Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Bamenga over het bericht dat een van de Regionale Informatie en Expertisecentra (RIEC) jarenlang persoonsgegevens over nationaliteit en land van herkomst verzamelde
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Bamenga (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat een van de Regionale Informatie en Expertisecentra (RIEC) jarenlang persoonsgegevens over nationaliteit en land van herkomst verzamelde (ingezonden 25 september 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 18 november 2024).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 319.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel van Follow the Money waaruit duidelijk wordt dat het
RIEC jarenlang gegevens over de nationaliteit en het land van herkomst heeft geregistreerd?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van uitspraken die worden gedaan in de conceptanalyse van de RIEC zoals
«Een Turk zal er alles aan doen om geen belasting te betalen» en dat Nederlandse Turken
«erg bedreven» zijn als het gaat om belastingfraude en toeslagenfraude?
Antwoord 2
In het artikel van Follow the Money wordt verwezen naar een conceptanalyse die in
2016 door het RIEC Noord-Holland is opgesteld. Zowel ikzelf als alle betrokken organisaties
die verbonden zijn aan het RIEC-samenwerkingsverband nemen nadrukkelijk afstand van
de verwerpelijke bewoordingen. In onze organisaties hoort dit taalgebruik niet thuis.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat een samenwerkingsverband als het RIEC analyses maakt op basis
van aannames dat de Turkse gemeenschap bij voorbaat verdacht is als het gaat om de
aanpak van fraude en criminaliteit?
Antwoord 3
De stelling in de vraag is niet juist. De RIEC-samenwerkingsverbanden werken signaal
gestuurd en niet op basis van aannames of vooroordelen. Specifiek ten aanzien van
een RIEC-casus is het zo dat deze alleen kan worden opgestart op basis van signalen
van georganiseerde ondermijnende criminaliteit van minimaal twee overheidsdiensten.
Nationaliteit is niet zo’n signaal. Het is wel mogelijk dat in bepaalde vormen van
criminaliteit, zoals bijvoorbeeld mensenhandel, etniciteit of nationaliteit een rol
speelt in de criminele keten. Dat kan dan zorgen voor een aantal subjecten met eenzelfde
achtergrond in deze casus. In de aangehaalde conceptanalyse is ook op die manier gewerkt.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat het RIEC, zoals in Noord-Holland, hele buurten heeft aangemerkt
als knelpunt, en zo een grote hoeveelheid gegevens over personen heeft verzameld?
Klopt het dat mensen in de buurten als gevolg hiervan onder een vergrootglas liggen
en een grotere kans hebben gecontroleerd te worden of te maken krijgen met toezicht
en handhaving?
Antwoord 4
De stuurgroep van een RIEC heeft de mogelijkheid om een handhavingsknelpunt aan te
wijzen indien een mogelijk maatschappij ondermijnende situatie ontstaat. Handhavingsknelpunten
zijn door de desbetreffende stuurgroep RIEC als zodanig aangewezen personen of groep
personen, gebied of branche, waarover verschillende overheden of bestuursorganen signalen
bereiken dat de geldende regelgeving structureel niet wordt nageleefd hetgeen mogelijk
leidt tot een maatschappij ondermijnende situatie, bestaand uit bestuursrechtelijk
of strafrechtelijk te sanctioneren gedragingen (art. 1.7 van het Convenant).
De exacte stappen en voorwaarden van dit proces zijn beschreven in de procesbeschrijving
Handhavingsknelpunten. Beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit zijn daarbij
leidend en dat is ook belangrijk. Dat betekent dus niet dat er zonder kaders informatie
kan worden verwerkt over de burgers en bedrijven die binnen het gebied van een handhavingsknelpunt
wonen of werken.
De RIEC-samenwerkingsverbanden werken onder de principes van de AVG. Dat betekent
dat er zo min mogelijk verwerking van persoonsgegevens is, dat er een doelbinding
moet zijn en dat het proportioneel moet zijn.
Vraag 5 en 6
Wat vindt u ervan dat een deel van de reden waarom buurten als knelpunt worden bestempeld
is omdat volgens het RIEC «een opvallend groot aandeel worden bewoond door Turkse
Nederlanders»?
Kunt (data- en netwerk-) analyses en rapportages aanleveren waarin nationaliteit,
geboorteland, cultuur, of sociaaleconomische klasse een rol heeft gespeeld? Zaten
hier ook analyses bij die zich focusten op een specifieke buurt of woonwijk? Kunt
u uitsluiten dat groepen mensen bijvoorbeeld op grond van nationaliteit, herkomst
of sociaaleconomische klasse meer in beeld zijn gekomen?
Antwoord 5 en 6
In z’n algemeenheid kan ik melden dat nationaliteit of geboorteland nooit criteria
zijn om buurten als handhavingsknelpunt aan te wijzen en dit is in het verleden ook
niet het geval geweest. De RIEC-samenwerkingsverbanden hanteren het middel van een
handhavingsknelpunt uitsluitend op basis van concrete signalen gerelateerd aan georganiseerde
criminaliteit en niet op basis van demografische kenmerken.
Een casus of handhavingsknelpunt binnen het RIEC-samenwerkingsverband start altijd
met een RIEC-signaal. Een RIEC-signaal bestaat uit meerdere aanwijzingen (gedragingen
of situaties) van meerdere RIEC-partners met betrekking tot een persoon, gebied of
bedrijf dat mogelijk sprake is van ondermijnende georganiseerde criminaliteit (zoals
vastgelegd in het RIEC-convenant). Nationaliteit is niet zo’n signaal en datzelfde
geldt voor geboorteland. Mensen met een bepaald geboorteland of nationaliteit hebben
ook niet meer kans om in een RIEC-casus te belanden op basis daarvan. Het is wel mogelijk
dat in bepaalde vormen van criminaliteit, zoals bijvoorbeeld mensenhandel, nationaliteit
een rol speelt in de criminele keten. Dat kan dan zorgen voor een aantal subjecten
met eenzelfde achtergrond in deze casus. Het vertrekpunt van het onderzoek is dan
echter niet nationaliteit of geboorteland.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het bezwaarlijk is dat burgers amper inzicht kunnen krijgen
in hun gegevens omdat een samenwerkingsverband in dit opzicht een verwarrende status
heeft? Bij wie kunnen mensen terecht als ze willen weten welke persoonsgegevens over
hen zijn verzameld en gedeeld binnen het samenwerkingsverband? Hoe heeft het RIEC
dat ingericht?
Antwoord 7
Burgers kunnen zicht krijgen op hun gegevens. Op grond van artikel 15 van de Algemene
verordening gegevensbescherming (AVG) kunnen individuele burgers verzoeken om inzage
in het gebruik van de individuele persoonsgegevens. Dat geldt ook voor inzage in het
gebruik van persoonsgegevens door de RIEC-samenwerkingsverbanden. Dergelijke verzoeken
kunnen gericht worden aan de convenantpartners en zullen conform de AVG worden afgehandeld.
Dat heeft er mee te maken dat een RIEC een samenwerkingsverband is en geen rechtspersoonlijkheid
heeft. Informatie die in RIEC-verband wordt verwerkt gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid
van de convenantpartners. In de beantwoording van een verzoek om een overzicht van
persoonsgegevens wordt onder meer informatie verstrekt over het doel van de verwerking
van de persoonsgegevens, de ontvangers van de gegevens en de herkomst van de gegevens.
Een individuele burger kan bij de convenantpartners te allen tijde schriftelijk bezwaar
aantekenen tegen de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens in het RIEC-samenwerkingsverband.
Binnen vier weken na ontvangst van het bezwaar wordt beoordeeld of dit bezwaar gerechtvaardigd
is.
In de Wet Gegevensdeling door Samenwerkingsverbanden (WGS) die in 2025 ingaat, worden
AVG-verzoeken makkelijker voor de burger, omdat er voor elk RIEC-samenwerkingsverband
een algemeen contactpunt wordt ingericht waar burgers een AVG-verzoek kunnen indienen.
Vraag 8
Ziet u, net als onderzoeker Gerwin van Schie van de Universiteit Utrecht, dat het
risico van deze werkwijze is dat mensen ten onrechte worden benadeeld maar ook dat
anderen juist het voordeel van de twijfel krijgen waar zij dit wellicht juist niet
verdienen?
Antwoord
Deze zorg heb ik niet, omdat de RIEC-werkwijze zich niet baseert op vooroordelen of
aannames, maar handelt op concrete signalen van betrokkenheid bij georganiseerde criminaliteit.
Zie hiervoor de beantwoording van vragen 5 en 6.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het bezwaarlijk is dat journalisten via een Wet open overheid
(Woo)- verzoek al jaren bezig zijn deze informatie te verzamelen en dat dit ook is
bemoeilijkt doordat het een samenwerkingsverband is met een aparte juridische status
op dit vlak?
Antwoord 9
Nee, die mening deel ik niet. Een RIEC-samenwerkingsverband bestaat uit een netwerk
van samenwerkende overheidsorganisaties. Woo-verzoeken kunnen worden ingediend bij
iedere convenantpartner. Binnen het samenwerkingsverband is vervolgens afstemming
tussen de verschillende convenantpartners over de verdere afhandeling van een Woo-verzoek.
Dit wordt ook zo door de Woo voorgeschreven (de zogenoemde zienswijze procedure).
Vraag 10
Hoe kan het dat de belastingdienst al in september 2021 het bijhouden van nationaliteit
had gezien bij het RIEC en een brandbrief had gestuurd maar dat pas acht maanden later
het Landelijk Informatie- en Expertisecentrum (LIEC) opdracht heeft gegeven hier officieel
mee te stoppen?
Antwoord 10
De brief van de Belastingdienst dateert van januari 2022. Na afstemming met de partners
in het RIEC-samenwerkingsverband is de werkwijze sinds juni 2022 aangepast.
Voor die tijd werd op het signaalformulier van de RIEC-samenwerkingsverbanden onder
andere gevraagd naar nationaliteit en geboorteland. Dit met het doel om de juiste
persoon te kunnen identificeren. Deze gegevens zijn afkomstig uit de Basisregistratie
Personen (BRP) en werden destijds als de basisgegevens (NAW gegevens: naam, adres,
woonplaats) gezien. Nationaliteit is wettelijk gezien geen bijzonder persoonsgegeven,
evenwel is onder andere door de toeslagenaffaire een vergroot bewustzijn gekomen over
de risico's op discriminatie die het gebruik van dit soort persoonsgegevens met zich
mee kan brengen. Na de constatering over onvoldoende duidelijkheid over de noodzaak
(vanuit het oogpunt van proportionaliteit) om gegevens zoals geboorteland en nationaliteit
te verwerken, en gelet op het risico dat verwerking van dit soort gegevens met zich
meebrengt, is besloten het gegeven uit het signaalformulier te laten verwijderen.
De overheden die samenwerken binnen de RIEC-samenwerkingsverbanden hebben hun gegevensverwerkingen
daarop aangepast.
Vraag 11
Klopt het dat doordat deze opschoning niet direct heeft plaatsgevonden hiermee ook
de motie Marijnissen c.s. niet is opgevolgd omdat de motie wel degelijk impliceerde
dat het ook betrekking heeft op samenwerkingsverbanden?2 Hoe is het mogelijk dat de motie aldus is uitgelegd alsof deze enkel betrekking heeft
op overheidsinstellingen, en het RIEC geen overheidsinstelling is maar een samenwerkingsverband
van (voornamelijk) overheidsinstellingen? Wat vindt u hiervan?
Antwoord 11
De informatie die de RIEC-samenwerkingverbanden verwerken zijn afkomstig van overheidsdiensten.
Het RIEC coördineert op instructie en onder verantwoordelijkheid van de gezamenlijke
partners de informatie-uitwisseling binnen het RIEC-samenwerkingsverband. Eventuele
opschoning valt dus onder de verantwoordelijkheid van de overheidspartners die zijn
aangesloten bij het RIEC-samenwerkingsverband. Dat lijkt mij ook het meest zuiver.
Vraag 12 en 13
Bent u bereid statistisch onderzoek te doen naar aanwijzingen dat personen met een
niet-Nederlandse achtergrond of een lagere sociaal-economische klasse veel vaker zijn
onderzocht door het RIEC dan mensen met een Nederlandse achtergrond of een hogere
sociaal-economische klasse? Zo nee, waarom niet?3
Bent u bereid om de Autoriteit Persoonsgegevens te vragen om onderzoek te doen naar
het handelen van de RIEC?
Antwoord 12 en 13
Nee. De RIEC-samenwerkingsverbanden hebben tot 2022 gegevens verwerkt over nationaliteit
en geboorteland en hebben daarna hun werkwijze aangepast. Zoals ik ook in de beantwoording
op vraag 5 heb aangegeven, wordt een casus of handhavingsknelpunt binnen het RIEC-samenwerkingsverband
altijd gestart met een RIEC-signaal. Een signaal bestaat uit meerdere aanwijzingen
(gedragingen of situaties) van meerdere RIEC-partners met betrekking tot een persoon,
locatie of bedrijf dat mogelijk sprake is van ondermijnende georganiseerde criminaliteit
(zoals vastgelegd in het RIEC-convenant). Nationaliteit is niet zo’n signaal en is
dat ook nooit geweest. Datzelfde geldt voor iemands geboorteland. Het is wel mogelijk
dat in bepaalde vormen van criminaliteit, zoals bijvoorbeeld mensenhandel, nationaliteit
een rol speelt in de criminele keten. Dat kan dan zorgen voor een aantal subjecten
met eenzelfde achtergrond in deze casus. Het vertrekpunt van het onderzoek is dan
echter niet nationaliteit of geboorteland.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.