Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over pokkenvaccins en -virus (Kamerstuk 25295-2206)
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 2214
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 17 december 2024
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over
de brief van 23 september 2024 over pokkenvaccins en -virus (Kamerstuk 25 295, nr. 2206).
De vragen en opmerkingen zijn op 7 november 2024 aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 16 december 2024 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie, Sjerp
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
3
II.
Reactie van de Minister
4
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over
de Nederlandse voorraad eerste generatie pokkenvaccins en de dreiging van een moedwillige
introductie van het pokkenvirus. De toelichting van de Minister stelt deze leden tevreden
en zij hebben op dit moment geen nadere vragen of opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief
van de Minister en vinden het fijn dat er duidelijkheid wordt verschaft over de eerste
generatiepokkenvaccins, nadat hierover verwarring is ontstaan tijdens het debat over
mpox-vaccins van 11 september 2024. Deze leden wensen de Minister nog enkele vragen
voor te leggen.
In de brief van de Minister lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat het
eerste generatie pokkenvaccin ernstige bijwerkingen heeft en bovendien niet kan worden
toegediend aan zwangere vrouwen en chronisch zieken. Verder lezen genoemde leden dat
door deze bijwerkingen de eerste generatie pokkenvaccins niet in aanmerking komen
voor de bestrijding van mpox. Waarom heeft de Minister de eerste generatie pokkenvaccins
bij het debat betrokken over mpox zonder dat deze relevant zijn voor de eventuele
bestrijding van het mpox-virus? Op welke manier zijn de eerste generatie pokkenvaccins
eventueel relevant voor bestrijding van het mpox-virus?
In de brief van de Minister lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat er een
eerste generatie pokkenvaccinvoorraad is aangelegd in het geval van massavaccinatie
bij een (moedwillige of niet-moedwillige) herintroductie van de ziekte pokken. Genoemde
leden zijn blij dat er in navolging van het advies van de gezondheidsraad een pokkenvaccinvoorraad
is aangelegd in geval van nood. Wel vragen zij waarom deze eerste generatie vaccinatievoorraad
niet vervangen wordt de derde generatie vaccins. Vooral gezien de vele bijwerkingen
die de eerste generatie pokkenvaccins met zich meebrengen. Welk vaccin ontvangen zwangere
vrouwen en chronisch zieken bij een massavaccinatie pokken? Is voor deze groepen wel
een derde generatie vaccins beschikbaar?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de eerste generatie vaccinatievoorraad
specifiek is aangelegd voor massavaccinatie bij een (moedwillige of niet-moedwillige)
herintroductie van de ziekte pokken. Waarom gebruikt de Minister dan in het debat
over mpox het argument dat de veilige voorraad van 100.000 moet worden aangehouden
vanwege (moedwillige of niet-moedwillige) herintroductie van de ziekte pokken? Zijn
er niet genoeg eerste generatie pokkenvaccins om in te zetten bij een uitbraak van
het pokkenvirus? Dienen er dan ook derde generatie vaccins te worden ingezet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister naar
aanleiding van het debat over de donatie van mpox-vaccins.
In de brief lezen de leden van de VVD-fractie dat er geen sprake is van een specifiek,
nieuw dreigingsbeeld voor pokken. Kan de Minister een actuele update geven over het
dreigingsbeeld nu er in Duitsland en Groot-Brittannië besmettingen met de nieuwe variant
zijn vastgesteld?
De leden van de VVD-fractie hebben eerder gevraagd om cijfers en scenario’s inzake
de minimumhoeveelheid benodigde mpox-vaccins in Nederland. In antwoord op schriftelijke
vragen van de leden Tielen en Kamminga d.d. 10 september 2024 schreef de Minister
«Op dit moment worden door het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb, onderdeel van
het RIVM) scenario’s ontwikkeld aan de hand van informatie over mogelijke transmissiepatronen
en andere risicogroepen/seksuele netwerken dan die van de uitbraak in 2022 om een
inschatting te maken van het aantal benodigde vaccins bij een grootschalige uitbraak
in betreffende risicogroep. De verwachting is dat dit aantal vergelijkbaar of lager
zal zijn, gezien de eerder genoemde immuniteit in een belangrijke risicogroep in Nederland.» In het debat op 11 september 2024 bevestigde de Minister dat deze cijfers binnen
enkele weken beschikbaar zouden zijn. Tot op heden hebben de leden van de VVD-fractie
deze scenario’s niet gezien. In elk geval niet op de manier die zij verwachten nodig
te hebben om accurate besluitvorming over inkoop en donatie te kunnen doen. Op welke
termijn stuurt de Minister deze cijfers en scenario’s wel naar de Kamer?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister over
de voorraad eerste generatie pokkenvaccins en het beleidskader bij een eventuele pokkenuitbraak.
Genoemde leden erkennen het belang van een up-to-date vaccinvoorraad, maar hebben
op dit moment geen verdere vragen aan de Minister. Echter zij zullen wel de ontwikkelingen
op dit gebied aandachtig blijven volgen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB hebben kennisgenomen van de brief over pokkenvaccins en -virus.
Deze leden hebben geen verdere vragen aan de Minister.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de brief van de Minister over de pokkenvaccins en
het pokkenvirus gelezen en hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie vinden het goed dat er uiteindelijk toch vaccins worden
gedoneerd, maar vragen de Minister wel of dit nu voldoende is. De problemen rondom
de vaccinvoorraad in getroffen Afrikaanse landen hangen namelijk ook samen met de
prijs van de vaccins, die vergeleken met andere vaccins hoog is. Zij vragen of dit
niet kan worden opgelost door de macht van farmaceutische bedrijven aan te pakken,
die de eigendomsrechten van dit soort vaccins bezitten. Zouden de intellectuele eigendomsrechten
van dit soort vaccins, die essentieel zijn voor de mondiale gezondheid, niet beter
kunnen worden vrijgegeven ten tijde van dit soort crises, zodat deze makkelijker,
breder, sneller en goedkoper zouden kunnen worden geproduceerd?
De leden van de SP-fractie vragen daarnaast in hoeverre farmaceutische bedrijven momenteel
profiteren van deze uitbraak. Is er zicht op hoeveel winst hiermee wordt gemaakt?
Hoe verhoudt deze winst zich daarnaast tot de hoeveelheid publieke financiering die
er is geïnvesteerd in het ontwikkelen van dit vaccin en de onderliggende technologie?
II. Reactie van de Minister
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vragen over het verband tussen de eerste
generatie pokkenvaccins en de eventuele bestrijding van het mpox-virus.
De reden dat ik de eerste generatie vaccins bij het debat over mpox heb betrokken
is dat het derde generatie vaccin zowel ingezet kan worden voor de bestrijding van
pokken, als de bestrijding van mpox. Eerste generatie vaccins worden alleen ingezet
voor de bestrijding van pokken. Het eerste generatievaccin zal, gezien de beperkte
ziektelast van mpox en de risico’s van het eerste generatievaccin, niet ingezet worden
voor de bestrijding van mpox. Beide generaties pokkenvaccins kunnen worden ingezet
als vaccinatie tegen een al dan niet moedwillige herintroductie van het pokkenvirus.
Daarbij zal in eerste instantie het vaccin ingezet worden dat ook ingezet wordt tegen
mpox, dus de voorraad van het derde generatie vaccin is voor beide ziektes van belang.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen waarom de eerste generatie vaccinatievoorraad
niet vervangen wordt door de derde generatie vaccins. Ook heeft deze fractie vragen
over massavaccinatie van zwangere vrouwen en chronisch zieken.
De reden dat de eerste generatie vaccinvoorraad niet vervangen wordt door derde generatie
vaccins is omdat de derde generatie vaccins op dit moment nog duur zijn en een beperkte
houdbaarheid hebben. Bovendien zou een dergelijke voorraad – zeker op dit moment –
een veel te groot beslag leggen op de wereldwijde voorraad van het derde generatie
vaccin. Dit vaccin wordt geproduceerd door een relatief kleine fabrikant die momenteel
per jaar niet veel meer dan 10 miljoen vaccins kan produceren.
In het zeer onwaarschijnlijke geval dat bij een massavaccinatie tegen pokken ook zwangere
vrouwen en chronisch zieken gevaccineerd zouden moeten worden, wordt hen een derde
generatie vaccin aangeboden, voor zover deze beschikbaar zijn.
De leden van GroenLinks-PvdA-fractie vragen waarom het argument dat de veilige voorraad
van 100.000 moet worden aangehouden vanwege (moedwillige of niet-moedwillige) herintroductie
van de ziekte pokken wordt gebruikt. Daarnaast vragen zij of er niet genoeg eerste generatie pokkenvaccins zijn om in te
zetten bij een uitbraak van het pokkenvirus? En of er derde generatie vaccins ingezet
dienen te worden?
De voorraad is in eerste instantie aangekocht voor de bestrijding van uitbraken van
het pokkenvirus. Bij een beperkte ringvaccinatie heeft het de voorkeur om het derde
generatie vaccin in te zetten. Alleen bij massavaccinatie van een groot deel van de
bevolking zal het eerste generatie vaccin ingezet moeten worden, daar is voldoende
voorraad voor. Vanwege de bijwerkingen van het eerste generatievaccin wordt bij massavaccinatie
het derde generatievaccin gericht ingezet voor first line responders, zwangere vrouwen
en chronisch zieken.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister een actuele update kan geven over
het dreigingsbeeld mpox nu er in Duitsland en Groot-Brittannië besmettingen met de
nieuwe variant zijn vastgesteld. Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie naar
de cijfers en scenario’s.
Ik verwijs hiervoor graag naar mijn brief van 16 december 2024, Kamerstuk 25 295, nr. 2215, over «stand van zaken mpox», waarin de stand van zaken is beschreven en de toegezegde
scenario’s zijn weergegeven.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie vragen of de prijs van vaccins niet kan worden opgelost
door de macht van farmaceutische bedrijven aan te pakken, zouden de intellectuele
eigendomsrechten van dit soort vaccins, die essentieel zijn voor de mondiale gezondheid,
niet beter kunnen worden vrijgegeven ten tijde van dit soort crises, zodat deze makkelijker,
breder, sneller en goedkoper zouden kunnen worden geproduceerd?
Het kabinet is voor alle oplossingen die de productiecapaciteit van vaccins helpen
vergroten, maar wil uiteraard geen maatregelen nemen die mogelijk contraproductief
zijn. Het tijdelijk vrijgeven van patenten, in de vorm van een dwanglicentie, is,
met toepassing van een zorgvuldige afweging een optie die het kabinet in uitzonderlijke
gevallen tot haar beschikking heeft. Onze huidige Rijksoctrooiwet voorziet daarin
en op Europees niveau is de Verordening (EU) 816/2006 «betreffende de verlening van
dwanglicenties voor octrooien inzake de vervaardiging van farmaceutische producten
voor uitvoer naar landen met volksgezondheidsproblemen» al van kracht.1 In Europa wordt momenteel ook onderhandeld over een nieuwe verordening inzake dwanglicenties
voor crisisbeheersing.
Een dwanglicentie komt echter pas in beeld indien de octrooihouder niet bereid is
de licentie onder redelijke voorwaarden vrijwillig te verlenen, andere instrumenten
niet helpen, inzet van de dwanglicentie proportioneel is richting octrooihouder en
daadwerkelijk kan leiden tot beschikbaarheid van een vaccin. Het kabinet heeft geen
indicatie dat een dergelijke situatie zich nu voordoet.
Bovendien is het maken van vaccins niet eenvoudig. Om productiecapaciteit uit te kunnen
breiden is veel meer kennis en technologie nodig dan wat in patenten is opgenomen.
Het delen van dergelijke vertrouwelijke kennis kan niet worden afgedwongen en ook
het «vrijgeven van patenten» biedt hiervoor geen oplossing. De bereidwilligheid om
kennis te delen zou zelfs kunnen afnemen bij het gedwongen vrijgeven van die octrooien.
Het stelsel van intellectuele eigendom biedt op dit moment immers een juridische basis
voor samenwerking en het veilig delen van rechten en benodigde kennis. Ook zorgen
intellectuele eigendomsrechten ervoor dat bedrijven de ontwikkelingskosten kunnen
terugverdienen. Hierdoor worden zij ook gestimuleerd te blijven investeren in nieuwe
behandelingen. Het ontwikkelen van vaccins is duur. Daarnaast is er in het geval van
niet regulier toegepaste vaccins zoals het mpox vaccin een onzekere omvang van de
vraag naar het vaccin en daarmee een onzekerheid om de ontwikkel- en registratiekosten
terug te verdienen.
De leden van de SP-fractie vragen daarnaast in hoeverre farmaceutische bedrijven momenteel
profiteren van deze uitbraak. Is er zicht op hoeveel winst hiermee wordt gemaakt?
Ook vraagt de fractie hoe deze winst zich verhoudt tot de hoeveelheid publieke financiering
die er is geïnvesteerd in het ontwikkelen van dit vaccin en de onderliggende technologie.
Ik heb geen informatie beschikbaar in hoeverre farmaceutische bedrijven momenteel
verdienen aan de mpox uitbraak. Dat hangt onder meer af van de hoeveelheid verkochte
vaccins en de prijs die daarvoor betaald wordt. Die informatie is in de regel vertrouwelijk.
Gegevens over de winst van deze bedrijven kunnen gevonden worden in de financiële
rapportages van deze bedrijven, die publiek beschikbaar zijn. Voor zover bekend, is
er geen Nederlands publiek geld gestoken in de ontwikkeling van dit mpox vaccin. Dit
specifieke vaccin betreft een verzwakte variant van een levend virus, een techniek
die al langere tijd bestaat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
E.M. Sjerp, adjunct-griffier