Schriftelijke vragen : De gepresenteerde Agenda voor Werkend Nederland
Vragen van het leden Yeşilgöz-Zegerius en Aartsen (beiden VVD) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de gepresenteerde Agenda voor Werkend Nederland (ingezonden 20 november 2024).
Vraag 1
Deelt u de mening dat de politiek meer moet opkomen voor mensen met een middeninkomen?
Bent u ermee bekend dat recent onderzoek van I&O Research laat zien dat ook veel Nederlanders
vinden dat de politiek meer moet opkomen voor mensen met een middeninkomen?1
Vraag 2
Kunt u toelichten waarom u in uw Agenda geen hoofdstuk aan middeninkomens heeft gewijd?
Op welke manier zorgt u ervoor dat bij (nieuw) beleid aandacht is voor werkende middeninkomens?
Vraag 3
Kunt u aangeven welke maatregelen uit uw Agenda voor werkend Nederland nieuwe maatregelen
zijn die anders zijn dan reeds ingezet beleid?
Vraag 4
Hoe geeft uw ministerie vorm aan de afspraak uit het Hoofdlijnenakkoord dat alle genomen
maatregelen «niet verder nivelleren»? Kijkt u hierbij ook naar staand beleid wat een
nivellerend effect heeft?
Vraag 5
Kunt u alsnog ingaan op de werken-moet-lonennorm, waarbij werkenden er altijd meer
op vooruit gaan dan niet-werkenden?
Vraag 6
Deelt u de mening dat stijgende prijzen de koopkracht van werkenden onder druk zetten?
Op welke manier houdt dit kabinet de brandstof, energie en boodschappen betaalbaar?
Vraag 7
Hoe past het in uw brief aanhalen van de meerurenbonus als voorbeeld om werken meer
te laten lonen bij het feit dat er geen verdere stappen op dit dossier worden gezet?
Klopt het dat alleen de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
hier nu serieus werk van maakt?
Vraag 8
Bent u bereid uzelf in te zetten om de meerurenbonus in heel Nederland te faciliteren?
Deelt u de mening dat het wenselijk is dat werkgevers die hun personeel willen belonen
voor fulltime werk dat moeten kunnen doen?
Vraag 9
Gezien u schrijft dat het kabinet werkt aan een hervorming van het inkomens- en fiscale
domein en dat «werken moet lonen» hier een uitgangspunt van wordt, bent u bereid een
voltijdbonus mee te nemen in deze hervorming? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Gezien u de WerkUrenBerekenaar van het Nibud noemt als een handig middel om te berekenen
of meer werken loont, wat vindt u ervan dat dit hulpmiddel überhaupt bestaat en nodig
is? Hoe ziet u een voltijdbonus als middel om de WerkUrenBerekenaar zo snel mogelijk
overbodig te maken?
Vraag 11
In hoeverre neemt u de kosten voor kinderopvang, het bedrag wat niet wordt vergoed
door de kinderopvangtoeslag, mee in de berekening van de marginale druk van huishoudens?
Deelt u de mening dat juist dit component zorgt voor een zware marginale druk bij
gezinnen waarvan beide ouders werken of willen werken?
Vraag 12
Denkt u dat het oplossen van niet-gebruik van inkomensondersteuning voor werkenden
armen een structurele oplossing is voor het probleem dat werkenden niet voldoende
kunnen rondkomen? Welke structurele maatregelen gaat u nemen in de lastendruk specifiek
voor deze groep?
Vraag 13
Vindt u het feit dat de Rijksoverheid tot 20:00 uur bereikbaar is, voldoende handvatten
biedt voor werkende mensen om publieke organisaties goed te kunnen bereiken?
Vraag 14
Hoeveel gemeentes en andere overheidsorganisaties zijn op dit moment bijvoorbeeld
niet fysiek of telefonisch bereikbaar buiten reguliere werktijden? Deelt u de mening
dat de extra middelen voor bereikbaarheid van de overheid ook voor werkenden ingezet
moeten worden?
Vraag 15
Herinnert u zich uw toezegging aan het lid Aartsen gedaan bij de behandeling van het
Belastingplan op 14 november 2024 waarbij u aangeeft dat ook de positie van zelfstandigen
terugkomt in de Agenda voor werkend Nederland? Hoe heeft u hieraan invulling gegeven?
Vraag 16
Klopt het dat u in uw Agenda slechts verwijst naar reeds ingezet beleid rondom zelfstandigen
zonder personeel (zzp’ers) zoals de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)
en het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden
(VBAR)? Deelt u de mening dat de verplichte AOV voor alle IB-ondernemers juist zorgt
voor een verslechtering van de koopkrachtpositie van zelfstandigen? Deelt u de mening
dat de huidige vorm van de wet VBAR juist zorgt voor onzekerheid bij zelfstandigen?
Vraag 17
Zelfstandig ondernemers gaan er komend jaar in koopkracht op achteruit, waarom heeft
u de inkomenspositie van zelfstandigen niet nadrukkelijk meegenomen in uw Agenda voor
werkend Nederland? Vindt u dat de overheid er ook moet zijn voor mensen die bewust
kiezen om als zelfstandige te werken en hun bijdrage te leveren? Zo ja, wat doet u
voor deze groep werkenden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Kunt u deze vragen beantwoorden voor de plenaire behandeling van de begroting Sociale
Zaken en Werkgelegenheid?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Dilan Yeşilgöz-Zegerius, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.A. Aartsen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.