Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het nieuws dat rijkere gemeenten meer sociaaljuridische hulp hebben en dat er juist minder sociaaljuridische hulp is in gemeenten met meer mensen met schulden
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het nieuws dat rijkere gemeenten meer sociaaljuridische hulp hebben en dat er juist minder sociaaljuridische hulp is in gemeenten met meer mensen met schulden (ingezonden 11 oktober 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 13 november
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 435.
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek van de Hogeschool Utrecht dat rijkere gemeenten meer
sociaaljuridische hulp hebben en dat er juist minder variatie is in sociaaljuridische
hulp in gemeenten met meer mensen met schulden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het met de stelling eens dat deze situatie, die blijkt uit het onderzoek, onwenselijk
is?
Antwoord 2
De Hogeschool Utrecht heeft op basis van een eerdere inventarisatie uit 2023 van het
(lokale) aanbod aan sociaaljuridische dienstverlening2 gekeken naar de relatie tussen enerzijds het aanbod en anderzijds diverse kenmerken
van gemeenten en hun inwoners.
Het onderzoek van de Hogeschool Utrecht maakt duidelijk dat niet alleen sprake is
van grote verscheidenheid in het aanbod aan sociaaljuridische dienstverlening maar
ook dat het aanbod slechts deels lijkt aan te sluiten bij de vermoedelijke behoeften
van de inwoners van een gemeente. Op een aantal punten troffen de onderzoekers een
ander verband aan dan zij verwachtten. Zo is er minder sociaal juridische ondersteuning in gemeenten waar meer huishoudens met problematische
schulden zijn, en juist meer sociaal juridische ondersteuning in gemeenten met gemiddeld meer welvaart onder inwoners.
Overigens kent het onderzoek methodologische beperkingen en geeft het geen inzicht
in gebruik van het sociaaljuridische aanbod en (de kwaliteit van) de uitkomsten van
de dienstverlening. Bovendien vermelden de onderzoekers in voetnoot 25 dat CBS data
over inkomens rond de Wrb-grens een betere indicator van behoefte en gebruik van eerstelijns
juridische dienstverlening kunnen zijn dan de gemiddelde financiële welvaart van inwoners,
zoals gebruikt in het onderzoek.
Het is belangrijk dat iedereen in Nederland toegang heeft tot sociaaljuridische hulp.
Of het nu gaat om schulden, problemen met een overheidsinstantie of een huurwoning,
ontslag of een complexe echtscheiding. Gemeenten worden aangemoedigd naar aanleiding
van het onderzoek nader te toetsen of en hoe deze aansluiting beter zou kunnen. Mijn
departement zal nadere gesprekken hierover op landelijk niveau initiëren, met onder
andere Divosa.
Specifiek vanuit mijn verantwoordelijkheid voor het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand
zet ik in op goede toegang tot en versterking van de dienstverlening door het Juridisch
Loket en op samenwerking tussen het juridisch en het sociale domein in regio’s. Op
deze manier wordt bevorderd dat het aanbod sociaal juridische dienstverlening beter
gaat aansluiten bij de behoeften van de inwoners.
Vraag 3
Bent u het met de stelling eens dat dit in de praktijk rechtsongelijkheid kan opleveren
en in stand kan houden?
Antwoord 3
Enkel op basis van het onderzoek van de Hogeschool Utrecht kan niet geconcludeerd
worden dat sprake zou zijn van rechtsongelijkheid. Wel geeft het extra aanleiding
om lokaal en landelijk in gesprek te gaan over het verbeteren van de aansluiting tussen
(lokale) sociaaljuridische dienstverlening en de behoeften van inwoners.
Vraag 4
Vindt u ook dat deze situatie ervoor pleit om te komen tot een laagdrempelig en landelijk
dekkend netwerk van voorzieningen voor sociaaljuridische hulp?
Antwoord 4
Het is essentieel in een rechtsstaat dat burgers goede toegang hebben tot het recht,
waaronder (sociaal)juridische hulp. Het Juridisch Loket is de landelijke organisatie
voor eerstelijns rechtshulp. Burgers met een laag inkomen kunnen voor een breed scala
aan vragen terecht op ruim 50 plekken verspreid door het land. Ook zijn er een (gratis)
telefoonnummer en een website waar veel relevante informatie te vinden is. Het begrip
«sociaaljuridische dienstverlening» is echter veel breder en valt grotendeels buiten
het bereik van mijn departement. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor schuldhulpverlening
en bepalen zelf hoe zij hulp bij schulden en eventuele andere vormen van sociaaljuridische
dienstverlening inrichten, zoals sociaal raadsliedenwerk.
Wanneer sprake is van financiële problemen kan de burger terecht bij de gemeentelijke
schuldhulpverlening. Daarnaast kunnen burgers met geldzorgen contact opnemen met Geldfit
via het gratis telefoonnummer (0800-8115) of via de chat of e-mail. Medewerkers van
Geldfit staan burgers te woord, beantwoorden vragen en/of verwijzen door naar passende
ondersteuning. De afgelopen jaren is ingezet op het verbeteren van de dienstverlening
van gemeenten op het gebied van armoede en schulden door middel van acties uit de
aanpak geldzorgen, armoede en schulden.3 Gemeenten hebben hiervoor extra middelen vanuit het Rijk ontvangen.4 Ook zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt over de basisdienstverlening, onder andere
om de verschillen tussen gemeenten in de dienstverlening bij schuldhulpverlening te
verkleinen.5 Ook het huidige kabinet heeft nadrukkelijk aandacht voor problematische schulden.
Momenteel worden een aantal maatregelen uitgewerkt vanuit de Kabinetsreactie op het
Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) problematische schulden, dat recent aan
uw Kamer is aangeboden.6 Hierbij is er nadrukkelijk aandacht voor een zorgplicht van gerechtsdeurwaarders
met een bijbehorende signaalfunctie.
Ook in bredere zin is de aandacht voor lokale rechtsbescherming gegroeid. Divosa kan
op verzoek gemeenten ondersteuning geven bij het versterken hiervan. Vanuit het programma
Robuuste Rechtsbescherming ontwikkelde Divosa samen met Sociaal Werk Nederland in
2023 een mooie handreiking voor gemeenten, die bouwstenen bevat voor het inrichten
van sociaaljuridische dienstverlening.7
In de Kabinetsreacties op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid
en Dienstverlening (PEFD) en het rapport van de staatscommissie rechtstaat («De gebroken
belofte van de rechtstaat») zal nader ingegaan worden op het onderwerp laagdrempelig
en landelijk dekkend netwerk.
Vraag 5
Gaat u zich inzetten om ervoor te zorgen dat deze situatie wordt gekeerd en dat in
alle gemeenten een laagdrempelige voorziening voor rechtshulp beschikbaar komt en
een diverse inzet aan sociaaljuridische ondersteuning, met als doel dat alle inwoners
van ons land betere toegang tot het recht krijgen?
Antwoord 5
Voldoende nabijheid van sociaaljuridische ondersteuning en de mogelijkheid voor persoonlijk
contact zijn overal belangrijk. Dit behoeft extra aandacht in regio’s waar het voorzieningenniveau
laag is. Het Rijk en de gemeenten moeten samenwerken om de dekking van sociaaljuridische
ondersteuning te verbeteren. Ik zal mij hiervoor inzetten door het gesprek aan te
gaan op landelijk niveau. Er loopt een ontwikkeltraject in de regio Noord/Midden Limburg,
waarbij JenV samen met het Juridisch Loket, Divosa, enkele gemeenten, sociaal raadslieden
en andere maatschappelijke organisaties, een vorm van samenwerking opzetten om mensen
met juridische hulpvragen beter te bereiken en te helpen. Hierbij worden de geleerde
lessen uit de pilotfase van het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand betrokken.
Uiteindelijk moet dit traject resulteren in een (regionaal) gecoördineerd dienstverleningsaanbod
in Noord/Midden Limburg. Ervaringen vanuit het ontwikkeltraject zal ik vervolgens
inzetten om de toegang tot het recht in andere regio’s te verbeteren. Ik informeer
uw Kamer over de vorderingen via de voortgangsrapportages van het programma stelvernieuwing
rechtsbijstand; de eerstvolgende staat gepland voor medio december 2024.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.