Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 625 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota)
Nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 10 januari 2025
De vaste commissie voor Economische Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 5 december 2024 voorgelegd aan de Ministers van Economische Zaken
en van Klimaat en Groene Groei en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Bij brief van 10 december 2024 zijn ze door de Ministers van Economische Zaken en
van Klimaat en Groene Groei en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Michon-Derkzen
De griffier van de commissie, Reinders
1
Klopt het dat het totaal aan onbestede SDE-middelen inmiddels is gegroeid tot een
reserve van 5,5 miljard euro?
Antwoord
De verwachte stand van de begrotingsreserve per 31/12/2024 is ongeveer 4,6 miljard
euro (t.o.v. 5,8 miljard euro per 31/12/2023). De begrotingsreserve voor duurzame
energie en klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg
van lagere SDE-subsidie bedragen door prijsfluctuaties, vertraging of het niet doorgaan
van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de SDE-regelingen. Via de
reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van
hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie.
2
Wat ziet u als een gewenst reserveniveau?
Antwoord
Naast het beschikbaar houden van middelen voor de stimulering van duurzame energie,
is de begrotingsreserve noodzakelijk voor het opvangen van tegenvallers in de kasuitgaven
voor de SDE-regelingen. Vanwege de volatiliteit van de energie- en CO2-prijzen is het belangrijk om een buffer te hebben voor het opvangen van prijstegenvallers.
Doordat de prijsrisicobuffer in de SDE-middelen is verlaagd naar 10%, is het risico
op tegenvallers toegenomen. Wanneer energieprijzen sterk dalen leidt dat tot tegenvallers
in de kasuitgaven, waarvoor de begrotingsreserve ingezet kan worden. In recente jaren
zijn forse fluctuaties opgetreden in de energieprijzen en specifiek in de aardgasprijzen.
Naar verwachting houdt deze volatiliteit aan, zoals ook blijkt uit de raming van de
prijzen in de KEV 2024. Omdat de SDE voor de meeste projecten meerjarig beschikkingen
afgeeft en de prijsrisicobuffer maar beperkt voorziet in het opvangen van volatiliteit
is de begrotingsreserve de komende jaren hard nodig.
3
Is een deel van het budget voor de compensatie ook gehaald uit het totale beschikbare
budget voor de Autoriteit Consument en Markt (ACM), of is alles uit de begroting voor
het Ministerie van Economische Zaken betaald? (blz. 7 tweede suppletoire begroting 2024 EZK)
Antwoord
Het totale bedrag is uit de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en
Klimaat betaald.
4
Wat betrof de schikking? (blz. 7 tweede suppletoire begroting 2024 EZK)
Antwoord
Het betreft een schikking tussen de Autoriteit Consument en Markt en de netbeheerders
over de kosten die in de periode 2 maart 2021 tot en met 31 januari 2024 zijn gemaakt
door netbeheerders voor het verwijderen van gasaansluitingen in die gevallen waar
de (voormalig) netgebruiker aangegeven heeft geen gasaansluiting meer te willen. De
Kamer zal voor het kerstreces apart over de schikking worden geïnformeerd.
5
Hoe kan het dat deze regeling nu wel goed is geregeld? (blz. 7 tweede suppletoire begroting 2024 EZK)
Antwoord
De schikking heeft betrekking op de periode voor 1 februari 2024. Per 1 februari 2024
mogen de netbeheerders de kosten voor het verwijderen van gasaansluitingen in die
gevallen waar de (voormalig) netgebruiker aangegeven heeft geen gasaansluiting meer
te willen en de netbeheerder er zorg voor draagt dat de gasaansluiting in het kader
van de veiligheid wordt verwijderd, uit de transporttarieven betalen, net als alle
andere kosten voor het beheer van het gasnet. Dit tarief wordt in rekening gebracht
bij alle gebruikers van het gasnet. De Kamer wordt nog voor het kerstreces apart over
dit onderwerp geïnformeerd.
6
Waarom heeft de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) slechts 30% van de factuur
betaald? (blz. 8 tweede suppletoire begroting 2024 EZK)
Antwoord
Zoals eerder aan de Kamer gemeld (Kamerstuk 33 529 nr. 908) betaalde de NAM de facturen voor de kosten van de versterkingsoperatie sinds het
derde kwartaal 2020 maar ten dele. De NAM betwist de hoogte van deze kosten waarbij
ze meent dat de Staat niet in overeenstemming handelt met de interim-betalingsovereenkomst
versterken. Ook heeft de NAM aangegeven dat zij de facturen en de doorbelaste kosten
onvoldoende inzichtelijk vindt. De Staat stelt zich op het standpunt dat de kosten
conform de verantwoordelijkheid van de NAM en de bestaande overeenkomsten zijn doorbelast
aan de NAM.
7
Waarom is het budget voor externe inhuur verhoogd met 7,3 miljoen euro? (blz. 36 tweede suppletoire begroting 2024 EZK)
Antwoord
De uitgaven voor externe inhuur worden voorgefinancierd uit en geadministreerd op
een centraal budget binnen het departement. Gedurende het jaar wordt de externe inhuur
doorbelast aan de inhurende dienstonderdelen en vinden er budgetoverhevelingen plaats
vanuit de budgetten van de dienstonderdelen naar het centrale budget, ter compensatie
van de voorfinanciering. Ten opzichte van de september suppletoire begroting is er
7,3 miljoen euro overgeheveld van de inhurende directies naar het centrale budget.
8
Wat is het voorstel van voor herbestemming van het overgebleven budget 2024 bij Qredits,
bij de Indirecte kostencompensatie ETS, bij de SDE-regelingen, bij de Klimaatfondsmiddelen,
bij de Nationaal Groeifonds-projecten en bij «Groningen» (per post, met bijbehorende
bedragen)? (blz. 58 Najaarsnota 2024)
Antwoord
De meevallers op de EZK-begroting worden ingezet ter compensatie van de tegenvallers.
Verder is geen sprake van een specifieke herbestemming voor de per saldo onderuitputting
op de EZK-begroting.
9
Wanneer en hoe wordt de Kamer betrokken bij de besluitvorming op de herbestemming
van het overgebleven budget 2024? (blz. 58 Najaarsnota 2024)
Antwoord
Het parlement wordt bij de besluitvorming betrokken door de behandeling van de Najaarsnota
en samenhangende departementale suppletoire begrotingen in zowel de Tweede als de
Eerste Kamer.
10
Wat is het voorstel voor herbestemming van de «meevallers» van 720 miljoen euro? (blz. 58 Najaarsnota 2024)
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 8.
11
Wanneer en hoe wordt de Kamer betrokken bij de keuze waaraan deze «meevallers» wordt
besteed? (blz. 58 Najaarsnota 2024)
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 9.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken -
Mede ondertekenaar
R.D. Reinders, griffier