Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over de beantwoording van eerdere vragen over ongerechtvaardigde ontslagen op staande voet van arbeidsmigranten in de vleessector
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de beantwoording van eerdere vragen over ongerechtvaardigde ontslagen op staande voet van arbeidsmigranten in de vleessector (ingezonden 22 oktober 2024).
Antwoord van Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 12 november
2024).
Vraag 1
Kunt u verdere toelichting geven op uw antwoord op vraag 6 en tabel 3?1 Om hoeveel uitzendbureaus gaat dit? Hoeveel personen zijn daar op staande voet ontslagen?
Antwoord 1
U verwijst naar de onderstaande tabel die in de beantwoording op de door u gestelde
Kamervragen is opgenomen.2 Het aantal uitzendbureaus waar het percentage ontslag op staande voet «tussen de
20% en 50%» of «50% of hoger» is van alle einde arbeidsverhoudingen is af te lezen
in tabel 1. Zo werden er in 2020 bij drie uitzendbureaus 20% tot 50% van alle arbeidsverhoudingen
beëindigd met als reden ontslag op staande voet en werden er bij twee uitzendbureaus
50% of meer van alle arbeidsverhoudingen beëindigd met als reden ontslag op staande
voet. In 2021 waren er drie uitzendbureaus waar 20% tot 50% van alle beëindigde arbeidsverhoudingen
de reden ontslagen op staande voet hadden en was er één uitzendbureau waar van alle
einde arbeidsverhoudingen 50% of meer van de werknemers op staande voet waren ontslagen.
Het aantal bedrijven uit tabel 1 dat hoge percentages (≥20%) ontslag op staande voet
heeft is berekend per jaar. Het kan zo zijn dat een uitzendbedrijf meerdere jaren
hoge percentages ontslag op staande voet heeft. Het gaat dus niet om unieke werkgevers.
Eén werkgever kan verdeeld over de jaren meerdere keren voorkomen.
Tabel 1: het aantal uitzendbureaus waar het percentage ontslag op staande voet als
reden einde arbeidsverhouding tussen de 20%-50% en hoger dan 50% is van alle beëindigde
arbeidsverhoudingen
Jaar
Aantal bedrijven met % ontslag op staande voet tussen de 20%-50%
Aantal bedrijven met % ontslag op staande voet >50%
Aantal arbeidsverhoudingen beëindigd met als reden ontslag op staande voet bij de
uitzendbedrijven waar ≥ 20% ontslag op staande voet van alle
2020
3
2
1.506
2021
3
1
1.349
2022
2
2
4.078
2023
3
0
3.563
In kolom vier van tabel 1 staan de aantallen einde arbeidsverhoudingen met als reden
ontslag op staande voet bij de uitzendbureaus waar het percentage ontslag op staande
voet van alle einde arbeidsverhoudingen ≥20% was. Bij deze aantallen geldt ook dat
een persoon meerdere keren kan voorkomen, namelijk wanneer een persoon vaker op staande
voet is ontslagen, daarom spreken we van aantallen einde arbeidsverhoudingen in plaats
van aantal ontslagen personen.
Vraag 2, 3, 4, 5 en 6
Kunt u de namen van deze uitzendbureaus geven?
Kunt u per uitzendbureau toelichten hoeveel uitzendkrachten en werknemers zij in dienst
hebben?
In welke provincies en gemeenten zijn deze uitzendbureaus gevestigd?
Wie zijn de eigenaren van deze uitzendbureaus?
Welke andere informatie kunt u met de Kamer delen over het misbruik van ontslag op
staande voet door deze uitzendbureaus?
Antwoord 2, 3, 4, 5 en 6
De vragen 2 tot en met 6 kunnen helaas niet worden beantwoord. Het UWV mag deze gegevens
op basis van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en meerdere geheimhoudingsbepalingen
niet delen. De geheimhouding van de identiteit van de bestuurders van de uitzendbureaus
kan niet worden gewaarborgd wanneer deze gegevens worden gedeeld.
Uit de Polisadministratie is te herleiden hoeveel mensen op staande voet zijn ontslagen
per bedrijf. Echter worden deze gegevens normaliter niet uit de Polisadministratie
gehaald en openbaar gemaakt vanwege de AVG. Op basis van de aantallen ontslagen op
staande voet in relatie tot de bedrijfsomvang zou namelijk kunnen worden herleid om
welke uitzendbedrijven het gaat.
Overigens kan ook niet met zekerheid worden gesteld dat deze aantallen ontslag op
staande voet de reële werkelijkheid weergeven. Wanneer de arbeidsverhouding is beëindigd
wordt dit, naast de reden van deze beëindiging, door de werkgever/salarisadministrateur
bij de loonaangifte doorgegeven. Dit is vervolgens in de Polisadministratie terug
te zien als ingevulde waarde «reden einde arbeidsverhouding». Het UWV en de Belastingdienst
voeren geen controle uit of de ingevulde waarde ook daadwerkelijk overeenkomst met
de feitelijke situatie. Het betreft dus een administratieve werkelijkheid. Ook geven
de aantallen geen verklaring voor de achterliggende motivering van de werkgever bij
het gebruik van een bepaalde reden voor einde arbeidsverhouding en de daarbij ingevulde
waarde. Het onevenredig veel invullen van ontslag op staande voet als reden einde
dienstverband kan een aanwijzing zijn van misbruik, echter zijn er ook andere redenen
voor het invullen hiervan mogelijk, zoals repetitieve administratieve fouten. Ongeacht
de achterliggende reden voor het hoge aantal ontslagen op staande voet, is het gevolg
hiervan dat werknemers geen aanspraak kunnen maken op opgebouwde rechten. Dit vind
ik zeer kwalijk. Er kan op zijn minst gesteld worden dat hier geen sprake is van goed
werkgeverschap.
Vraag 7
Welke concrete stappen worden genomen om het misbruik van ontslag op staande voet
bij deze bedrijven aan te pakken?
Antwoord 7
Misbruik van ontslag op staande voet keur ik ten zeerste af. Daarom ben ik na het
signaal van de Arbeidsinspectie meteen in gesprek gegaan met het UWV, de Arbeidsinspectie
en de Belastingdienst om te bezien welke stappen er kunnen worden gezet. Helaas blijkt
dat op dit moment geen van de betrokken organisaties bevoegd is om misbruik van ontslag
op staande voet aan te pakken. Want zowel het aanpakken van dergelijk misbruik van
ontslag op staande voet als ook het controleren van de reden van het einde van de
arbeidsverhouding op juistheid vallen niet onder de wettelijke taakopdracht van de
Arbeidsinspectie, het UWV of de Belastingdienst.
Wanneer het UWV gegevens kan delen met Arbeidsinspectie en Belastingdienst, zoals
bedrijfsnamen met hoge percentages ontslag op staande voet, dan kunnen deze organisaties
die gegevens gebruiken als risico-indicator bij de invulling van het risicogerichte
toezicht binnen hun eigen arbeidsrechtelijke respectievelijke fiscale werkdomein.
Aangezien er nu geen gepaste instrumenten zijn om eventueel misbruik van ontslag op
staande voet aan te pakken, beraad ik mij op te nemen vervolgstappen en wie hierbij
te betrekken.
Vraag 8
Hoeveel mensen worden jaarlijks op staande voet ontslagen? Hoe verhoudt dit zich met
ontslagen op staande voet bij uitzendbureaus?
Antwoord vraag 8
In tabel 2 staan de aantallen einde arbeidsverhoudingen voor de afgelopen vier jaar
in Nederland. In tabel 3 staan de aantallen einde arbeidsverhoudingen voor de afgelopen
vier jaar in de uitzendsector. Gegevens uit het huidige jaar 2024 zijn niet meegenomen,
aangezien dit jaar nog niet is afgerond. In beide tabellen is een opsplitsing gemaakt
naar het al dan niet hebben van de Nederlandse nationaliteit en naar ontslag op staande
voet. In tabel 2 zijn in de totale einde arbeidsverhouding cijfers ook de aantallen
van de uitzendbranche meegenomen.
Tabel 2: Totale aantal einde arbeidsverhoudingen in Nederland in 2020–2023 opgesplitst
naar Nederlandse nationaliteit (ja/nee) en ontslag op staande voet.
Jaar
Totaal aantal einde arbeids-verhoudingen
Nederlandse nationaliteit
Einde arbeids verhoudingen met als reden Ontslag op staande voet
Percentage
2020
2.687.499
Ja
11.482
0,43%
2020
492.723
Nee
4.455
0,90%
2020
3.180.222
15.937
0,50%
2021
2.995.495
Ja
11.360
0,38%
2021
631.052
Nee
6.581
1,04%
2021
3.626.547
17.941
0,49%
2022
3.227.128
Ja
15.864
0,49%
2022
761.288
Nee
9.444
1,24%
2022
3.988.416
25.308
0,63%
2023
3.147.469
Ja
15.707
0,50%
2023
846.015
Nee
10.088
1,19%
2023
3.993.484
25.795
0,65%
Tabel 3: Totale aantal einde arbeidsverhoudingen in 2020-2023 voor de uitzendsector
opgesplitst naar Nederlandse nationaliteit (ja/nee) en ontslag op staande voet.
Jaar
Totaal aantal einde arbeids-verhoudingen
Nederlandse nationaliteit
Einde arbeidsverhoudingen met als reden Ontslag op staande voet
Percentage
2020
343.970
Ja
1.300
0,38%
2020
238.588
Nee
2.906
1,22%
2020
582.558
4.206
0,72%
2021
498.549
Ja
1.106
0,22%
2021
359.686
Nee
5.004
1,39%
2021
858.235
6.110
0,71%
2022
512.524
Ja
1.286
0,25%
2022
408.542
Nee
6.165
1,51%
2022
921.066
7.451
0,81%
2023
438.049
Ja
1.157
0,26%
2023
447.088
Nee
6.290
1,41%
2023
885.137
7.447
0,84%
In 2023 zijn 25.795 arbeidsverhoudingen beëindigd met als reden ontslag op staande
voet. We kunnen niet met zekerheid zeggen of daadwerkelijk 25.795 mensen op staande
voet zijn ontslagen. Het kan zijn dat één persoon twee of meerdere keren op staande
voet is ontslagen. In de uitzendsector zijn in 2023 7.447 arbeidsverhoudingen beëindigd
met als reden ontslag op staande voet. Het gemiddeld percentage ontslag op staande
voet als reden einde arbeidsverhouding lag in Nederland in 2023 op 0,65%. Het gemiddeld
percentage ontslag op staande voet als reden einde arbeidsverhouding lag in uitzendsector
in 2023 op 0,84%.
Vraag 9
Hoeveel mensen met een niet-Nederlandse nationaliteit worden jaarlijks op staande
voet ontslagen? Hoe verhoudt dit zich met ontslagen op staande voet van mensen met
een niet-Nederlandse nationaliteit bij uitzendbureaus?
Antwoord 9
In 2023 zijn er in totaal 10.088 arbeidsverhoudingen van mensen met een niet-Nederlandse
nationaliteit beëindigd met als reden ontslag op staande voet. In 2023 zijn er in
de uitzendsector 6.290 arbeidsverhoudingen van mensen met een niet-Nederlandse nationaliteit
beëindigd met als reden ontslag op staande voet. Hieruit blijkt dat circa 62% van
de mensen met een niet-Nederlandse nationaliteit met als reden ontslag op staande
voet in de uitzendsector voorkomt. Het percentage ontslag op staande voet als reden
einde arbeidsverhouding voor mensen met een niet-Nederlandse nationaliteit lag in
zijn totaal in 2023 op 1,19% en in de uitzendsector op 1,41%.
Het percentage ontslagen op staande voet ten opzichte van het totaal aantal einde
arbeidsverhoudingen voor mensen met een niet-Nederlandse nationaliteit is hoger dan
voor mensen met een Nederlandse nationaliteit. Dat is opvallend en vind ik zorgelijk.
Wanneer iemand ten onrechte op staande voet wordt ontslagen, is het belangrijk dat
diegene weet dat zij dit kunnen aanvechten via de rechter. Via het UWV kunnen zij
alsnog een werkloosheidsuitkering aanvragen. Als iemand niet weet wat de grond van
zijn ontslag is dan kan het UWV diegene hierbij helpen. Dan moet diegene wel zelf
naar het UWV gaan. De kans is groter dat mensen met een niet-Nederlandse nationaliteit
de Nederlandse taal minder machtig zijn en minder snel bij het UWV terechtkomen. Hierdoor
zijn zij kwetsbaarder voor misbruik van ontslag op staande voet.
Daarom blijf ik het signaal ontslag op staande voet onder de aandacht brengen, waaronder
bij de betrokken brancheorganisaties. Verder is de informatie gedeeld met de «Work
in NL» informatiepunten zodat arbeidsmigranten beter over hun rechten kunnen worden
geïnformeerd.3 Voor rechtshulp kunnen mensen ook aankloppen bij het Juridisch Loket met hun juridische
vragen of problemen. Bijvoorbeeld over huur, contracten, loon en verzekeringen. Het
verbeteren van de toegang tot het recht voor kwetsbare werknemers is een van de maatregelen
vanuit het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten.4
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.