Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Grinwis over het bericht ‘Hoe een volhardende buurvrouw protesteert tegen een bouwproject op de Müllerpier en zich voor 400.000 euro laat afkopen’
Vragen van het lid Grinwis (ChristenUnie) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Hoe een volhardende buurvrouw protesteert tegen een bouwproject op de Müllerpier en zich voor 400.000 euro laat afkopen: «Holy shit 4 ton»» (ingezonden 20 september 2024).
Antwoord van Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
13 november 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 239.
Vraag 1
Deelt u de verontwaardiging over het bericht «Hoe een volhardende buurvrouw protesteert
tegen een bouwproject op de Müllerpier en zich voor 400.000 euro laat afkopen: «Holy
shit 4 ton»»?1 Kunt u hier een uitgebreide reactie op geven?
Antwoord 1
Ik kan het begrijpen als mensen hier verontwaardigd op reageren. Ik vind het echter
ook van belang dat een belanghebbende bezwaar of beroep kan instellen wanneer deze
nadeel of schade ondervindt van een voorgenomen bouwproject. Voor een meer uitgebreide
reactie verwijs ik naar de antwoorden op de vragen hieronder.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat het afkopen van bezwaren tegen woningbouwprojecten tegen dergelijke
hoge bedragen zeer onwenselijk is, en mogelijk ook precedentwerking heeft? Hoe spant
u zich in om dit te voorkomen?
Wat is uw visie op het gebruik en de afkoop van bezwaar- en beroepsprocedures door
omwonenden? Kan u aangeven welke ruimte voor bezwaar- en beroepsprocedures u redelijk
en proportioneel acht, mede gelet op de grote woningnood en de belangen van woningzoekenden?
Antwoord 2 en 3
In het geval een bezwaar- of beroepsprocedure wordt gevoerd met als enige doel dat
diegene daar zelf financieel beter van wordt, dan keur ik dat af. Dit komt de versnelling
van de woningbouw niet ten goede. Of het zo is dat belanghebbenden de mogelijkheid
van bezwaar en beroep gebruiken met als enige doel om daar zelf financieel beter van
te worden, is echter moeilijk tot niet te beoordelen.
Iedere belanghebbende heeft het recht om bezwaar te maken en beroep in te stellen.
Rechtsbescherming is een wezenlijk onderdeel van de democratische rechtsstaat. Dit
recht is echter niet onbeperkt. Een belanghebbende mag bijvoorbeeld geen misbruik
van procesrecht maken en mag ook geen bezwaar maken of beroep instellen voor een ander
doel dan voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de indiener. Het
is niet mogelijk om op voorhand onderscheid te maken tussen goedwillende belanghebbenden
en belanghebbenden die misbruik maken van hun recht. Daarom acht ik bij een verdere
begrenzing van het recht om bezwaar te maken of beroep in te stellen, het risico te
groot dat de rechtsbescherming wordt aangetast van partijen die voor hun gerechtvaardigde
belangen opkomen.
Verder is het zo dat als een belanghebbende stelt planschade te lijden door een woningbouwproject,
hij dat in bezwaar of beroep kan aanvoeren. Als partijen tevreden zijn met compensatie
van die schade in plaats van het niet doorgaan van het project, is dat een gerechtvaardigde
uitkomst van een procedure of van een overeenkomst ter minnelijke schikking. Een projectontwikkelaar
is niet verplicht om een dergelijke overeenkomst te sluiten. Ook als een belanghebbende
puur vanwege financiële motieven bezwaar maakt en een minnelijke schikking met financiële
compensatie uitlokt voor zover dat al valt vast te stellen, is een projectontwikkelaar
niet verplicht om een dergelijke overeenkomst te sluiten. Als partijen overeenkomen
te schikken, hebben zij daar, ongeacht de hoogte van het bedrag, kennelijk beide belang
bij. Dit valt onder een van de beginselen van contractvrijheid. Hoewel ik het uitermate
belangrijk vind om procedures rondom woningbouw waar mogelijk te versnellen, acht
ik het niet gewenst om in te grijpen in de contractvrijheid die partijen genieten.
Vraag 4
In hoeverre zijn de instrumenten uit de Wet versterking regie volkshuisvesting afdoende
om situaties als deze in het vervolg te voorkomen?
Antwoord 4
In het wetsvoorstel versterking regie volkshuisvesting, dat bij uw Kamer ter behandeling
voorligt2, is een grondslag opgenomen op basis waarvan een aantal versnellingen in de beroepsprocedure
van toepassing kan worden verklaard op besluiten voor categorieën projecten waarvan
de versnelde uitvoering noodzakelijk is vanwege zwaarwegende maatschappelijke belangen.
Zo geldt voor die aangewezen besluiten beroep in één instantie bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State, een uitsprakentermijn van zes maanden en het uitsluiten van
pro forma beroep (de redenen van het beroep moeten binnen de beroepstermijn zijn ingediend).
In het ontwerpbesluit versterking regie volkshuisvesting wordt een aantal besluiten
voor woningbouwprojecten van twaalf of meer woningen aangewezen.
Daarnaast informeer ik u in mijn brief3 aan uw Kamer van 18 oktober over het opstarten van het programma STOER («Schrappen
Tegenstrijdige en Overbodige Regelgeving») waarbij, in overleg met de sector en medeoverheden,
onderzocht wordt waar mogelijkheden zijn om de regeldruk te verminderen. Nu, en ook
voor de middellange termijn, geldt dat de inzet moet blijven om bij belemmeringen
eerst na te gaan hoe het wel kan.
Vraag 5
Bent u bereid om afspraken met ontwikkelaars te maken over gezamenlijke handelwijze
voor afkopen van bezwaren, om precedentwerking en olievlekwerking van bezwaarindiening
om daar financieel gewin uit te halen, te voorkomen?
Antwoord 5
Als partijen overeenkomen een dergelijke schikking te treffen, dan hebben zij daar
kennelijk beide belang bij. Dit valt onder een van de beginselen van contractvrijheid.
Een projectontwikkelaar is niet verplicht om een dergelijke overeenkomst te sluiten.
Zie ook het antwoord op vraag 2.
Verder is het onmogelijk om op voorhand onderscheid te maken tussen goedwillende belanghebbenden
en belanghebbende die misbruik maken van hun recht. Ik vind het wel uitermate belangrijk
om procedures rondom woningbouw waar mogelijk te versnellen.
Vraag 6 en 7
Wat vindt u van het feit dat de bezwaarmaker een ambtenaar van uw eigen ministerie
betreft? Begrijpt en deelt u de maatschappelijke verontwaardiging hierover?
Hoe spant u zich in om dergelijke gedragingen van ambtenaren van uw ministerie in
de toekomst te voorkomen?
Antwoord 6 en 7
Het betreft hier een privékwestie van een medewerker. De integriteit van de medewerker
is niet in het geding. En er is geen relatie met het werk. Dat deze persoon een functie
heeft bij het Ministerie van VRO, destijds BZK, is daarmee niet relevant. Ambtenaren
hebben dezelfde rechten (en plichten) als iedere andere inwoner van Nederland. Zij
mogen dus bezwaar maken of beroep instellen tegen plannen in hun omgeving en/of hierover
afspraken maken met betrokken partijen.
Het Ministerie van VRO zet in op het versnellen van bouwprocedures en werkt als onderdeel
daarvan ook aan het verkorten van beroepsprocedures. Daarbij moet het voor belanghebbenden
zoals omwonenden altijd mogelijk blijven om voor hun rechten en belangen op te komen.
Het is een verantwoordelijkheid van initiatiefnemers zoals ontwikkelaar en gemeente
om de omgeving goed mee te nemen in de planvorming.
Zoals in het antwoord op vraag 4 is uiteengezet, wordt met het wetsvoorstel versterking regie volkshuisvesting dat nu bij uw Kamer ligt4, de behandeling van het beroep versneld, waarmee veel sneller duidelijk wordt of
een plan kan doorgaan. De tijdwinst kan oplopen tot een jaar.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.