Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wijen-Nass over de productiecapaciteit van munitie en defensiematerieel
Vragen van het lid Wijen-Nass (BBB) aan de Minister en Staatssecretaris van Defensie over de productiecapaciteit voor munitie en defensiematerieel (ingezonden 15 oktober 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Tuinman (Defensie) (ontvangen 26 november 2024). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 502.
Vraag 1
Bent u, in het kader van de garantstelling en financiering van startups en andere
bedrijven in deze sector, voornemens om bijvoorbeeld ook een (strategisch) aandeel
in dit soort bedrijven te nemen? Zo ja, wat is hiervan de status? Zo nee, zou het
kabinet kunnen onderzoeken of dit een optie zou kunnen zijn?
Antwoord 1
In de Kamerbrief «Voortgang Structureel Versterken Europese productie munitie en Defensiematerieel»
is uw Kamer geïnformeerd over de voortgang die Defensie met partners maakt om de financieringspositie
van start-ups, scale-ups, het MKB en de gevestigde defensie-industrie te versterken.1 Mocht Defensie overwegen om staatsdeelnemingen in een bedrijf in de sector te nemen,
staat daar bijvoorbeeld de Beschermingsvoorziening Economische Veiligheid voor ter
beschikking.2 Uw Kamer wordt in Q1 2025 geïnformeerd over hoe Defensie en Economische Zaken (EZ)
de strategische positie van de defensie-industrie verder gaan versterken op de lange
termijn. Het instrumentarium dat de rijksoverheid daarin voorhanden heeft, waaronder
de mogelijkheid van een strategisch aandeel in bedrijven, wordt hierin meegenomen.
Ook wordt uw Kamer geïnformeerd over de voortgang die Defensie en haar partners hebben
geboekt met het recent aangekondigde publiek-private platform Defport.
Vraag 2
Bent u bereid contact op te nemen met de Duitse Minister van Economische Zaken om
te onderzoeken of een deel van de tekorten aan munitie en defensiematerieel bij deze
bedrijven (die te kampen hebben met productie-uitval door de afgenomen vraag) kan
worden geproduceerd, om niet alleen de Europese productie snel op te schalen maar
ook een economische impuls te geven en daarbij ook Nederlandse bedrijven te betrekken?
Antwoord 2
Defensie is voortdurend in gesprek met Duitsland over verschillende materieelprojecten,
bijvoorbeeld de aanschaf van de Leopard gevechtstanks en de Boxer gevechtsvoertuigen.
Het leveren van gevechtskracht voor de krijgsmacht staat hierbij centraal, Defensie
staat open voor kansen voor versnelling. De Staatssecretaris heeft regelmatig overleg
met zijn Duitse collega over de voortgang van deze materieelprojecten. Daarnaast spreekt
de Minister regelmatig met zijn Duitse collega over concrete mogelijkheden om gezamenlijk
de Defensieproductie op te schalen, zoals onlangs bij zijn officiële bezoek aan Berlijn
en gedurende de Raad Buitenlandse Zaken Defensie in Brussel. In deze gesprekken positioneren
wij, in samenwerking met het Ministerie van EZ, actief de Nederlandse (defensie-)industrie.
Zo kunnen onze internationale partners rekenen op Nederlandse (technologische) oplossingen
en versterken wij de positie van Nederlandse bedrijven in de keten. Wij zoeken zo
veel als mogelijk de samenwerking op, maar elk land maakt hier een eigen afweging
in, bijvoorbeeld op basis van de militaire behoefte, industriële productiecapaciteit
of economische grondslagen. Het is aan Duitsland om te beoordelen of er sprake is
van overcapaciteit bij haar nationale (civiele) industrie en zo ja, of men het opportuun
acht deze in te zetten voor de opschaling van de defensie-industrie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.