Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over de catastrofale situatie in het Zamzam vluchtelingenkamp in Soedan
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over de catastrofale situatie in het Zamzam vluchtelingenkamp in Soedan (ingezonden 25 oktober 2024).
Antwoord van Minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp) (ontvangen
9 december 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van Artsen zonder Grenzen (MSF): «Catastrophic situation
in Zamzam camp, Sudan: every effort must be made to finally deliver food, medicines
and essential supplies to blockaded and starved communities»1?
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Bent u bekend met de situatie zoals die geschetst wordt in het persbericht, waarbij
melding wordt gemaakt van onder andere uitzonderlijk hoge ondervoedingscijfers die
MSF beschrijft als «waarschijnlijk een van de ergste in de wereld momenteel»?
Antwoord 2
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de regering in het geval van zo een uitzonderlijk ernstige humanitaire
situatie meer middelen voor noodhulp ter beschikking zou moeten stellen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 3
Ja, het kabinet heeft extra middelen voor noodhulp ter beschikking gesteld vanwege
de humanitaire situatie. Nederland heeft in april dit jaar, op het moment dat prognoses
op mogelijke hongersnood in Soedan duidden, 10 miljoen euro vrijgemaakt voor extra
noodhulp aan Soedan en aan Soedanese vluchtelingen in Tsjaad. Ook heeft de Dutch Relief
Alliance, gefinancierd vanuit BHO-middelen, in 2024 3 miljoen euro extra vrijgemaakt
voor acute hulp aan Soedan en 3 miljoen euro voor opvang van Soedanese vluchtelingen
in Tsjaad. Het Central Emergency Relief Fund (CERF), waarvan Nederland een grote donor
is, heeft in 2024 66 miljoen US dollar toegekend voor Soedan.
Vraag 4
Bent u bereid tegemoet te komen aan de oproepen die Artsen zonder Grenzen in dit persbericht
doet? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nederland onderschrijft de noodzaak voor verbeterde humanitaire toegang. Nederland
is in dialoog met zijn humanitaire partners, met andere donoren en met de VN om te
bezien wat er mogelijk is om humanitaire toegang te verbeteren. Met dat doel heeft
Nederland samen met andere donorlanden op 19 oktober een verklaring doen uitgaan waarin
de strijdende partijen en de Soedanese autoriteiten worden opgeroepen ongehinderde
humanitaire hulp mogelijk te maken2. Op 13 november jongstleden hebben de autoriteiten in ieder geval de toegang voor
humanitaire goederen vanuit Tsjaad via de Adre-grensovergang voor drie maanden verlengd.
Vraag 5
Komt u tegemoet aan de oproep van Artsen zonder grenzen om ook via luchtdroppingen
noodhulp te leveren, in lijn met de aangenomen motie Dobbe c.s.?3 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Er wordt voortdurend gekeken naar mogelijkheden om hulp bij de noodlijdende bevolking
in Soedan te krijgen. De zeer sterke voorkeur gaat daarbij uit naar hulp over land.
Daarmee kunnen grotere hoeveelheden hulp geleverd worden. Luchtdroppingen zijn echt
een laatste redmiddel als andere opties uitgeput zijn. In het algemeen zijn ze riskant,
zeker in situaties waar gevochten blijft worden en de facto autoriteiten of strijdende
partijen geen toestemming geven. Tevens zijn luchtdroppings minder effectief gezien
de beperkte volumes hulpgoederen die op deze manier de bevolking kunnen bereiken.
Noodhulp via luchtdroppingen wordt daarom niet overwogen.
Vraag 6
Hoe gaat u opvolging geven aan de aangenomen motie Dobbe4 over zich inspannen en pleiten voor het instellen van een VN-wapenembargo voor heel
Soedan?
Antwoord 6
Het kabinet heeft opvolging gegeven aan deze motie door tijdens de Raad Buitenlandse
Zaken van 14 oktober 2024 te pleiten voor een dergelijke uitbreiding. Hier is in de
Raad Buitenlandse Zaken van 16 november ook opvolging aan gegeven door Duitsland,
dat opriep om het wapenembargo naar heel Soedan uit te breiden. Nederland spant zich
hier ook in VN-kader in New York voor in.
Vraag 7
Welke diplomatieke initiatieven ondersteunt Nederland momenteel om het geweld in Soedan
te stoppen?
Antwoord 7
Momenteel lijken beide partijen niet genegen te onderhandelen over een staakt-het-vuren;
er vinden momenteel geen actieve bemiddelingspogingen plaats. Bij de laatste onderhandelingen
van afgelopen zomer die geleid werden door de ALPS groep (Aligned for Advancing Lifesaving
and Peace in Sudan – onder andere de Verenigde Staten, Saoedi-Arabië, Egypte, Verenigde
Arabische Emiraten, Afrikaanse Unie en Zwitserland) over een staakt-het-vuren, was
de Europese Unie niet actief betrokken. Wel engageert de EU-Hoorngezant intensief
met beide partijen en betrokken actoren om gesprekken over een staakt-het-vuren, ook
op lokaal niveau, te bevorderen.
Vraag 8
Op welke manier draagt de regering bij aan de wederopbouw van Soedan op het moment
dat de burgeroorlog daar voorbij is?
Antwoord 8
Nederland blijft actief in Soedan met ontwikkelingshulp, met aangepaste programma’s
die passen bij de huidige context. Deze zijn onder andere gericht op voedselzekerheid,
mensenrechten en private sector ontwikkeling. Daar waar sprake is van enige stabiliteit
zijn of worden lopende programma’s weer op de langere termijn en dus op wederopbouw
gericht. Daarnaast blijft Nederland, onder andere via de Europese Unie, civiele actoren
in Soedan steunen bij het vormgeven van een inclusief politiek proces zodra een staakt-het-vuren
is bereikt.
Vraag 9
Hoe wordt bij de verdeling van humanitaire hulp, in Soedan en in het algemeen, rekening
gehouden met gemarginaliseerde groepen zoals vrouwen en meisjes die vaak minder goed
toegang hebben tot humanitaire hulp?
Antwoord 9
Coördinatie van hulp en prioriteitsstelling vinden plaats via humanitaire respons
plannen die door de Verenigde Naties per jaar en per crisis worden opgesteld. Deze
plannen zijn gebaseerd op degelijk onderbouwde inschattingen van de behoeften van
getroffen burgers. Daarbij is er nadrukkelijk aandacht voor de positie van vrouwen
en meisjes, en ook voor andere kwetsbare groepen.
Vraag 10
Hoe zet het kabinet zich in tegen het inzetten van seksueel geweld als wapen? Is het
kabinet bereid additionele middelen en capaciteit beschikbaar te maken in de bestrijding
hiervan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Nederland zet in op het tegengaan en aanpakken van conflict-gerelateerd seksueel geweld,
onder meer door het bieden van bescherming en hulp aan slachtoffers en overlevenden.
Zo heeft onder andere Nederland succesvol gepleit voor EU-sancties tegen daders van
ernstige mensenrechtenschendingen zoals conflict-gerelateerd seksueel geweld. Afgelopen
september nam de Minister van Buitenlandse Zaken deel aan een bijeenkomst tijdens
de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN), georganiseerd door Nederland,
het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland. Hier werd steun betuigd aan slachtoffers en
overlevenden van conflict-gerelateerd seksueel geweld en aandacht gevraagd voor accountability
en straffeloosheid. Ook financiert Nederland hulporganisaties in Soedan, die seksueel
geweld onder de aandacht blijven brengen en steun bieden aan slachtoffers, ook in
vluchtelingenkampen. Daarnaast ondersteunt Nederland twee organisaties op het gebied
van monitoren en documenteren van mensenrechtenschendingen, waaronder seksueel geweld.
Nederland heeft zich verder ingezet voor de oprichting door de VN van de Fact Finding
Mission voor Soedan, welke ook aandacht besteedt aan conflict-gerelateerd seksueel
geweld door bewijs te verzamelen van misdrijven zoals verkrachting en seksuele slavernij.
Nederland heeft recent een financiële bijdrage geleverd aan het VN mensenrechtenkantoor
(OHCHR) in Soedan voor de registratie en documentatie van misdaden begaan tijdens
het conflict. Hoewel het niet mogelijk is direct bij te dragen aan de Fact Finding
Mission, ondersteunt dit OHCHR-project wel indirect het werk daarvan.
Vraag 11
Op welke manier draagt dit kabinet bij aan onderzoek van oorlogsmisdaden, het veiligstellen
van bewijs en het inzetten van vervolging van daders alsmede het tegengaan van straffeloosheid?
Antwoord 11
Het is van groot belang dat bewijzen van internationale misdrijven, waaronder oorlogsmisdrijven,
in Soedan verzameld, geconsolideerd, bewaard en geanalyseerd worden. Nederland heeft
zich dan ook ingezet voor de oprichting van de Fact Finding Mission voor Soedan door
de VN Mensenrechtenraad in oktober 2023. Deze heeft het mandaat om mensenrechtenschendingen
en schendingen van het humanitair oorlogsrecht in Soedan te onderzoeken. Mede door
actieve inzet van Nederland is in oktober 2024 het mandaat van de Fact Finding Mission
met een jaar verlengd. Daarnaast doet het Internationaal Strafhof onderzoek naar de
misdrijven die zijn gepleegd in Darfoer. Nederland heeft de afgelopen jaren een extra
vrijwillige bijdrage aan het Strafhof gedaan van 6 miljoen euro voor de versterking
van de algemene onderzoekscapaciteit van het Hof. Ook ondersteunt Nederland twee organisaties
op het gebied van monitoren en documenteren van mensenrechtenschendingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.