Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sneller, Bamenga, Rooderkerk en Gabriëls over de faillissementen van steeds meer koplopers in onze circulaire economie
Vragen van de leden Sneller, Bamenga, Rooderkerk (allen D66) en Gabriëls (GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Economische Zaken en van Klimaat en Groene Groei en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de faillissementen van steeds meer koplopers in onze circulaire economie (ingezonden 14 november 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de
Ministers van Economische Zaken en van Klimaat en Groene Groei (ontvangen 16 december
2024).
Vraag 1 t/m 9
Wat heeft u concreet gedaan toen Umincorp failliet ging?1
Wat heeft u concreet gedaan toen TRH failliet ging?2
Wat heeft u concreet gedaan toen Ioniqa failliet ging?3
Wat heeft u concreet gedaan toen Ecocircle failliet ging?4
Wat heeft u concreet gedaan toen u hoorde dat Vinylrecycling in de problemen zit?5
Wat kunt u nog doen voor Vinylrecycling, dat aanstaande dinsdag faillissement zal
aanvragen?6
Wat kunt u nog doen voor Healix, dat de productie onlangs heeft stilgelegd?7
Welke signalen heeft u dat andere bedrijven, die in het hart van de circulaire economie
actief zijn, in de financiële problemen zitten? Kunt u toelichten wat u hier concreet
aan gedaan geeft?
Wat is uw analyse van de oorzaken waarom deze bedrijven in de problemen zitten? Ziet
u hier een gemeenschappelijke reden voor?
Antwoord 1 t/m 9
Innovatieve circulaire bedrijven hebben we hard nodig voor een klimaatneutrale en
circulaire economie en onze toekomstige grondstofvoorziening. De huidige moeilijke
situatie van de genoemde en andere circulaire bedrijven is dan ook een reden tot zorg.
Het kabinet kan niet ingaan op individuele casus, maar wel bevestigen dat het Ministerie
van KGG contact heeft gehad met een aantal plasticrecyclingbedrijven om mogelijkheden
voor ondersteuning te bekijken.
De oorzaken van faillissement verschillen per bedrijf. Er is echter wel een aantal
hoofdlijnen aan te wijzen, zoals de concurrentie van recyclaat met goedkoop, nieuw
(virgin) plastic uit de VS en Azië. Afnemers lijken prijsvoordelen hoger te waarderen
dan duurzaamheidsvoordelen. Anders gezegd, er bestaat bij producenten van consumentenproducten
op dit moment nog onvoldoende bereidheid om de meerprijs van duurzamer gerecycled
plastic te betalen.
Daarnaast is de markt nog onvolgroeid met grote fluctuaties, krappe marges en beschikt
zij nog niet over decennialange op kostprijs geoptimaliseerde productieprocessen.
Met name jonge recyclingbedrijven blijken hier kwetsbaar te zijn. Ook bestaat er onzekerheid
bij bedrijven over hoe de Europese regelgeving er precies komt uit te zien: veel relevante
wetgeving is nog in ontwikkeling of moet nog ingaan.
Dit speelt niet alleen in Nederland, maar is ook een Europees probleem. We zien in
bredere zin dat de concurrentiepositie van de Nederlandse en Europese industrie onder
druk staat. In Nederland staat de concurrentiepositie nog verder onder druk door dure
energie en problemen met aansluitingen op het elektriciteitsnet.
We kunnen deze bedrijven waar mogelijk steunen in hun onderzoek en ontwikkeling met
regelingen als DEI+ en VEKI. Juist in de fase na de ontwikkeling, bij het betreden
van de markt, zijn de mogelijkheden voor de overheid om te interveniëren bij individuele
bedrijven beperkt.
Vraag 10
Deelt u het beeld dat we «weer een markt cadeau geven aan China»?8
Antwoord 10
Nee, dit beeld deel ik niet.
Vraag 11
Wat is de «true price» van zogenaamde «virgin plastics»? Is de true price van virgin
plastics hoger dan de true price van gerecyclede plastics?
Antwoord 11
«True price» verwijst naar de echte prijs van een product, die we zouden moeten betalen
als we ook de verborgen kosten van schade aan milieu, dier en mens meenemen. De echte
prijs van de meeste producten is hoger dan wat je er in de winkel voor betaalt.9 Het kabinet heeft de true price van nieuw fossiel plastic niet laten berekenen. In
het algemeen kan gesteld worden dat de milieuafdruk van virgin plastic hoger is dan
die van recycled plastic. Daarbij wordt bij de productie van een kilogram recycled
plastic gemiddeld 3,2 kg minder CO2 uitgestoten in de gehele keten ten opzichte van de productie van een kilogram virgin
plastic.10
Vraag 12
Wat zijn volgens u de onderliggende oorzaken van de lage prijs van Chinees plastic
dat de Europese markt op dit moment overspoelt?11
Antwoord 12
De onderliggende oorzaken zijn onder andere de relatief hoge energie- en grondstofprijzen
in Europa (en in Nederland in het bijzonder). Ook is er sprake van een mondiaal productieoverschot
van een aantal veelvoorkomende typen plastic.
Nederland hecht veel waarde aan een mondiaal gelijk speelveld waarop eerlijke concurrentie
kan plaatsvinden. De EU heeft verschillende instrumenten om praktijken van derde landen
die de markt verstoren te adresseren. Als er sprake is van dumping of marktverstorende
subsidiëring van geïmporteerde goederen kan de EU op basis van een onderzoek anti-dumping-
of anti-subsidiemaatregelen nemen. Dit zijn maatregelen om ernstige schade aan de
EU-industrie te voorkomen en een gelijk speelveld te herstellen. Daarbij geldt wel
dat de EU telkens een zorgvuldige afweging dient te maken tussen de belangen van onder
andere EU-producenten, industriële gebruikers en consumenten. Op het gebied van plastic
heeft de Commissie eerder dit jaar reeds antidumpingheffingen ingevoerd voor polyetheentereftalaat
(PET) uit China. Sinds 2000 gelden al antisubsidiemaatregelen op PET uit India. Daarnaast
gelden sinds 12 juli 2024 voorlopige antidumpingmaatregelen op polyvinylchloride (PVC)
uit Egypte en de VS.
Vraag 13
Kunt u inzicht geven in de publieke middelen die besteed zijn om het succes van plasticrecyclingsbedrijven
mogelijk te maken?
Antwoord 13
Net zoals alle bedrijven kunnen deze ondernemingen aanspraak maken op ondersteuning
vanuit de overheid voor innovatie en ontwikkeling. Te denken valt aan de DEI+ en VEKI
subsidieregelingen en de financiering van Invest-NL en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
(ROM's). In bijvoorbeeld de DEI+ regeling is afgelopen 10 jaar 17 procent van de € 540 miljoen
besteed aan innovatieprojecten in de plastic recycling.12 Ik kan op dit moment niet aangeven wat de bedragen zijn voor het totaal van alle
publieke middelen die bij de sector zijn terechtgekomen.
Bij toekenning van innovatiemiddelen wordt altijd ingecalculeerd dat een innovatie
risicovol is en ondanks overheidssteun soms niet tot wasdom komt. Ondersteuning voor
de laatste fase bij markttoetreding is vanuit publieke middelen uiterst lastig omdat
ervan uitgegaan wordt dat de markt dit moet oppakken.
Het is de structurele business case van de plasticrecyclingindustrie die versterkt
dient te worden. Eénmalige financiële ondersteuning van een bedrijf, zoals een investeringssubsidie
of een garantstelling, kan het probleem van de slechte financiële situatie van de
markt niet oplossen. Hiervoor is een gezamenlijke inspanning van financiers van recyclingbedrijven,
afnemers van recyclaat, producenten van plastic producten en de overheid vereist.
In dat kader werkt het kabinet aan een samenhangend pakket van normeren, beprijzen
en subsidiëren om de vraag naar circulair plastic te stimuleren.
Vraag 14
Wat bent u concreet van plan om te zorgen dat niet nog meer bedrijven die onze circulaire
economie van de toekomst moeten dragen failliet gaan, aangezien de passieve houding
van het kabinet uit het antwoord op vraag 17 duidelijk onvoldoende is, gegeven de
vele faillissementen?13
Antwoord 14
Het kabinet vindt het van groot belang dat de recyclaatmarkt wordt versterkt en de
plasticketen circulair wordt gemaakt. Het stimuleren van een markt voor circulair
plastic is belangrijk voor het realiseren van de grondstoffentransitie, het behalen
van de klimaatdoelen en het behoud van een sterke chemie- en recyclingsector. Daarom
zet het kabinet in op een combinatie van normeren, stimuleren en beprijzen. Als onderdeel
van het bredere pakket is dit kabinet van plan om per 2028 een heffing op plastic
in te voeren (beprijzen). In najaar 2024 wordt in kaart gebracht hoe de heffing kan
worden vormgegeven, wat mogelijke alternatieven zijn en wat de beleidseffecten zijn.
Ook werkt het kabinet aan het vormgeven van een circulaireplasticnorm waarbij in Nederland
vanaf 2027 bij het maken van plastic verplicht een percentage plastic recyclaat en
duurzame biogrondstoffen worden toegepast. Tot slot stelt het kabinet in totaal € 267
miljoen aan subsidies beschikbaar om bedrijven bij te staan in de transitie naar een
circulaire plasticketen (stimuleren). Bij de Voorjaarsnota van 2025 zullen de effecten
van de circulaireplasticnorm en de plastic heffing integraal worden gewogen en zullen
tot die tijd geen onomkeerbare besluiten worden genomen.
Ook op Europees niveau zet het kabinet zich in om de recyclaatmarkt en de circulaire
plasticketen te verbeteren. Nederland heeft in het kader van de wetsvoorstellen uit
het EU Actieplan Circulaire Economie steeds actief gepleit voor ambitieuze doelstellingen
voor het verplicht toepassen van recyclaat en ook richting de huidige Commissie zal
Nederland deze boodschap blijven uitdragen, om de vraag naar recyclaat te versterken,
hoogwaardige recycling te stimuleren, CO2-emissies te reduceren en de afhankelijkheid van derde landen te verminderen.
Toepassing van recyclaat is een belangrijk aspect in veel van de voorstellen die de
afgelopen periode zijn verschenen, bijvoorbeeld de Verpakkingenverordening en Verordening
circulaire voertuigen. Tegelijkertijd had Nederland op sommige punten graag hogere
percentages willen zien. Zo wilde Nederland tijdens de onderhandelingen over de Europese
Verpakkingenverordening de door de Europese Commissie voorgestelde doelstellingen
voor het verplicht toepassen van recyclaat in plastic verpakkingen verhogen. Daar
bleek uiteindelijk echter onvoldoende steun voor bij andere lidstaten. Nederland heeft
daarnaast in beide wetgevingstrajecten gepleit voor het toepassen van biogebaseerd
plastic, om versneld fossiele grondstoffen te vervangen door duurzame hernieuwbare
grondstoffen.
Het kabinet zal ook bij toekomstige onderhandelingen over Europese productregelgeving
blijven pleiten voor ambitieuze normen voor de toepassing van recyclaat en voor biogebaseerde
plastics. De onderhandelingen over de Verordening circulaire voertuigen zijn nog gaande
en naar alle waarschijnlijkheid zal ook een verplichte doelstelling voor plastic recyclaat
worden opgenomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken -
Mede namens
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.