Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Meijeren over het beboeten van huisartsen die Hydroxychloroquine en Ivermectine voorschreven
Vragen van het lid Van Meijeren (FVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het beboeten van huisartsen die Hydroxychloroquine en Ivermectine voorschreven (ingezonden 15 november 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 december
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Ongehoord Nieuws d.d. 14 november 2024?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Erkent u dat de huisartsen die Hydroxychloroquine of Ivermectine hebben voorgeschreven,
te goeder trouw en in lijn met de Eed van Hippocrates hebben gehandeld?
Antwoord 2
Ik vertrouw erop dat artsen hun beroep te goeder trouw en in lijn met de artseneed
uitoefenen. Het is daarbij belangrijk dat ook de wettelijke regels worden gerespecteerd,
zoals de Geneesmiddelenwet, de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg en de Wet
op de geneeskundige behandelingsovereenkomst.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u dat uw voorganger heeft besloten de desbetreffende artsen te beboeten
omdat zij artikel 68, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet zouden hebben overtreden?
Antwoord 3
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ziet toe op naleving van de verschillende
wetten, waaronder de Geneesmiddelenwet. In specifieke gevallen bepaalt zij of er wel,
of geen sprake is van overtreding van de Geneesmiddelenwet en of handhavend opgetreden
moet worden. De IGJ heeft bij dat onderzoek een onafhankelijke rol en neemt deze besluiten
zelfstandig in mandaat, zonder tussenkomst van de Minister.
Vraag 4
Herinnert u zich de tweet die u op 31 augustus 2021 op X (destijds: Twitter) plaatste
naar aanleiding van het in dagblad Trouw verschenen artikel «Inspectie tikt zestig
artsen op de vingers om valse corona-informatie», welke u als «doodenge ontwikkeling» kwalificeerde, daaraan toevoegend: «De Limburgse huisarts Elens had gelijk met hydroxychloroquine, maar werd beboet door
de inspectie!»? Wanneer en waarom heeft u deze tweet verwijderd?
Antwoord 4
Ik heb niks verwijderd. Mijn twitter-geschiedenis lijkt te lopen tot 30-09-2022, erg
jammer.
Vraag 5
Beschouwt u het beboeten van de desbetreffende artsen nog steeds als een doodenge
ontwikkeling? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Als Kamerlid had ik een dikwijls flink afwijkend standpunt op de corona-aanpak van
het kabinetsbeleid. Ik ben er daarom blij mee dat de Staatssecretaris Jeugd, Preventie
en Sport de afronding van corona op zich neemt. Hij zat destijds niet in de Tweede
Kamer of het kabinet. We wachten de conclusies van de onderzoeken van de Onderzoeksraad
voor Veiligheid en de Parlementaire Enquêtecommissie af. De IGJ valt echter onder
verantwoordelijkheid van de Minister. Het is niet passend voor mij om verder in te
gaan op specifieke lopende zaken waarin de IGJ vanuit haar toezichthoudende taak meent
dat handhavend optreden geïndiceerd is. De IGJ handelt onafhankelijk en neemt haar
besluiten in mandaat zonder tussenkomst van de Minister en zonder de Minister hier
vooraf van op de hoogte te stellen.
Vraag 6
Waarom heeft u hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam
d.d. 19 augustus 2024, aangaande de vernietiging van het besluit om een boete op te
leggen aan een arts wegens het off-label voorschrijven van Hydroxychloroquine (HCQ)
en Ivermectine? Waarom zei u in het interview met Jonathan Krispijn dat u hier niet
verantwoordelijk voor bent, terwijl u zelf hoger beroep heeft ingesteld?
Antwoord 6
Nadat ik het één en ander had uitgezocht heb ik daags na het interview de heer Krispijn
uitgebreid te woord gestaan. De IGJ heeft geoordeeld dat hoger beroep in genoemde
zaak zinvol is. De IGJ heeft het mandaat om op haar werkterrein namens de Minister
hoger beroep aan te spannen, zonder dat dit aan de Minister ter besluitvorming voorgelegd
hoeft te worden. Het klopt daarom dat ik ten tijde van het interview niet op de hoogte
was van het besluit van de IGJ.
Vraag 7
Bent u bereid om het door u ingestelde hoger beroep in te trekken? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
Nee. Ik heb mij in het verleden uitgesproken tegen actieve inmenging door een Minister
in lopende zaken, en dat ga ik nu zelf ook niet doen. Het is nu aan de Raad van State
om te oordelen over deze zaak en of de arts terecht beboet is voor het tijdens de
coronapandemie voorschrijven van deze geneesmiddelen aan Covid-19 patiënten. Gezien
verschillende rechters in het verleden verschillend hebben geoordeeld, zullen de uitspraken
van de Raad van State ook duidelijkheid voor ons allen opleveren.
Vraag 8
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en binnen de daarvoor gestelde termijn
beantwoorden?
Antwoord 8
Helaas is dat niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.