuwe erkenning handelaarskentekens en de nieuwe
erkenning voorbehoud en verplichtingen geïntroduceerd waarvoor ook nieuwe regels worden
opgesteld en moet de Regeling tachografen worden aangepast. Hier overheen moet een
moderniseringsslag worden gemaakt en moet de aanpalende regelgeving in lijn worden
gebracht met de regels voor het nieuwe erkenningenstelsel. Al met al is dit een omvangrijk
en complex wetgevingsproject dat met de nodige zorgvuldigheid moet worden uitgevoerd.
Mede daardoor is de beoogde inwerkingtredingsdatum inmiddels verschoven naar 1 januari
2026.
Vraag 7
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de branche bij de verdere uitwerking van de
specifieke erkenningsregelingen, bijvoorbeeld in een ministeriële regeling, betrokken
zal worden.
De branchepartijen zijn en worden onder meer via informatiesessies betrokken bij het
uitwerken van de Regeling erkenningen wegverkeer. Hierbij is ook voorafgaand aan de
internetconsultatie al gelegenheid voor de branche om input te leveren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M. Meedendorp, adjunct-griffier