Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vedder over de ondersteuning van gemeenten bij de beleidsvorming van het woonwagenbeleid
Vragen van het lid Vedder (CDA) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de ondersteuning van gemeenten bij de beleidsvorming van het woonwagenbeleid (ingezonden 25 september 2024).
Antwoord van Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
11 november 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 313.
Vraag 1
Kunt u in kaart brengen hoeveel gemeenten tot nieuw woonwagen- en standplaatsenbeleid
zijn gekomen sinds het nieuwe beleidskader er in 2018 is gekomen, en hoeveel gemeenten
dit nog niet hebben?
Antwoord 1
Sinds 2018 wordt in opdracht van het Rijk iedere twee jaar een herhaalmeting naar
het aantal woonwagenstandplaatsen uitgevoerd. Onderdeel van de herhaalmeting is een
enquête onder alle Nederlandse gemeenten. Hierin worden ook vragen gesteld over het
gemeentelijk beleid. In de meest recente herhaalmeting, uit 2023, hebben 273 gemeenten
de vragen beantwoord.1 Hiervan gaf 38% van de responderende gemeenten, dat zijn 105 gemeenten, aan specifiek
beleid te hebben geformuleerd ten aanzien van woonwagenstandplaatsen. Van deze 105
gemeenten gaven 12 aan hun beleid voor 2018 te hebben geformuleerd, de overige 93
gemeenten gaven aan dat in of na 2018 te hebben gedaan.
Vraag 2
Kunt u in kaart brengen wat de voornaamste redenen van gemeenten zijn om niet te voldoen
aan de taakstelling? Hoe vaak spelen capaciteitstekorten bij gemeenten en een mogelijk
gebrek aan kennis van de doelgroep een rol hierin?
Antwoord 2
Het Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid geeft aan op welke
wijze gemeenten invulling kunnen geven aan de mensenrechtelijke uitgangspunten.2 Het biedt bouwstenen die gemeenten kunnen gebruiken om invulling te geven aan het
gemeentelijke huisvestingsbeleid voor woonwagenbewoners. Het is uiteindelijk aan gemeenten
om hier invulling aan te geven en heeft dan ook niet vanuit het Rijk een verplichtend
of taakstellend karakter.
Uit de herhaalmeting uit 2023 blijkt dat bijna 100 gemeenten concrete plannen hebben
om in de komende jaren nieuwe standplaatsen toe te voegen.3 In totaal hebben deze gemeenten plannen om 1028 nieuwe standplaatsen te realiseren
tot het jaar 2030. Dat neemt niet weg dat het aantal standplaatsen sinds 2018 slechts
zeer gering is toegenomen. De redenen die gemeenten geven zijn enerzijds de algemene
knelpunten die bij de woningbouw spelen, zoals het tekort aan locaties, het capaciteitsgebrek
binnen gemeenten en lange bezwaarprocedures. Deze gelden ook voor woonwagens en woonwagenstandplaatsen.
Anderzijds vraagt de realisatie van standplaatsen om specifieke kennis, deze is bij
lang niet alle gemeenten aanwezig. Ook geven gemeenten en corporaties aan dat de kosten
van standplaatsen en woonwagens relatief hoog zijn, onder andere door het relatief
hoge grondgebruik en hoge afschrijvingskosten.
Vraag 3
Welke rol ziet u weggelegd voor de landelijke overheid bij het komen tot lokaal woonwagen-
en standplaatsenbeleid? Zou u inzichtelijk willen maken hoe de regiefunctie van het
Rijk wordt ingevuld?
Antwoord 3
Het Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid is het uitgangspunt
van het woonwagenstandplaatsenbeleid van de landelijke overheid. Op verschillende
manieren heeft het Rijk de afgelopen jaren gemeenten ondersteund in het formuleren
van nieuw woonwagenstandplaatsenbeleid en het realiseren van nieuwe standplaatsen.
Via het kennis- en ondersteuningsprogramma «Lokaal woonwagenbeleid» van Platform31
is veel kennis ontwikkeld en verspreid onder gemeenten. Met financiële ondersteuning
van het Rijk heeft de VNG een Wegwijzer Woonwagenstandplaatsenbeleid ontwikkeld, waarin
concrete handvatten voor gemeenten staan. Daarnaast hebben gemeenten voor de realisatie
van nieuwe standplaatsen een beroep kunnen doen op de regeling Huisvesting Aandachtsgroepen.
Bijna 700 aanvragen voor een bijdrage voor een nieuwe standplaats zijn gehonoreerd.
Aan deze toegekende aanvragen is een realisatietermijn gebonden om daarmee een versnelling
in de bouw te stimuleren. De herhaalmetingen van 2021 en 2023 zijn vanuit het Rijk
naar gemeenten gestuurd waarbij gemeenten gewezen is op het belang van de realisatie
van nieuwe standplaatsen om vraag en aanbod beter in evenwicht te brengen.
Woonwagenbewoners maken tevens onderdeel uit van de aandachtsgroepen onder het programma
«Een Thuis voor Iedereen». Het ministerie heeft gemeenten gevraagd een woonzorgvisie
uit te werken om de behoefte van aandachtsgroepen in kaart te brengen. Met het wetsvoorstel
Versterking regie volkshuisvesting wordt de woonzorgvisie onderdeel van het verplichte
volkshuisvestingsprogramma.
Vraag 4
Hoe beziet u het feit dat gemeenten zich genoodzaakt voelen dure externe bureau’s
in te huren om deze problematiek aan te pakken?
Antwoord 4
Sommige gemeenten maken gebruik van intermediaire organisaties voor de exploitatie
en het beheer van de woonwagenlocatie. Dat kan verschillende redenen hebben, zoals
het gebrek aan capaciteit of kennis. Zoals ook in het beleidskader staat, ontslaat
dit de gemeente en de beheerder er niet van om de bewoners inspraak te geven en met
hen te overleggen over zaken die betrekking hebben op hun woonwagenlocatie en het
woonwagenbeleid in het algemeen.
Vraag 5
Op welke manier en op welke onderdelen gaat u gemeenten ondersteunen en faciliteren
op het gebied van de huisvesting van de woonwagenbewoners en samenhangende actuele
problematiek?
Antwoord 5
Ik zal gemeenten blijven ondersteunen bij de huisvesting van aandachtsgroepen, waaronder
woonwagenbewoners. Ik kijk daarbij ook naar de financiële ondersteuning die het Rijk
aan gemeenten geeft voor woningbouw. Het door het Ministerie van VRO gefinancierde
kennis- en ondersteuningsprogramma van Platform31 biedt gemeenten veel informatie
over de uitvoering van beleid, zoals het opstellen van een behoefteonderzoek en toewijzing.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.