Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Daniëlle Jansen over het bericht ‘Meer ziekenhuizen in financiële problemen, bedreigt uitvoering Zorgakkoord’
Vragen van het lid DaniëlleJansen (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Meer ziekenhuizen in financiële problemen, bedreigt uitvoering Zorgakkoord» (ingezonden 30 oktober 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 19 november
2024).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van bovenstaand bericht en BDO-onderzoek?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat moet er specifiek veranderen om de zeer beperkte marges aan te pakken, zodat stijgende
personeelskosten, verouderde gebouwen en investeringen in medische innovaties, digitalisering,
verduurzaming en nieuwbouw kunnen worden gefinancierd?
Antwoord 2
De verantwoordelijkheid voor de financiële situatie en bedrijfsvoering ligt bij het
ziekenhuis zelf. Als een ziekenhuis beperkte financiële marges heeft, dan ligt daar
in eerste instantie een belangrijke opgave voor het management van een ziekenhuis
zelf om dit te veranderen.
Verschillende componenten zijn bepalend voor het financiële resultaat van een instelling.
In iedere zorgsector zijn op dit moment algemene factoren van invloed op de instellingsresultaten,
zoals personeelsschaarste en de algemene toename van kosten. In deze context zijn
positieve cijfers niet altijd te verwachten.
Zoals in alle zorgsectoren zijn ook bij de ziekenhuizen verschillen tussen instellingen
van invloed op de resultaten. Ziekenhuizen zijn meer of minder arbeidsintensief of
hebben meer of minder last van gestegen energieprijzen door hun gebouwenbestand of
hun energiecontract. In de ziekenhuissector zijn de meeste tarieven vrij onderhandelbaar
tussen zorgverzekeraar en ziekenhuis. Daarnaast kunnen ook incidentele factoren van
invloed zijn geweest op de resultaten, zoals verkoop met boekwinst van onroerend goed
of het versneld nemen van verliezen.
Vraag 3
Wat zijn volgens u de directe gevolgen voor de patiëntenzorg als deze financiële problemen
bij ziekenhuizen blijven bestaan of verergeren?
Antwoord 3
Zorgaanbieders en zorgverleners zijn zelf op grond van de wet- en regelgeving verantwoordelijk
voor het bieden van zorg van goede kwaliteit. Mochten financiële knelpunten dit in
gevaar brengen, dan moet de zorgaanbieder samen met de zorgverzekeraar en andere betrokkenen
een passende oplossing zoeken.
Zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor de continuïteit van zorg. Mochten zij
daar risico’s zien die zijn niet zelf tegemoet kunnen treden, dan melden zij dat bij
de NZa op grond van het zogenoemde Early Warning Systeem. Dit systeem is er op gericht
ongecontroleerde faillissementen in de zorg te voorkomen.
Vraag 4
Wat kunt u zeggen over de effectiviteit van de tot nu toe bestede transformatiemiddelen
in het kader van de IZA-doelstellingen?
Antwoord 4
Om impactvolle transformaties naar passende zorg te bevorderen is in het kader van
het IZA een bedrag van € 2,8 miljard aan transformatiemiddelen beschikbaar voor de
periode 2023–2027. De IZA-partijen zijn aan de slag met het maken van goede plannen
en zijn hierover ook in constructief overleg met de verzekeraars. Een aantal plannen
is goedgekeurd en wordt geïmplementeerd. Met behulp van het beoordelingskader wordt
op voorhand gekeken of een plan voldoende impactvol is, zowel op het moment van de
snelle toets als ook bij de definitieve indiening. Ook is er een vereiste in het beoordelingskader
opgenomen dat onder elk plan een positieve (maatschappelijke) business case moet liggen.
De plannen die zijn goedgekeurd dragen bij aan verschillende thema’s uit het IZA,
veelal betreft het plannen op het gebied van passende zorg, digitalisering en regionale
samenwerking. Ik kan op dit moment nog geen uitspraken doen over de effectiviteit
van deze plannen omdat de plannen die van start zijn gegaan net zijn opgestart en
er nog geen plannen zijn die volledig zijn geïmplementeerd. Met het aanvullend zorg-
en welzijnsakkoord wil ik met de IZA- partijen afspraken maken over een gerichtere
inzet van de transformatiemiddelen, zodat deze nog beter gaan bijdragen aan de noodzakelijke
transformatie.
Vraag 5
Hoe gaat u voorkomen dat de regionale verschillen in zorgtoegankelijkheid toenemen
als ziekenhuizen in financiële problemen moeten bezuinigen of zelfs sluiten?
Antwoord 5
Ik wil kleinere ziekenhuizen in de stad en streekziekenhuizen in de regio relevant
houden en waar nodig maken. Dat wil zeggen dat voor iedereen in Nederland zorg dichtbij
beschikbaar is. Mocht er op enig moment een complexe operatie nodig zijn dan wordt
doorverwezen naar een hooggespecialiseerd ziekenhuis. De patiënt gaat zodra het kan
weer terug naar het eigen ziekenhuis, waar de eigen specialist de zorg overneemt en
naasten gemakkelijker op bezoek kunnen komen. Dit komt de toegankelijkheid voor patiënten
ten goede. Om deze beweging te ondersteunen neemt dit kabinet de volgende stappen
om de randvoorwaarden voor het zorglandschap in Nederland te veranderen:
1. Bekostiging op basis van een vast budget. Ik wil dat de acute spoedeisende hulp, acute
verloskunde en de intensive care afdelingen gefinancierd worden op basis van een vast
budget. De NZa wordt gevraagd gefaseerd en zo snel mogelijk budgetbekostiging mogelijk
te maken. Dit geeft zekerheid voor kleinere ziekenhuizen en maakt samenwerking gemakkelijker.
Zorgverzekeraars kopen deze zorg in op dezelfde manier als ambulancezorg. Op deze
manier werkt het kabinet aan minder marktwerking in de zorg en toegankelijkere zorg
in de regio.
2. Meerjarige financiële afspraken. Ik wil met zorgverzekeraars afspreken dat zij meerjarige
financiële afspraken met ziekenhuizen maken.
3. Grote ziekenhuizen ondersteunen kleine ziekenhuizen. Ik wil ervoor zorgen dat ziekenhuizen
meer samenwerken en volwaardige streekziekenhuizen behouden blijven. Grote ziekenhuizen
gaan kleine ziekenhuizen ondersteunen, zodat zij goede zorg kunnen leveren en operaties
van meer eenvoudigere aard worden niet langer gecentreerd.
4. Aanpassing regelgeving. Ik wil ervoor zorgen dat de beschikbaarheid van spoedeisende
zorg en acute verloskunde in iedere regio goed geregeld is. Het kabinet zal daarom
de regelgeving aanpassen die gevolgd moet worden als een ziekenhuis overweegt het
aanbod van acute zorg op een bepaalde locatie te beperken. Omdat hier tijd voor nodig
is, stelt het kabinet een handreiking op voor wat er in de tussentijd nodig is om
te voorkomen dat de beschikbaarheid van de spoedzorg in het geding komt
Daarnaast wil ik dat vraag en aanbod van zorg in de regio beter op elkaar zijn afgestemd.
De ROAZ- en regioplannen zijn hiervoor de basis en dienen verder te worden doorontwikkeld.
Vraag 6
Welke concrete maatregelen stelt u voor om de noodzakelijke duurzame investeringsruimte
te creëren voor het succesvol uitvoeren van de grote hervormingen uit het Integraal
Zorgakkoord (IZA)?
Antwoord 6
Er is in totaal € 2,8 miljard aan transformatiemiddelen beschikbaar gesteld om de
gewenste transformatie in het kader van het IZA uit te kunnen voeren.
Vraag 7
Hoe kijkt u naar de analyse in het rapport dat naarmate een ziekenhuis beter wordt
in het leveren van passende zorg, de financiële resultaten steeds verder uitgehold
worden?
Antwoord 7
In het Regeerprogramma wordt de beweging naar meer passende zorg onderschreven. Het
zou niet zo mogen zijn dat de bekostiging en/of financiering deze beweging daarbij
in de weg staat. Ik ga niet mee in de oorzaak-gevolg relatie die in het rapport wordt
gesteld waarbij het leveren van passende zorg niet zou lonen. Of sterker nog: dat
dit een negatieve financiële impact zou hebben. Dat is een te eenzijdige benadering.
De oorzaken van financiële problemen kunnen ook liggen op terreinen die niet direct
met bekostiging en/of financiering van ziekenhuizen te maken hebben. Denk bijvoorbeeld
aan het tekort aan personeel of gestegen kosten. Kortom, de financiële situatie van
ziekenhuizen wordt door een combinatie van verschillende factoren beïnvloed.
Ik zie wel dat het sturen op passende zorg nog beter kan. Om dit te ondersteunen zal
de bekostiging onder andere eenvoudiger moeten worden. Zie bijvoorbeeld de plannen
voor de invoering van budgetbekostiging op basis van beschikbaarheid in de acute zorg
en verschillende trajecten om domein- en sectoroverstijgende samenwerking gemakkelijker
te bekostigen. Langs deze weg zou passende zorg uiteindelijk in de breedst mogelijke
zin moeten lonen, voor zowel patiënt als zorgaanbieder. Om deze redenen wil ik ook
het sturen op passende zorg onderdeel laten zijn van het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord.
Vraag 8
Hoe kijkt u naar de oproep in het rapport dat de Nederlandse Zorgautoriteit en de
zorgverzekeraars de bekostiging van de zorg in ziekenhuizen zo moeten veranderen,
dat passende zorg juist financieel gaat lonen?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Welke rol ziet u voor zorgverzekeraars in deze ontwikkelingen, en wat zou er bij hen
moeten veranderen om ziekenhuizen meer financieel perspectief te bieden? Overweegt
u aanvullende afspraken met zorgverzekeraars om een gelijkmatiger financiering van
ziekenhuizen te garanderen? Overweegt u een nieuwe variant pxq voor zorgverzekeraars?
Zo niet, waarom niet?
Antwoord 9
Zorgverzekeraars kopen zorg in om aan hun zorgplicht voor hun verzekerden te kunnen
voldoen. Zij willen daarbij goede zorg inkopen voor een goede prijs zodat de premies
voor hun verzekerden betaalbaar blijven. Zorgverzekeraars onderhandelen met de zorgaanbieders
hierover. Het is aan de zorgverzekeraars en de zorgaanbieders om daarbij tot goede
afspraken te komen, waarbij zorgverzekeraars aan hun zorgplicht kunnen voldoen en
zorgaanbieders hun kosten kunnen dekken.
Ik wil in een aanvullend akkoord met zorgaanbieders en zorgverzekeraars afspraken
maken. Deze afspraken moeten worden gericht op het realiseren van de noodzakelijke
veranderingen om de zorg gelijkwaardiger toegankelijk krijgen en zorgaanbieders meer
zekerheid te bieden over een meerjarig perspectief. Daardoor zijn zij ook beter in
staat om personeel aan zich te kunnen binden. Daarnaast ben ik met het Zorginstituut
en de NZa aan de slag om goede voorbeelden te delen over goede voorbeelden rond contracteren
en partijen handvatten te geven, zodat zij dit zelf kunnen toepassen.2
Vraag 10
Welke stappen kunnen u en de zorgverzekeraars ondernemen om de financiering van ziekenhuizen
te verbeteren, zodat passende zorg financieel aantrekkelijker wordt?
Antwoord 10
In het regeerprogramma is afgesproken dat de acute spoedeisende hulp, acute verloskunde
en de IC-afdelingen via een vast budget gefinancierd gaan worden. Hierover ben ik
in gesprek met de NZa. Daarnaast is in het regeerakkoord is afgesproken om te komen
tot meer meerjarige afspraken tussen zorgverzekeraars en ziekenhuizen om de toegankelijkheid
voor patiënten te borgen en om personeel te behouden voor streekziekenhuizen. In het
aanvullend zorg en welzijn akkoord ga ik hier met partijen afspraken over maken.
Verder zet ik mij in om passende zorg te bevorderen. In het IZA zijn hierover met
partijen afspraken gemaakt en zijn partijen actief aan de slag om passende zorg te
implementeren. De NZa en het Zorginstituut ondersteunen daarbij door bijvoorbeeld
goede voorbeelden van passende zorg en meer «relationeel contracteren» te delen en
hierbij ook hulpmiddelen aan te reiken.3
Vraag 11
Welke maatregelen neemt u om de financiële prikkel voor het uitvoeren van veel medische
handelingen te verminderen, zodat financiële gezondheid niet langer afhankelijk is
van productievolume?
Antwoord 11
Ik ben het met uw Kamer eens dat er op onderdelen binnen de huidige ziekenhuisbekostiging
een ongewenste productieprikkel aanwezig is. Via het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord
zet ik in op meer stimuleren van passende zorg. Als onderdeel hiervan probeer ik de
bekostiging zo éénvoudig mogelijk te houden. Ik zal ook kritisch kijken waar de bekostiging
veranderd moet worden om de toegankelijkheid van zorg te garanderen en waar mogelijk
te verbeteren. Zie bijvoorbeeld de voornemens voor bekostiging op basis van beschikbaarheid
in de acute zorg.
Tot slot: het is in de eerste plaats aan zorgaanbieders en zorgverzekeraars om in
de contractering tot financiële afspraken te komen waarbij de inkomsten minder productieafhankelijk
zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.