Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over de inzet van jongeren als “geldezels”
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de inzet van jongeren als «geldezels» (ingezonden 30 september 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 december 2024).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 339.
Vraag 1
Kent u het bericht «Duizenden jongeren fungeren als geldezel voor online oplichters»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel jongeren laten zich naar schatting jaarlijks als «geldezel» gebruiken?
Antwoord 2
Precieze cijfers over dit probleem zijn niet bekend. Aan de hand van onderzoek door
Bekkers et al.2 is door het CCV een tool ontwikkeld waarmee een schatting kan worden gemaakt hoeveel
jongeren jaarlijks benaderd worden en hoeveel jongeren zich als geldezel laten gebruiken.3 Uit deze tool is gebleken dat van het totale aantal jongeren tussen de 15 en 25 jaar
0,8% als geldezel zou worden ingezet. Deze indicaties zijn gebaseerd op een onderzoek
onder 3000 respondenten.
De in het krantenartikel aangehaalde steekproef is in augustus 2024 uitgevoerd door
de Nederlandse Vereniging van Banken.4 De uitkomsten hiervan sluiten aan bij eerder onderzoek. Uit de steekproef (n = 258),
blijkt dat bijna 1 op de 10 Nederlanders tussen 18 tot en met 25 jaar is benaderd
om geldezel te worden. Het onderzoek is gebaseerd op een beperkt aantal respondenten
en biedt dus enkel een (ruwe) schatting van de werkelijke situatie.
Vraag 3
Is het waar dat de pakkans hoog is? Zo nee, waarom is die pakkans niet hoog? Zo ja,
hoeveel van de «geldezels» worden jaarlijks opgespoord en hoeveel naar schatting niet?
Van hoeveel wordt de bankrekeningen langdurig geblokkeerd?
Antwoord 3
Als er een opsporingsonderzoek wordt gestart, is de pakkans van geldezels zeer hoog.
Indien het geld wordt gestort op een bankrekening is de pakkans nagenoeg 100%. Dit
komt omdat de geldstroom via het bancaire systeem goed te volgen is. Dit betreft overboekingen
via de bankrekening, maar ook via betaalapps. Bij stortingen via cryptovaluta is de
pakkans lager, maar zelfs dan nog aanzienlijk.
Door criminelen die geldezels gebruiken, wordt geen actie ondernomen om een geldezel
te beschermen. Omdat geldezels vaak niet weten voor wie zij echt werken, lopen de
gebruikers zeer weinig risico wanneer de geldezel gepakt wordt. De geldezel wordt
als het ware opgeofferd.
Ik heb de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) gevraagd of zij over cijfers met
betrekking op het aantal (langdurige) blokkades van bankrekeningen beschikt. Hieronder
heb ik de reactie van de NVB opgenomen, waarbij ik opmerk dat de banken niet kunnen
vaststellen of het gaat om geldezels of niet.
«Op 20 maart 2024 heeft de Minister van Financiën antwoord gegeven op de Kamervragen
van het lid Grinwis.5 In de beantwoording doet de Minister een verzoek richting NVB om het aantal rekeningen
dat is geblokkeerd, geweigerd of opgezegd beter bij te gaan houden.
Banken hebben gehoor gegeven aan dit verzoek. De NVB heeft op 7 oktober 2024 een indicatie
van het aantal blokkades van bankrekeningen over een periode van 1 jaar (uitgangspunt
is het jaar 2023) naar het Ministerie van Financiën gestuurd. Het gaat hierbij uitsluitend
om fraude(cases) die hebben geleid tot een definitief afscheid van de klant. Bij geldezels
komt het ook voor dat een rekening tijdelijk wordt geblokkeerd om te voorkomen dat
er nog meer frauduleuze betalingen worden gedaan. Hier hebben wij geen cijfers van.
Jonger dan 18 jaar
18 t/m 24 jaar
25 jaar of ouder
240
1.572
3.455
Bovengenoemde cijfers hebben dus betrekking op fraude, maar zullen naar verwachting
grotendeels betrekking hebben op geldezels. Banken benadrukken dat het voor hen zeer
lastig is om de precieze rol van een rekeninghouder te bepalen omdat daarvoor medewerking
van de klant vereist is en banken deze niet altijd krijgen. Een bank kan niet altijd
vaststellen of een rekeninghouder zijn gegevens uit handen heeft gegeven of dat hij
zelf betrokken is bij het binnenkomen van de frauduleuze gelden op zijn rekening.
Het onderzoeken van de exacte rol van de geldezel is een taak voor de politie, hoewel
zij ook afhankelijk zijn van de medewerking van, in dit geval, de verdachte.»
Vraag 4
In hoeveel gevallen kan een persoon die een geldezel inschakelt en het achterliggende
misdrijf pleegt opgespoord worden? Is die pakkans ook hoog? Zo ja, waar blijkt dat
uit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het opsporen van een persoon of het netwerk achter zogenaamde geldezels is aanzienlijk
moeilijker dan het traceren van geldezels. Deze personen en netwerken gebruiken de
geldezel namelijk als front, waarmee zij uit het zicht van de slachtoffers en de opsporing
willen blijven. Als criminelen bijvoorbeeld de pinpas van de geldezel gebruiken voor
het opnemen van contant geld ontbreekt een duidelijk geldspoor naar de persoon. Dit
maakt de opsporing en bewijsbaarheid van deze feiten lastiger en ook is de pakkans
veel lager. In sommige gevallen is het opsporen van personen of netwerken achter de
geldezels wel succesvol. In de beantwoording van de Kamervragen van het lid Dral heb
ik enkele voorbeelden genoemd waarbij de vervolging succesvol is geweest.6
Vraag 5
Hoeveel jongeren die als «geldezel» optraden worden jaarlijks vervolgd en berecht?
In hoeveel van die gevallen moet de jongere de veroorzaakte schade vergoeden en in
welke mate lukt het om die schadevergoedingen te innen?
Antwoord 5
In de periode 2019 t/m 2023 zijn door de strafrechter in eerste aanleg jaarlijks tussen
de 20 en 120 jongeren t/m 22 jaar veroordeeld in zaken met een of meerdere feiten
die waren voorzien van de maatschappelijke classificatie «Fraude met betaalproducten
(geldezels)». Het merendeel van deze veroordeelden was 18 t/m 22 jaar.
Onderstaande cijfers komen uit de managementinformatiesystemen van de Raad voor de
Rechtspraak, waarbij aantallen worden afgerond op vijftallen. Bij zeer lage aantallen
worden de cijfers weergegeven als kleiner dan.
Eindvonnis
Leeftijd
2019
2020
2021
2022
2023
Schuldig met/zonder strafoplegging
< 18 jaar
<10
<10
10
<10
10
18 t/m 22 jaar
15
25
85
110
110
De zogenaamde geldezel is als deze vervolgd wordt, verantwoordelijk voor de vergoeding
van schade. Slachtoffers kunnen een civielrechtelijke procedure tegen hen starten
om de schade te verhalen. Ik beschik helaas niet over cijfers hoe vaak jongeren veroordeeld
zijn tot schadevergoeding en of deze schadevergoeding inbaar zijn geweest.
Vraag 6
Hoe vaak wordt hierbij herstelrecht toegepast waarbij slachtoffers in contact treden
met geldezels?
Antwoord 6
Uit navraag bij de Stichting Perspectief Herstelbemiddeling en Mediation in Strafzaken
is gebleken dat dat bij dergelijke delicten herstelrechtvoorzieningen niet (vaak)
worden ingezet. Herstelrecht, waaronder herstelbemiddeling en mediation in strafzaken,
is in beginsel geschikt voor ieder zaaktype. Het is echter altijd afhankelijk van
de vrijwilligheid van de betrokkenen, en in het geval van mediation in strafzaken
afhankelijk van de officier van justitie of de rechter of het herstelrecht kan worden
ingezet.
Vraag 7
In hoeveel van deze gevallen zitten deze jongeren naar schatting in een schuldhulptraject?
Antwoord 7
Een inschatting over het aantal jongeren dat is veroordeeld als geldezel heb ik toegelicht
in antwoord 5. Hoeveel van deze veroordeelden ook in een schuldhulptraject zitten
is niet bekend. De schuldhulpverlening is decentraal geregeld via de gemeenten. Er
is geen centrale registratie, daarom beschik ik niet over deze cijfers.
Vraag 8
Hoe worden deze geldezels, zeker als ze zelf slachtoffer zijn, laagdrempelig geholpen
zodat ze resocialiseren en niet recidiveren? Zijn er cijfers bekend van het aantal
geldezels dat recidiveert? Zo ja, hoeveel zijn dat er de afgelopen jaar geweest?
Antwoord 8
Er zijn minder dan 5 jongeren (t/m 22 jaar) in de periode 2019 t/m 2023 door de strafrechter
in eerste aanleg in meerdere zaken veroordeeld voor «Fraude met betaalproducten (geldezels)»,
blijkt uit de data van de Raad van de rechtspraak.
In sommige gevallen gaat het om kwetsbare personen die door hun jonge leeftijd of
verstandelijk vermogen erg beïnvloedbaar zijn en om die reden slachtoffer worden van
het misbruik door criminelen.
Als een kwetsbare geldezel wordt opgespoord, zal het Openbaar Ministerie inzetten
op een straf die passend is en waarbij herhaling van crimineel gedrag zoveel mogelijk
wordt voorkomen. Het Wetboek van Strafvordering biedt daarvoor diverse mogelijkheden
aan het Openbaar Ministerie en de rechter, zoals een leerstraf of verplicht reclasseringscontact
met hulpverlening. Als het Openbaar Ministerie ervoor kiest een verdachte niet verder
te vervolgen, kan hieraan de voorwaarde van verplichte hulpverlening worden gekoppeld.
Een dergelijke afweging is aan de Officier van Justitie.
Slachtofferhulp Nederland (SHN) biedt alle slachtoffers van strafbare feiten kosteloos
ondersteuning als zij daar behoefte aan hebben. Dat kan zowel op juridisch, emotioneel
als praktisch gebied. Daaronder valt bijvoorbeeld het bieden van een luisterend oor,
begeleiding bij het strafproces, hulp bij het aanvragen van schadevergoeding en doorverwijzing
naar meer gespecialiseerde (zorg)professionals. Indien een jongere als geldezel heeft
gefungeerd maar ook (deels) als slachtoffer kan worden aangemerkt, kan SHN diegene
helpen bij het gebruik maken van zijn of haar slachtofferrechten.
Vraag 9
In welke gevallen levert een veroordeling van een jongere die zich als «geldezel»
heeft laten gebruiken een belemmering op voor het afgeven van de verklaring omtrent
gedrag?
Antwoord 9
Als iemand een strafblad heeft, betekent dit niet dat deze persoon geen Verklaring
omtrent gedrag (VOG) kan krijgen.7 De uitgevende instantie, Justis, zal altijd de omstandigheden van de aanvraag, de
reden van de aanvraag en de aanvrager betrekken.
Bij de beoordeling van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) bekijkt Justis of de
aanvrager strafbare feiten op zijn of haar naam heeft staan die een risico vormen
voor de functie of het doel waarvoor de VOG wordt gevraagd. De justitiële documentatie
vermeldt of een rechter iemand heeft veroordeeld en waarvoor dit is. Ook de door de
politie en OM opgemaakte strafbeschikkingen worden in een aantal gevallen opgenomen
op het strafblad.8
Voor functies waarbij een hoge mate van integriteit is vereist, zoals bepaalde functies
bij de Douane en het Openbaar Ministerie, kan om een VOG-P worden gevraagd. Bij de
aanvraag van een zogenaamde VOG-P worden naast de justitiële documentatie ook politiegegevens
geraadpleegd. In politiegegevens kan bijvoorbeeld staan dat iemand verdacht is geweest.
De politiegegevens kunnen op zichzelf doorslaggevend zijn voor de weigering van de
VOG. Ook als de aanvrager geen justitiële documentatie (zoals veroordelingen op zijn
naam) heeft.9
Vraag 10
Beschikt u over gegevens over de achtergronden, waaronder opleidingsniveau of eventuele
verstandelijke beperkingen, van de jongeren die als «geldezel» optreden? Zo ja, wat
zijn die gegevens? Zo nee, wilt u dat dan laten onderzoeken?
Antwoord 10
Uit het eerder genoemde onderzoek van Bekkers et al. (2023) in antwoord 2 blijkt dat
het vaak, maar niet uitsluitend, gaat om mensen in een kwetsbare positie of mensen
die makkelijk te beïnvloeden zijn. Hierbij moet worden gedacht aan bijvoorbeeld jongeren
met schulden, licht verstandelijk beperkte (LVB) jongeren of jongeren die opgroeien
in achterstandsituaties waarbij sociaal en economische problematiek een rol speelt.
Ik zie geen aanleiding voor nader onderzoek.
Vraag 11
Wat gebeurt nu al en wat moet er aanvullend gebeuren, anders dan achteraf bestraffen,
om te voorkomen dat jongeren de verleiding om geldezel te worden wel weten te weerstaan?
En hoe gaat u daarvoor zorgen?
Antwoord 11
Er gebeurt al veel vanuit mijn ministerie en andere maatschappelijke partijen om juist
dit fenomeen en criminaliteit door jongeren in den brede te voorkomen. Hieronder zet
ik uiteen wat hierop al wordt gedaan. Vooralsnog acht ik aanvullingen daarop niet
nodig.
Het programma Preventie met Gezag (PmG) biedt jongeren en jongvolwassenen van 8 tot
en met 27 jaar in een kwetsbare positie kansen en stelt grenzen om te voorkomen dat
ze in de criminaliteit terecht komen, daar verder in afglijden of doorgroeien. Hierbij
wordt onder meer ingezet op het weerbaar maken van deze jongeren. Dit gebeurt onder
andere door de inzet van jongerenwerk in de gemeenten, aanpak schoolverzuim, maar
ook door programma’s zoals «Alleen jij bepaalt wie je bent», «Veiligheid In en Om
de School (VIOS)», «Integrale Toeleiding Naar Arbeid (IPTA)» en Kansrijk (jeugdreclassering).
Van belang is de weerbaarheid van jongeren te vergroten; offline (bijvoorbeeld op
scholen) en online (via een social media campagne). Geldezels zonder criminele antecedenten
worden ervan doordrongen dat ze na een misstap de kans hebben op het goede pad te
blijven en ze zich niet moeten laten verleiden tot verder crimineel gedrag. Hierbij
wordt nagegaan wat ertoe leidde om als geldezel op te treden en wordt geprobeerd die
oorzaak weg te nemen.
Tevens wordt een werkwijze ontwikkeld met interventies voor de aanpak van geldezels
met meerdere antecedenten, zoals stopgesprekken door de politie en de inzet van een
persoonsgerichte aanpak. De resultaten van de pilots worden in Q2 2025 verwacht zodat
zicht is op de werkzame bestanddelen van de aanpak en of deze effectief zal zijn.
Aan de hand daarvan wordt een gevalideerde aanpak landelijk verspreid.
De vier huidige pilotgemeenten zijn Almere, Leeuwarden, Vlaardingen en Enschede. Bij
de totstandkoming van de aanpak zijn als klankbordgemeenten betrokken: Tilburg, Utrecht,
Breda, Eindhoven en regionale samenwerkingsverbanden van Noord-Nederland en Rotterdam.
Daarnaast hebben de gemeenten Roosendaal, Maastricht, Nijmegen, Sittard-Geleen, Venlo
en Dordrecht een (preventieve) aanpak van geldezels in hun PmG-plannen opgenomen.
De leidraad komt in 2025 beschikbaar voor alle gemeenten en daarmee samenwerkende
publieke en private partijen zodat lokaal een integrale aanpak kan worden ingezet
om jongeren te ondersteunen en weerbaar te maken.
Vanuit de City Deal «Lokale Weerbaarheid Cybercrime» werkt het Centrum voor Criminaliteitspreventie
en Veiligheid specifiek aan het voorkomen en bestrijden van geldezels, waarbij kwetsbare
jongeren vaak ongewild betrokken raken bij criminele activiteiten. Het CCV begeleidt
vier gemeenten in deze lokale aanpak: Almere, Enschede, Leeuwarden en Vlaardingen.
De pilots zijn gebaseerd op de leidraad Geldezelaanpak van het CCV voor een integrale
aanpak van geldezels, en de gemeenten valideren (onderdelen) van deze aanpak in de
praktijk. In de leidraad Geldezelaanpak staat voor gemeenten, politie en het OM beschreven
hoe lokaal met verschillende partners een geldezelaanpak kan worden opgezet. Partners
in de aanpak zijn bijvoorbeeld de banken, schuldhulpverlening, jeugdzorg, maar ook
partijen zoals Keerpunt, het online platform ontwikkeld door Fier en haar teams Centrum
Kinderhandel en Mensenhandel (CKM), Spine en Chat met Fier. Keerpunt biedt ondersteuning
aan slachtoffers van criminele uitbuiting en kwetsbare jongeren in de criminaliteit.
Ook vanuit de Nederlandse Vereniging van Banken is er aandacht voor voorlichting aan
jongeren. Banken vinden het belangrijk om consumenten, waaronder jongeren, te beschermen
tegen fraudeurs die hen willen ronselen als geldezel. Zo geven banken veelvuldig voorlichting
aan jongeren via «Bank voor de Klas». Medewerkers uit het bankwezen verzorgen gastlessen
voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs
over financiële educatie. Het onderwerp «geldezels» krijgt daarbij ook uitgebreid
aandacht. De gastdocenten wijzen de leerlingen op het feit dat ze nooit hun bankpas
uit mogen lenen. Ook besteden de banken aandacht aan geldezels in de campagne «Herken
Fraude. Voorkom Fraude.» Banken geven de bezoekers tips over hoe jongeren kunnen herkennen
dat zij geronseld worden als geldezel. In samenwerking met de politie hebben banken
in het kader van voornoemde campagne ook een podcast10 gemaakt over geldezels.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Dral (VVD),
ingezonden 25 september 2024 (vraagnummer 2024Z14262).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.