Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hirsch en Zeedijk over steun aan het maatschappelijk middenveld wereldwijd
Vragen van de leden Hirsch (GroenLinks-PvdA) en Zeedijk (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over steun aan het maatschappelijk middenveld wereldwijd (ingezonden 15 oktober 2024).
Antwoord van Minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp) (ontvangen
21 november 2024)
Vraag 1
Bent u bekend met de toenemende druk op het maatschappelijk middenveld (kerken, ngo’s,
vakbonden, mensenrechtenverdedigers, etc.) samenhangend met de wereldwijde druk op
democratieën, zoals gesignaleerd door onder andere waakhonden als Civicus en Freedom
House?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Deelt u de conclusies van genoemde bronnen dat de maatschappelijke ruimte (civic space) wereldwijd onder zeer grote druk staat? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 2
Ja, die deel ik. Uit monitoring blijkt dat de ruimte voor maatschappelijke organisaties
wereldwijd krimpt waardoor zij minder veilig en effectief kunnen opereren.
Vraag 3
Onderschrijft u het belang dat maatschappelijke organisaties spelen in onder meer
bevordering van leefbaar loon voor fabrieksarbeiders, leefbaar inkomen voor kleinschalige
boeren, schoon drinkwater, het tegengaan van kinderarbeid en ontbossing, hulp bij
het aanpassen van lokale gemeenschappen aan de gevolgen van klimaatverandering, het
opkomen voor vrouwenrechten, en het voorkomen en tegengaan van gewapende conflicten?
Zo niet, waarom niet?
Antwoord 3
Maatschappelijke organisaties spelen door hun brede ervaring en kennis een grote rol
in sociaaleconomische ontwikkeling, bijvoorbeeld in het toewerken naar toekomstbestendige,
eerlijke en schone waardeketens.
Vraag 4
Heeft u kennisgenomen van het belang dat het bedrijfsleven hecht aan ontwikkelingssamenwerking2? Bent u het eens met de stelling van de top van het Nederlandse bedrijfsleven dat
de sterke Nederlandse economische positie in tal van ontwikkelingslanden onder druk
komt te staan door de grote bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking? Indien niet,
waarom niet?
Antwoord 4
Ja, ik ben bekend met de genoemde artikelen. Het kabinet hecht waarde aan ontwikkelingshulp
die ook voordelen biedt aan het Nederlandse bedrijfsleven in opkomende markten. Het
kabinet zal dergelijke aspecten ook mee laten wegen bij het formuleren van nieuw relevant
beleid.
Vraag 5
Bent u bekend met het werk van bedrijven, ngo’s, vakbonden en kennisinstellingen op
duurzame handelsketens, via onder meer IDH, IMVO-sectorconvenanten en bilaterale samenwerking
tussen bedrijven en ngo’s? Bent u het eens dat ngo’s, vakbonden en kennisinstellingen
unieke kennis hebben van de lokale context in productielanden waar veel Nederlandse
bedrijven actief zijn? Nu de CSRD (rapportagewetgeving) en de CSDDD (ketenzorgplichtwet)
een feit zijn en bedrijven deze wetgeving moeten naleven, ziet u de belangrijke rol
van maatschappelijke organisaties en vakbonden in het ondersteunen van bedrijven bij
hun ketenzorgplicht?
Antwoord 5
Ja, ik ben bekend met hun werk. Het is als Nederlands bedrijf van belang om goed zicht
te hebben op de waardeketen waarin je actief bent, onder andere voor het naleven van
de CSRD en CSDDD. Samenwerking met partijen die kennis hebben van de lokale context
kan daarbij zeer behulpzaam zijn. Het kabinet bevordert deze samenwerking door financiering
van ketenverduurzamingsprogramma’s met productielanden, zoals van IDH en Fair Wear.
Daarnaast faciliteert het kabinet de totstandkoming van sectorale samenwerkingsverbanden,
zoals in de sectoren textiel, hernieuwbare energie en natuursteen. Hierin werken bedrijven,
NGO’s en vakbonden nauw met elkaar samen om risico’s op het terrein van milieu en
mens in toeleveringsketens tot en met productielanden te identificeren en aan te pakken.
Vraag 6
Ziet u meerwaarde om het werk en contacten in productielanden en internationale toeleveringsketens
van bedrijven via maatschappelijke organisaties en vakbonden te behouden? Zo niet,
waarom niet?
Antwoord 6
Bedrijven zoeken vaak actief samenwerking op met maatschappelijke organisaties en
vakbonden in productielanden en internationale toeleveringsketens. Het ligt in de
lijn der verwachting dat de CSRD en de CSDDD prikkels bieden voor bedrijven om die
contacten te behouden of uit te bouwen.
Vraag 7
Bent u bekend met de aangenomen motie Dobbe c.s. (Kamerstuk 36 180, nr. 107), die de regering verzoekt om in het maatschappelijk middenveld te investeren? Bent
u derhalve bereid om de bestaande steun van de Nederlandse regering voorcivic space en maatschappelijke organisaties die zich in ontwikkelingslanden inzetten voor ontwikkeling
te continueren? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 7
Ja, ik ben bekend met de recent aangenomen motie Dobbe c.s. (Kamerstuk 36 180, nr. 107). Deze gaat over het investeren in het maatschappelijk middenveld ten aanzien van
de implementatie van de mondiale gezondheidsstrategie. Over het nieuwe beleid heb
ik u geïnformeerd in de Kamerbrief Toekomst samenwerking met maatschappelijke organisaties
in ontwikkelingshulp (Kamerstuk 36 600, nr. 13) op 11 november 2024.
Vraag 8
Bent u, gelet op de enorme druk opcivic space volgens o.a. Civicus, de VN, de EU, etc. bereid om het Civic Space Fund (CSF) te
handhaven? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 8
Over het nieuwe beleid heb ik u geïnformeerd in de Kamerbrief Toekomst samenwerking
met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingshulp (Kamerstuk 36 600, nr. 13) op 11 november 2024.
Vraag 9
Kunt u de antwoorden op deze vragen toesturen binnen drie weken, of ten minste voor
de behandeling van de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp?
Antwoord 9
Helaas heeft de beantwoording van deze vragen vertraging opgelopen vanwege de publicatie
van de Kamerbrief Toekomst samenwerking met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingshulp
(Kamerstuk 36 600, nr. 13) op 11 november 2024.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.