Brief commissie : Brief van de werkgroep Voor een Kamer die Werkt met enkele aanbevelingen voor de strategische procedurevergadering
36 673 Voor een Kamer die Werkt
Nr. 1
BRIEF VAN DE WERKGROEP VOOR EEN KAMER DIE WERKT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2024
Hierbij biedt de werkgroep Voor een Kamer die Werkt u een brief aan die zij op 11 november
2024 naar de leden van de vaste Kamercommissies heeft verstuurd met enkele aanbevelingen
ter voorbereiding op de strategische procedurevergadering van de commissies.
De voorzitter van de werkgroep Voor een Kamer die Werkt, Kamminga
De griffier van de werkgroep Voor een Kamer die Werkt, Schukkink
BIJLAGE: BRIEF VAN DE WERKGROEP VOOR EEN KAMER DIE WERKT
Aan de leden
Den Haag, 11 november 2024
De komende tijd zullen veel commissies een strategische procedurevergadering plannen.
Een belangrijk instrument van de commissies. In deze brief doet de Werkgroep-Kamminga
met als werktitel «Voor een Kamer die Werkt»1 graag enkele aanbevelingen om deze commissievergadering zo goed mogelijk te benutten.
Deze aanbevelingen vloeien voort uit eerdere adviezen, rapporten en moties die de
Kamer heeft omarmd.
Wat is een strategische procedurevergadering (SPV)?
Dit instrument vloeit voort uit de aanbevelingen van de werkgroep-Van der Staaij over
de versterking van de Tweede Kamer en is bedoeld om verder vooruit te kijken naar
aankomende wetgeving en beleid, EU-dossiers en kennisversterking en op die manier
meer grip op en sturing aan het werk van de commissies te geven. Bovendien biedt de
SPV ruimte om de eigen werkwijze en de werkwijze tussen commissie en bewindspersoon
te bespreken. Commissies kunnen zo verder vooruit plannen, maar ook prioriteiten stellen
en besluiten hoe gaan zij hun instrumenten inzetten en welke debatten zij willen voeren.
Op deze manier kan worden gewerkt aan een meer gedragen koers en eigenaarschap in
de commissie, waarbij nagedacht wordt over de beste aanpak, effectiever kan worden
samengewerkt en activiteiten beter gepland kunnen worden. Bij reguliere procedurevergaderingen
kan hier vervolgens op worden teruggevallen. Daarom is het van groot belang dat er
zoveel mogelijk fracties bij de SPV vertegenwoordigd zijn2.
Kijk verder vooruit naar de wetgevingsagenda
Op basis van de planningsbrief kan de commissie verder vooruit kijken naar aankomende
wetgeving. Zo kan vroegtijdig worden bezien of de inzet van wetgevingsrapporteurs
of kennisinstrumenten wenselijk is3. De commissie kan haar wijze van voorbereiding op die manier beter afstemmen op de
verwachte zwaarte of complexiteit van een wetsvoorstel. Daarbij kan ook meer aandacht
worden besteed aan belangrijke aspecten als de uitvoerbaarheid van wetgeving, grondrechtelijke
en constitutionele aspecten4,4 het doenvermogen van burgers en de mogelijkheid van maatwerk.
Breng meer structuur en focus aan in het commissiewerk
Voor een goede parlementaire controle is het van belang om meer systematisch zicht
en grip te houden op de beschikbare informatie over de uitvoering van (nieuwe) wetgeving
en beleid. Op belangrijke dossiers kunnen hoofdlijnenbrieven, uitvoeringstoetsen,
periodieke evaluaties en invoeringstoetsen e.d. beter gemonitord en geanalyseerd worden.
Zo wordt de Kamer minder afhankelijk van berichten over incidenten. Tijdens de SPV
kunt u daartoe prioritaire dossiers aanwijzen. Ook de kennisagenda kan worden benut
voor gestructureerde kennisversterking op specifieke dossiers. U kunt op deze dossiers
vervolgens rapporteurs benoemen of een voorbereidingsgroep instellen, of de staf vragen
extra aandacht te geven aan ontwikkelingen op die dossiers.
Bij het benoemen van rapporteurs of het samenstellen van voorbereidingsgroepen is
het aan te raden om te zorgen voor een goede balans en samenwerking tussen coalitie
en oppositie en een evenredige inzet van alle fracties.
Bij complexe beleids- of uitvoeringsvraagstukken kan ook een parlementaire verkenning worden overwogen: een nieuw instrument dat het midden houdt tussen een hoorzitting
of rondetafelgesprek en een volwaardig parlementair onderzoek. Dit is de afgelopen
periode drie keer toegepast in de commissies, namelijk rondom de strafrechtketen (J&V),
betalen naar gebruik (I&W/FIN) en verward gedrag/veiligheid (J&V)5. Deze werkgroep zal een reflectie geven op deze drie parlementaire verkenningen en
van daaruit aanbevelingen formuleren voor de ontwikkeling van dit instrument.
Denk na over de voorbereiding en behandeling van invoeringstoetsen
De invoeringstoets is een instrument dat in 2021 door het kabinet is ingevoerd om
kort na de inwerkingtreding van een nieuwe wet (d.w.z. na ongeveer 1 jaar) een eerste
verkenning te doen van de effecten van de wet in de praktijk. Dit instrument is nog
in ontwikkeling. De afgelopen periode is vanuit de commissies een aantal keer gevraagd
om een invoeringstoets bij de behandeling van een wetsvoorstel. Ook is enkele keren
gevraagd om een opzet voor de invoeringstoets met de Kamer te delen, waarop de commissie
vervolgens input leverde. De werkgroep beveelt aan om invoeringstoetsen actief te
behandelen, zodat signalen over problemen in de uitvoering vroegtijdig kunnen worden
opgevangen en zo nodig kan worden ingegrepen. Desgewenst kan de commissie daarvoor
rapporteurs benoemen of de staf verzoeken om een analyse te maken6.
Werk aan een goede relatie met departementen en uitvoeringsorganisaties
Diverse rapporten hebben benadrukt dat het van belang is om te werken aan meer vertrouwen
tussen Kamer, departementen en uitvoeringsorganisaties. Tijdens de SPV kan de commissie
nadenken over de inzet van instrumenten en activiteiten om goede contacten te bevorderen.
Zo is de commissie Financiën recent op bezoek geweest bij de Belastingdienst, waarbij
Kamerleden informeel en laagdrempelig aan verschillende thematafels in gesprek konden
gaan met ambtenaren uit verschillende lagen en dienstonderdelen. Daarnaast voert de
commissie SZW minimaal één keer per jaar een gesprek met de uitvoeringsorganisaties
UWV en SVB en hun cliëntenraden over hun knelpuntenbrieven. Ook Kamerbrede initiatieven
zoals de Dag van de Publieke Dienstverlening kunnen hieraan bijdragen. Verder kunnen
commissies met bewindspersonen afspraken maken over informatievoorziening.
Creëer ruimte voor onderling contact en overleg
Voor effectieve en collegiale samenwerking binnen de commissie is het belangrijk dat
er ook buiten commissievergaderingen ruimte is voor ontmoeting en overleg, zowel tussen
commissieleden als tussen de commissie en de staf. Bijvoorbeeld door ruimte in de
agenda te creëren voor informeel overleg direct na een (procedure)vergadering, of
door de staf te vragen om mondelinge briefings aan leden of fractiemedewerkers te
geven naar aanleiding van notities.
In de planning van de SPV is het ten slotte verstandig om overlap met andere activiteiten,
alsook andere SPV’s, te vermijden. Zo kunnen zoveel mogelijk leden – ook van kleinere
fracties – deelnemen.
De voorzitter van de werkgroep Voor een Kamer die Werkt, Kamminga
De griffier van de werkgroep Voor een Kamer die Werkt, Schukkink
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Kamminga, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, griffier