Schriftelijke vragen : De vrijspraak van dierenactivisten voor de stalbezetting in Boxtel
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de vrijspraak van dierenactivisten voor de stalbezetting in Boxtel (ingezonden 18 december 2024).
Vraag 1
            
Deelt u de mening dat stalbezettingen een ernstige bedreiging vormen voor de persoonlijke
               levenssfeer van boerengezinnen, gezien het feit dat bedrijf en woonhuis vaak op hetzelfde
               erf zijn gevestigd? Zo ja, welke concrete stappen gaat u ondernemen om dit beter te
               beschermen?
            
Vraag 2
            
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de motie uit 2023, waarin een ruime Kamermeerderheid
               het kabinet heeft verzocht om stalbezettingen primair te kwalificeren als huisvredebreuk
               of inbraak (art. 138 Sr)?1
Vraag 3
            
Acht de u, gelet op het recente arrest, het niet noodzakelijk om dit voorstel met
               de hoogste urgentie in te dienen? Wanneer kunnen wij een concreet voorstel verwachten?2
Vraag 4
            
Hoe gaat u voorkomen dat dergelijke uitspraken een precedent scheppen voor toekomstige
               acties van dierenactivisten, waardoor boeren zich onveilig blijven voelen op hun eigen
               erf?
            
Vraag 5
            
Ziet u het risico dat deze uitspraak niet alleen boeren, maar ook andere ondernemers
               kwetsbaar maakt voor activistische acties, zoals het binnendringen en bezetten van
               bedrijfspanden, zonder dat daar serieuze juridische consequenties aan verbonden zijn?
               Hoe gaat u deze bredere implicaties adresseren?
            
Vraag 6
            
Oud-minister Adema heeft boeren in juni nog opgeroepen altijd aangifte te doen bij
               stalinsluiping of -bezetting; hoe kunt u boeren blijven motiveren om aangifte te doen,
               als zij zien dat daders vrijwel altijd vrijuit gaan of slechts een lichte boete opgelegd
               krijgen?
            
Vraag 7
            
Bent u bereid om stallen en agrarische bedrijven op te nemen in de wetgeving voor
               huisvredebreuk, zodat ook zonder het forceren van deuren of hekken sprake is van een
               strafbaar feit? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 8
            
Hoe weegt u de grote psychologische en economische impact van stalbezettingen op boeren
               en hun gezinnen mee in uw beleidsvorming? Welke maatregelen zijn beschikbaar om hen
               hierin bij te staan?
            
Vraag 9
            
Kunt u toezeggen dat u op korte termijn met een duidelijk en afdoende voorstel komt
               om te voorkomen dat dierenactivisten ongestraft boerenbedrijven kunnen binnendringen
               en bezetten?
            
Vraag 10
            
Ziet u het risico dat deze uitspraak niet alleen boeren, maar ook andere ondernemers
               kwetsbaar maakt voor activistische acties, zoals het binnendringen en bezetten van
               bedrijfspanden, zonder dat daar serieuze juridische consequenties aan verbonden zijn?
               Hoe gaat u deze bredere implicaties adresseren?
            
Vraag 11
            
Welke waarborgen kunt u bieden aan ondernemers in het algemeen, zodat zij beschermd
               worden tegen acties die hun bedrijfsvoering en persoonlijke veiligheid in gevaar brengen,
               nu deze uitspraak een precedent lijkt te scheppen voor activisten om ongestraft privéterrein
               of bedrijfsruimten te betreden?
            
Vraag 12
            
Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden gezien de urgentie?
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
Caroline van der Plas, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.