Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Joseph over het onderzoek naar de tevredenheid over hoorrecht onder gewezen deelnemers en gepensioneerden
Vragen van het lid Joseph (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het onderzoek naar de tevredenheid over hoorrecht onder gewezen deelnemers en gepensioneerden (ingezonden 12 november 2024).
Antwoord van Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 14 november
2024).
Vraag 1
Kunt u de offerteaanvraag (kenmerk 2024–0000575876) voor het onderzoek naar het hoorrecht
en de overeenkomst aan de Kamer doen toekomen?1
Antwoord 1
U ontvangt de offerteaanvraag en de overeenkomst. Deze zijn als bijlagen bij de beantwoording
toegevoegd. Hierbij dient opgemerkt te worden dat bedrijfsvertrouwelijke informatie
niet zal worden verstrekt.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel pensioenfondsen benaderd zijn en hoeveel pensioenfondsen uiteindelijk
hebben deelgenomen aan het onderzoek? Kunt u voor elk van deze fondsen aangeven hoeveel
deelnemers ze hebben en hoe ver ze in het transitieproces zijn?
Antwoord 2
Om te beginnen wil ik, zoals ook met uw Kamer is gedeeld tijdens het tweeminutendebat
30 mei jongstleden, aangeven dat het onderzoek naar de tevredenheid over hoorrecht
onder gewezen deelnemers en gepensioneerden het oogmerk heeft om algemene lessen te
trekken en niet om in te gaan op individuele casussen. Het is namelijk niet aan mij
om als Minister te oordelen over individuele casussen.
Deze algemene lessen leest u terug in het rapport. Deze bevindingen zijn in lijn met
de eerder uitgevoerde quickscan hoorrecht naar aanleiding van de motie van I. van
Dijk (CDA)2 en de peiling die door Ipsos is uitgevoerd. Zoals in het rapport is aangegeven zijn
ten behoeve van het onderzoek twintig pensioenfondsen benaderd om een survey uit te
zetten onder gewezen deelnemers en gepensioneerden. Hiervan hebben twee pensioenfondsen
deelgenomen3. Zowel het aantal deelnemers van elk fonds als de fase waarin de fondsen zich in
het transitieproces bevinden, betreft herleidbare informatie op fondsniveau waardoor
ik deze informatie niet met uw Kamer kan delen.
Voor wat betreft de case studies die aanvullend zijn verricht, is een zestal casussen
bezien. Deze casussen zijn door het onderzoeksbureau geselecteerd op basis van de
criteria zoals genoemd in de offerte: «[.] een drietal specifieke situaties waarin
het hoorrecht al dan niet is toegepast en al dan niet tot aanpassingen in het transitieplan
heeft geleid». Uiteindelijk heeft er een verdubbeling van het aantal casussen plaatsgevonden,
ten opzichte van het aantal dat in de offerte was beoogd. Reden is dat hiermee een
beter afgewogen beeld van de markt kon worden gegeven. Echter, ook hiervoor geldt
dat informatie over het aantal deelnemers alsook de fase waarin de fondsen zich in
de transitieproces bevinden niet met uw Kamer gedeeld kan worden omdat dit herleidbare
informatie op fondsniveau betreft.
Vraag 3
Klopt het dat er case studies gemaakt zijn voor het onderzoek? Gezien het gebruikelijk
is om bij onderzoeken ook de bijbehorende case studies te publiceren, kunt u ervoor
zorgen dat deze case studies openbaar worden en per ommegaande aan de Kamer gestuurd
worden?
Antwoord 3
Ja, het klopt dat er ter aanvulling case studies zijn gedaan voor het onderzoek zoals
beschreven in het rapport. In de offerteaanvraag is aangegeven dat de uitkomsten van
de case studies hun weerslag moeten krijgen in het rapport. Dat is ook gebeurd.
In overleg tussen het ministerie en het onderzoekbureau is bezien of ook het opnemen
van de gespreksverslagen van de case studies in het rapport, in het belang is van
het onderzoek. Aangezien het onderzoek is bedoeld om algemene lessen te trekken en
niet om in te gaan op individuele casussen, zoals ik in vraag 2 heb aangegeven, zijn
de onderliggende verslagen voor de case studies niet opgenomen. Bij een onderzoek,
in opdracht van het ministerie, is het van belang dat bepaalde onderdelen daarvan
in vertrouwen kunnen plaatsvinden. Zo dient bijvoorbeeld de vertrouwelijkheid van
de participanten te allen tijde gewaarborgd te zijn. Zonder deze waarborgen zullen
partijen zeer waarschijnlijk niet bereid zijn om in de toekomst mee te werken aan
dergelijke onderzoeken die het ministerie initieert. De onderliggende verslagen worden
om voorgenoemde redenen niet met uw Kamer gedeeld.
Vraag 4
Kunt u bovenstaande vragen voor woensdag 13 november 17.00 uur beantwoorden?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Kunt u alle correspondentie tussen EY en het ministerie over dit onderzoek, inclusief
de conceptversies, binnen drie weken aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord5
Hierin kan ik uw Kamer tegemoetkomen, met in achtneming van het onderzoeksbelang en
het feit dat ik niet inga op individuele casussen. Dat betekent dan ook dat conceptversies
van het rapport niet met uw Kamer gedeeld worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.