Schriftelijke vragen : Het landelijk kwaliteitskader in relatie tot Preventie met gezag
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het landelijk kwaliteitskader in relatie tot Preventie met gezag (ingezonden 13 november 2024).
Vraag 1
Hoe is het Landelijk kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies voor preventie van
jeugdcriminaliteit tot stand gekomen? Zijn gemeenten daar voldoende in meegenomen?
Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, waarom niet en kunt u alsnog met gemeenten in overleg
treden over de invulling en uitwerking van het kwaliteitskader en wetenschappelijke
en praktijk- en ervaringskennis vertalen naar beleid?
Vraag 2
Klopt het dat in het landelijk kwaliteitskader waarden als jongerenparticipatie ondergeschikt
zijn aan risicotaxatie-instrumenten? Zo ja, waarom is dat? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Is het waar dat mede naar aanleiding van het landelijk kwaliteitskader programma’s
nu worden stopgezet (zoals jongerenrechtbank, buurtrechtbank en school&veilig) omdat
ze te weinig «bewezen effectief» zouden zijn? Zo nee, waar blijkt dat uit? Zo ja,
waarom worden die programma’s stopgezet? Zo nee, wat is er dan niet waar?
Vraag 4
Is het waar dat de in de vorige vraag genoemde programma’s op inzichten uit de wetenschap
zijn gebaseerd en/of zelf onderzoek laten meelopen om de effectiviteit te onderzoeken?
Vraag 5
Deelt u de aanname dat de woorden «bewezen effectief» nu te nauw geïnterpreteerd worden
terwijl het kwaliteitskader eerder als een leidraad voor gemeenten zou moeten gelden
om beter te kunnen kiezen uit bewezen effectieve interventies en om het onnodig gebruik
van initiatieven die niet bewezen effectief zijn te voorkomen? Zo ja, welke conclusies
verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Op welke wijze houdt het kwaliteitskader nu rekening met de mogelijkheid dat gemeenten
de ruimte nodig hebben voor het inzetten van interventies die passen bij de specifieke
lokale behoeften?
Vraag 7
Op welke wijze biedt het kwaliteitskader de ruimte voor het gebruiken van nieuwe wetenschappelijke
onderbouwde interventies die nodig zijn en ontwikkeld moeten worden om te voorkomen
dat jongeren de criminaliteit ingaan?
Vraag 8
Deelt u de mening dat door de huidige steeds kortdurende financiering van Preventie
met Gezag-projecten er geen solide basisfinanciering tot stand komt? Zo ja, welke
gevolgen gaat u hieraan verbinden? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Songül Mutluer, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.