Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat 18.000 asielzoekers niet kunnen werken omdat de wachtlijsten voor een bsn torenhoog zijn
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Asiel en Migratie over het bericht dat 18.000 asielzoekers niet kunnen werken omdat de wachtlijsten voor een bsn torenhoog zijn (ingezonden 23 oktober 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Szabó (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Asiel en Migratie (ontvangen 19 november 2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het NOS bericht waar wordt aangegeven dat asielzoekers niet kunnen
werken vanwege de hoge wachtlijsten voor het verkrijgen van een bsn?1
Antwoord 1
Het is voor zowel de samenleving als voor de nieuwkomers zelf van belang dat zij kunnen
deelnemen aan de maatschappij. Een Burgerservicenummer (BSN) is hiervoor randvoorwaardelijk.
Het BSN wordt toegekend bij de inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP).
Voor asielzoekers geldt dat ze ingeschreven worden bij een van de speciaal daarvoor
ingerichte inschrijflocaties. Helaas is het aantal wachtenden voor een inschrijving
inmiddels opgelopen tot ongeveer 17.500 personen.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt nog dit jaar,
met een bijdrage van het Ministerie van Asiel en Migratie, specifieke uitkeringen
aan de gemeente Amsterdam en de gemeente Gilze en Rijen om in de periode van november
2024 tot mei 2025 16.500 inschrijvingen in de BRP te gaan doen. Hierover is uw Kamer
door de Minister van Asiel en Migratie per brief op 25 oktober jl. geïnformeerd2.
Vraag 2
Hoe komt het dat de achterstanden in zo’n korte tijd zo hoog zijn opgelopen, van 2.330
naar 18.000 wachtenden in slechts twee jaar tijd?
Antwoord 2
Allereerst omdat de capaciteit van de huidige inschrijfvoorzieningen onvoldoende is.
Achterstanden kunnen daardoor niet ingelopen worden. Knelpunten bij het uitbreiden
van de capaciteit zijn de krapte op de arbeidsmarkt en specialistische kennis die
nodig is.
Een ander knelpunt bij asielzoekers met een lopende procedure is dat de inschrijving
in de BRP nog niet altijd mogelijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een asielzoeker
zich, mede door de lange doorlooptijden van de procedures bij de IND, nog in een vroeg
stadium van de asielprocedure bevindt en de identiteit van de asielzoeker nog onvoldoende
deugdelijk is vastgesteld. Dit gaat om een kleine groep personen.
Verder verblijven veel mensen op dit moment op een noodopvanglocatie. Het openen en
sluiten van noodopvanglocaties brengt veel verhuisbewegingen met zich mee. Dit kan
leiden tot no show, en daardoor wordt de capaciteit van de BRP-straten niet altijd
voor 100% benut.
In 2023 genomen maatregelen, zoals de invoering van de landelijke planningstafel en
specifieke uitkeringen voor de opschaling van de capaciteit, hebben onvoldoende effect
gehad. Oorzaak was een verhoogde instroom van nareizigers, een inefficiënte planning
van deze doelgroep waardoor een deel van de capaciteit ook onbenut bleef en een teruglopende
beschikbaarheid van de inschrijflocatie in Budel.
Vraag 3
Erkent u dat het slecht is dat mensen moeten wachten tot ze mogen werken of mee mogen
doen?
Antwoord 3
Ja. Het is voor zowel de samenleving als voor de nieuwkomers zelf van belang dat zij
kunnen deelnemen aan de maatschappij, en werk is daarbij een belangrijk onderdeel.
Vraag 4
Erkent u dat het ook kan schelen in de kosten van de opvang omdat van werkende asielzoekers
ook een hogere redelijke bijdrage kan worden gevraagd?
Antwoord 4
In 2024 zijn er tot 13 oktober 2017 spoedverzoeken ingediend in verband met werk.
Daaruit kan niet worden herleid hoeveel mensen daarvan niet konden werken door het
ontbreken van een BSN. Er zijn geen directe cijfers over hoeveel asielzoekers of statushouders
niet aan het werk konden door het ontbreken van een BSN
Het is niet mogelijk om exacte kosten die voortvloeien uit vertragingen in huisvesting
en toegang tot werk door het ontbreken van een inschrijving in de BRP (waarbij een
burgerservicenummer wordt verstrekt) precies in kaart te brengen. Er zijn veel factoren
die dit beïnvloeden.
Vraag 5
Waarom zijn er momenteel maar vijf gemeenten die een bsn kunnen regelen en dus zoveel
gemeenten die dit niet mogen doen?
Antwoord 5
Specifiek voor de eerste registratie van vergunninghouders en asielzoekers in de BRP
is afgesproken (Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom 20153) dat dit wordt gedaan door een aantal aangewezen gemeenten. Door dit bij slechts
een klein aantal gemeenten te beleggen, kon de expertise ten aanzien van deze doelgroep
worden gebundeld. Bij die aangewezen gemeenten zijn inschrijfvoorzieningen («BRP-straten»)
ingericht.
Op dit moment hebben Budel (gemeente Cranendonck), Den Bosch (gemeente Gilze en Rijen),
Ter Apel (gemeente Westerwolde) en Zevenaar (gemeente Arnhem) een inschrijfvoorziening.
Deze gemeenten werken samen met de IND. De IND beschikt over de door asielzoekers
ingeleverde documenten die ook nodig zijn voor de inschrijving in de BRP. De IND stelt
die documenten voor de BRP-straten beschikbaar.
Vraag 6
Op welke termijn worden er meer gemeenten in stelling gebracht om ook een bsn te kunnen
regelen en om hoeveel gemeenten gaat dit?
Antwoord 6
Naast de bij vraag 5 genoemde gemeenten gaat Amsterdam in de periode november 2024
tot mei 2025 asielzoekers en vergunninghouders inschrijven en wordt het aantal inschrijvingen
bij Gilze en Rijen opgehoogd.
Er worden gesprekken gevoerd met drie andere gemeenten over het openen van nieuwe
inschrijfvoorzieningen voor structurele verhoging van de inschrijfcapaciteit. Begin
2025 zal duidelijk worden welke gemeenten een BRP-straat gaan openen en welke inschrijfcapaciteit
daarmee gepaard gaat.
Vraag 7
Ziet u het grote risico dat de enorme bezuinigingen op de gemeenten niet gaan helpen
om dit probleem op te lossen?
Antwoord 7
De Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Asiel en Migratie
hebben incidenteel middelen uit de eigen begrotingen beschikbaar kunnen stellen voor
het inlopen van de achterstanden. Eind 2023 hebben drie BRP-straatgemeenten een Specifieke
Uitkering (SPUK) ontvangen voor de opschaling van hun capaciteit. Amsterdam heeft
eind 2023 een SPUK gekregen om tijdelijk bij te springen. Eind dit jaar zullen Amsterdam
en Gilze en Rijen een (aanvullende) SPUK ontvangen voor de inhaalslag waarmee zij
tot mei 2024 16.500 inschrijvingen zullen doen. Ze hoeven dit dus niet uit eigen middelen
te bekostigen.
De structurele financiering van de bestaande BRP-straten (in Cranendonck, Gilze en
Rijen, Westerwolde en Arnhem) verloopt via een decentralisatie-uitkering uit het Gemeentefonds.
Deze financiering wordt door de VNG herijkt. De financiering voor Amsterdam en de
nieuwe inschrijfvoorzieningen wordt daarbij meegenomen. Ook wordt rekening gehouden
met de capaciteit die nodig zal zijn om de eventueel resterende achterstand in 2025
weg te werken.
Vraag 8
Wie is nu precies verantwoordelijk voor de uitgifte functie van de bsn voor asielzoekers
en statushouders? Zijn dat de gemeentes, is dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties of het Ministerie van Asiel en Migratie? Kunt u in ieder geval
stoppen met naar elkaar wijzen maar verantwoordelijkheid nemen om dit probleem op
te lossen?
Antwoord 8
Het BSN wordt toegekend bij de inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP).
Gemeenten (de colleges van burgemeester en wethouders) zijn verantwoordelijk voor
de inschrijving in de BRP.
Specifiek voor de eerste inschrijving van vergunninghouders en asielzoekers in de
BRP is echter afgesproken (in het bij vraag 5 genoemde bestuursakkoord) dat dit wordt
gedaan door een aantal aangewezen gemeenten. De benodigde expertise is daar gebundeld.
Naar inschrijflocaties van die gemeenten wordt verwezen als «de BRP-straten».
Deze gemeenten ontvangen informatie van én worden ondersteund door de Immigratie-
en Naturalisatiedienst (IND), de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel
(AVIM) van de Politie, de Koninklijke Marechaussee (KMar) en het Centraal Orgaan opvang
Asielzoekers (COA). Deze ondersteuning bestaat onder andere uit het aanleveren van
het dossier met relevante informatie (o.a. brondocumenten), het vaststellen van de
identiteit, het regelen van tolken en het vervoer van de vreemdeling naar de inschrijflocatie.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is betrokken vanwege
de verantwoordelijkheid voor de wet BRP. In de wet BRP zijn de verschillende verantwoordelijkheden
voor de BRP vastgelegd. BZK heeft de rol als stelselverantwoordelijk ministerie.
Het Ministerie van Asiel en Migratie is verantwoordelijk voor en opdrachtgever van
de IND en het COA.
De VNG is betrokken vanwege de financiering van de BRP-straten via de decentralisatie-uitkeringen
uit het Gemeentefonds.
Er is en wordt gewerkt aan verbetering van de governance om de samenwerking tussen
de betrokken partijen te versterken. Voor de aanpak van de problematiek is er in 2024
een structureel directeurenoverleg ingericht met deelnemers uit genoemde betrokken
partijen.
Vraag 9
Wanneer zullen de achterstanden worden weggewerkt?
Antwoord 9
Door de inzet van Amsterdam en Gilze en Rijen van november 2024 tot mei 2025 zal het
grootste deel van de achterstand naar verwachting medio 2025 zijn weggewerkt. Er is
een verhoging van de structurele inschrijfcapaciteit nodig om het restant van de achterstand
op te lossen en niet opnieuw een achterstand op te lopen.
Daarnaast worden er stappen genomen om de landelijke coördinatie, werkproces en planning
te verbeteren. Dit om het proces makkelijker en efficiënter te maken zodat bijvoorbeeld
het aantal gemiste afspraken vermindert.
Of alle wachtenden daadwerkelijk in de BRP ingeschreven kunnen worden moet overigens
per individueel geval worden beoordeeld. Het kan voorkomen dat iemand die wacht (nog)
niet aan de inschrijvingscriteria voldoet. Bijvoorbeeld als de identiteit niet deugdelijk
is vastgesteld.
Vraag 10
Kunnen deze vragen uiterlijk vóór de begrotingsbehandeling Asiel en Migratie worden
beantwoord?
Antwoord 10
Vanwege het herfstreces en de benodigde afstemming is dit niet gelukt, maar zijn de
antwoorden zo snel mogelijk daarna verzonden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.