Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rajkowski over het bericht ‘COA verwacht komende dagen voldoende opvangplekken te hebben in Ter Apel’
Vragen van het lid Rajkowski (VVD) aan de Minister van Asiel en Migratie over het bericht «COA verwacht komende dagen voldoende opvangplekken te hebben in Ter Apel» (ingezonden 20 september 2024).
Antwoord van Minister Faber – Van de Klashorst (Asiel en Migratie) (ontvangen 9 december
            2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 242.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «COA verwacht komende dagen voldoende opvangplekken
               te hebben in Ter Apel»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Klopt het dat het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) in Ter Apel momenteel
               elke avond weer op zoek moet naar tijdelijke bedden doordat het asielzoekerscentrum
               helemaal vol zit en de doorstroom bijna stilligt?
            
Antwoord 2
            
Op dit moment ligt de bezetting in Ter Apel onder de 2.000. De druk op de asielopvang
               is nog wel onverminderd hoog; alle locaties zitten vol en veel asielzoekers worden
               nog altijd opgevangen op noodplekken.
            
Vraag 3
            
Wat is de oorzaak van de toegenomen opvangproblematiek in de afgelopen weken? In welke
               mate ligt de oorzaak in een verhoogde instroom en in welke mate ligt het aan een gebrek
               aan plekken en uitstroom in de keten zelf? Welke andere oorzaken zijn er?
            
Antwoord 3
            
De druk op de opvang komt voort uit de verschillende redenen. Factoren zoals de hoogte
               van de instroom, het aantal statushouders dat doorstroomt naar huisvesting in de gemeente
               en het aantal beschikbare opvangplekken spelen allemaal een rol.
            
Vraag 4
            
Welke instroomprognose had uw ministerie het afgelopen half jaar voor de maanden augustus
               en september gemaakt en hoe verhoudt zich dit tot de werkelijke instroom?
            
Antwoord 4
            
De instroomprognose binnen de Meerjaren Productie Prognose (MPP) is opgesteld op jaarbasis
               en bevat geen verdeling op maandbasis. Binnen de migratieketen wordt er op basis van
               historische gegevens rekening gehouden met een hogere instroom in de tweede helft
               van het jaar ten opzichte van de eerste helft. Deze najaarspiek heeft zich tot op
               heden nog niet in dezelfde mate voorgedaan als in voorgaande jaren. In 2024 werden
               tot en met oktober circa 27.700 eerste asielaanvragen gedaan. Dit aantal bevindt zich
               aan de onderkant van het aantal eerste asielaanvragen dat in de MPP 2024-I werd geprognosticeerd.
            
Vraag 5
            
Hoe is het mogelijk dat u en het COA ogenschijnlijk overvallen lijken door deze acute
               problematiek?
            
Antwoord 5
            
Ik ben voortdurend met het COA in gesprek over de asielopvang en de problematiek die
               hierbij speelt. Iedere dag wordt hard gewerkt om de aanhoudende problematiek het hoofd
               te bieden. De COA-opvang zit vol, de ruimte om bijvoorbeeld één of enkele dagen van
               verhoogde instroom te kunnen absorberen is beperkt. De beperkte snelheid waarmee statushouders
               uit de asiel opvang stromen is hierop ook van invloed. Dit maakt dat de ontwikkeling
               van externe factoren, die zich niet altijd laten voorspellen, vrijwel direct kan leiden
               tot een acuut probleem.
            
Vraag 6
            
Wat is de afgelopen maanden gedaan om voldoende opvangplekken te waarborgen voor de
               maand september wanneer meestal van tevoren al een piek in vraag is te voorzien?
            
Antwoord 6
            
Het COA zet continu in op het openhouden van sluitende locaties en het realiseren
               van nieuwe locaties. Het COA is daarbij afhankelijk van de welwillendheid en inzet
               van gemeenten. Een grote groep gemeenten neemt zijn verantwoordelijkheid.
            
Vraag 7
            
Met welke bezettingsgraad voor COA-locaties werkt u momenteel en welke ruimte zit
               er nog in het ophogen daarvan en in eventuele versobering om meer plekken te creëren?
            
Antwoord 7
            
De COA-opvang zit vol, er is geen ruimte om de bezetting te verhogen. Dit zorgt ervoor
               dat de ruimte binnen het COA om personen te plaatsen zeer beperkt is en in grote mate
               afhankelijk is van nieuw te openen locaties en de uitstroom van statushouders uit
               de opvang.
            
Vraag 8
            
Klopt het dat de opvang momenteel niet georganiseerd kan worden zonder noodoplossingen
               door het Rode Kruis? Hoe borgt u dat de voorzieningen die worden geboden weliswaar
               sober, maar humaan zijn?
            
Antwoord 8
            
Bij het snel kunnen realiseren van opvang voor de nacht, bijvoorbeeld in een sporthal,
               werkt het COA vaak samen met het Rode Kruis. Dit soort noodplekken zijn vaak erg sober
               en bedoeld voor kort verblijf. Om te zorgen voor humane opvang zijn meer (nood)locaties
               nodig voor langere tijd, en daar wordt naarstig naar gezocht. Reguliere locaties hebben
               daarbij de voorkeur. Echter, zoals al eerder genoemd, is daarvoor nodig dat een gemeente
               instemt met het realiseren van een asielopvanglocatie.
            
Vraag 9
            
Hoe is het contact tussen u, het COA en de burgemeester van Ter Apel de afgelopen
               weken verlopen? Op welke momenten heeft u persoonlijk contact gehad?
            
Antwoord 9
            
Het COA en het departement hebben op zeer regelmatige basis contact met de gemeente
               Westerwolde. Ook ik heb kennis mogen maken met de burgemeester van Westerwolde tijdens
               mijn bezoek aan de gemeente Westerwolde en het aanmeldcentrum Ter Apel. Een vervolggesprek
               heeft plaatsgevonden op het Ministerie van Asiel en Migratie in Den Haag.
            
Vraag 10
            
Klopt het dat uw ministerie al van diverse gemeenten aanbiedingen heeft gekregen voor
               extra opvangplekken voor zowel asielzoekers als statushouders zodat ook de doorstroom
               uit de COA-locatie op gang kan komen? Kunt u een overzicht verstrekken van gemeenten
               die bereid zijn hulp aan te bieden en aangeven hoe u daarop ingaat?
            
Antwoord 10
            
Het COA is in samenwerking met het departement voortdurend in gesprek met gemeenten
               over het realiseren van nieuwe locaties op korte en lange termijn. Om de lopende gesprekken
               met gemeenten niet te doorkruisen, neem ik geen overzicht op waarin is vermeld met
               welke gemeenten gesprekken lopen.
            
Vraag 11
            
Hoe verhouden de opvangplekken voor asielzoekers zich tot de opvang van Oekraïners?
Antwoord 11
            
Er is capaciteit voor circa 66.700 asielzoekers op basis van een 96% bezettingsgraad.
               Eind oktober 2024 verbleven er circa 70.200 personen in de asielopvang en daarmee
               is de COA opvang overvol.
            
Voor Oekraïense ontheemden waren begin november 2024 ca. 92.800 noodopvangplekken
               beschikbaar, waarvan 99,6% bezet. De feitelijke bezetting is ca. 92.500. De overige
               plekken kunnen wegens snijverlies als bezet worden beschouwd. In dezelfde periode
               stonden ca 122.600 Oekraïners ingeschreven in de BRP.
            
Vraag 12
            
Heeft u al overleg gehad binnen het kabinet over het versnellen van de uitplaatsing
               van statushouders naar tijdelijke huisvesting zoals flexwoningen en het opvoeren van
               tijdelijke huisvesting voor statushouders? Bent u bereid dat snel te doen?
            
Antwoord 12
            
Er verblijven 18.000 statushouders in de asielopvang. Ik ben met de Minister van Volkshuisvesting
               en Ruimtelijke Ordening in gesprek over de uitstroom van statushouders. Om doorstroom
               te bevorderen worden sobere voorzieningen ingericht voor statushouders. Het realiseren
               van doorstroomlocaties wordt, vanuit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van
               gemeenten en rijk, sterk bevorderd.
            
Vraag 13
            
Hoe verwacht u dat de opvangproblematiek de komende weken verloopt? Hoe ziet de prognose
               van de vraag en van het aantal beschikbare opvangplekken eruit voor de komende maanden
               tot 2025? Welke acties onderneemt u om te voorkomen dat mensen in het gras moeten
               slapen?
            
Antwoord 13
            
De druk op de asielopvang is afhankelijk van het aantal opvangplekken. In afgelopen
               weken heeft de opening van nieuwe opvanglocaties doorplaatsing vanuit Ter Apel mogelijk
               gemaakt. Het COA spant zich tevens maximaal in om geplande sluitingen van locaties
               af te wenden en zo het opvangplekkentekort terug te dringen. Ook zet het COA de zoektocht
               naar nieuwe (nood)plekken onverminderd door. Tevens wordt, zoals ook aangegeven in
               het antwoord op vraag 12, eraan gewerkt de uitstroom van statushouders uit de asielopvang
               te bevorderen.
            
Vraag 14
            
Bent u bereid deze vragen afzonderlijk en binnen 4 weken te beantwoorden?
Antwoord 14
            
Helaas is het niet gelukt de vragen binnen 4 weken te beantwoorden.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.