Amendement : Amendement van de leden Maatoug en Stultiens over een verplichte waardering van effecten op marktwaarde indien het uiteindelijke belang in de belastingplichtige wijzigt
36 602 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025)
Nr. 76
AMENDEMENT VAN DE LEDEN MAATOUG EN STULTIENS
Ontvangen 11 november 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel XV wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ea
Na artikel 8g wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8h
De belastingplichtige die een aandeel of een bewijs van deelgerechtigdheid heeft in
een lichaam, niet zijnde een deelneming als bedoeld in artikel 13, en dat aandeel
of dat bewijs van deelgerechtigdheid is toegelaten tot de handel op een gereglementeerde
markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een met
een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel
toezicht vergelijkbaar systeem dat gelegen of werkzaam is in een staat die geen lidstaat
van de Europese Unie is, waardeert dat aandeel onderscheidenlijk dat bewijs van deelgerechtigdheid
op de waarde in het economisch verkeer, indien het uiteindelijke belang in de belastingplichtige
aan het einde van een jaar in belangrijke mate is gewijzigd in vergelijking met het
uiteindelijke belang in de belastingplichtige in het begin van dat jaar.
Toelichting
Dit amendement regelt dat effecten en andere onmiddellijk liquide te maken financiële
activa bij vervreemding moeten worden gewaardeerd op de marktwaarde indien het uiteindelijk
belang in de belastingplichtige wijzigt. Het doel hiervan is dat de vennootschapsbelasting
niet langer kan worden ontweken via een beleggingsconstructie. In de bedoelde constructie
worden aandelen gehouden in een beleggings-bv, waarvan de aandelen eigendom zijn van
een holding. Bij verkoop van de aandelen in de beleggings-bv in plaats van de aandelen
zelf en gebruikmaking van de deelnemingsvrijstelling kan dan belastingheffing over
de waardestijging van de aandelen worden voorkomen. Dit amendement maakt die constructie
onmogelijk.
Van een wijziging van het uiteindelijke belang in de belastingplichtige in belangrijke
mate is sprake indien de uiteindelijke zeggenschap over dan wel de uiteindelijke gerechtigdheid
tot het vermogen van de belastingplichtige 30% of meer is gewijzigd. De vraag of sprake
is van een wijziging van het uiteindelijke belang in de belastingplichtige in belangrijke
mate, dient te worden beoordeeld door het uiteindelijke belang in de belastingplichtige
aan het einde van het jaar te vergelijken met het uiteindelijke belang in de belastingplichtige
aan het begin van datzelfde jaar.
Budgettaire gevolgen
De voorgestelde maatregel behelst een verschuiving van opbrengsten in de tijd doordat
de belastingheffing op waardestijging van courante aandelen in sommige gevallen naar
voren wordt gehaald. Dit zorgt op transactiebasis voor een opbrengst in het jaar van
invoering, die in de jaren erna geleidelijk terugloopt tot nihil. De tijdswaarde van
het naar voren halen in de tijd van belastingheffing is budgettair relevant. Met behulp
van de netto-contantewaardemethode is deze budgettair relevante opbrengst geschat
op circa € 20 miljoen per jaar structureel. Dit is een zeer onzekere schatting, omdat
cijfers over belangenwijzigingen in lichamen die couranten aandelen bezitten niet
of nauwelijks voorhanden zijn. Daarnaast is de gemiddelde bezitsduur van de courante
aandelen niet bekend bij deze groep.
Uitvoeringsgevolgen
De voorgestelde maatregel raakt uitsluitend de vennootschapsbelasting en zal naar
verwachting leiden tot discussies over de waardering van effecten. Dat heeft gevolgen
voor de uitvoering en handhaving.
Maatoug Stultiens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Maatoug, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Luc Stultiens, Tweede Kamerlid