Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over de loonruimte voor apotheekmedewerkers
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de loonruimte voor apotheekmedewerkers (ingezonden 25 oktober 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 8 november
2024).
Vraag 1
In hoeverre is de oveheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (OVA) door de zorgverzekeraars
verwerkt in de tarieven voor de apotheekzorg?
Antwoord 1
Ik ga er vanuit dat zorgverzekeraars zich ook voor de apotheekzorg houden aan de afspraak
uit het Integraal Zorgakkoord (IZA) om als startpunt van de onderhandeling de ova
als index voor loonstijgingen te hanteren. Ook in de Handvatten Contractering en Transparantie
gecontracteerde zorg van de NZa is deze afspraak als richtsnoer opgenomen. Indien
zorgverzekeraars zich hier niet aan houden, dan kunnen partijen dat melden bij de
NZa. Overigens betekent de IZA-afspraak niet dat zorgverzekeraars helemaal geen kortingen
of opslagen mogen toepassen, nadat de ova als startpunt van de onderhandelingen is
doorvertaald in de tarieven. Eventuele kortingen of opslagen die daarna worden voorgesteld,
moeten wel altijd inzichtelijk worden gemaakt aan de wederpartij.
In hoeverre in de praktijk ook altijd de ova als startpunt van de onderhandelingen
is doorvertaald in de tarieven, kan ik niet beoordelen. Daarvoor zou inzicht nodig
zijn in alle individuele contractonderhandelingen tussen zorgverzekeraars en aanbieders
binnen de apotheekzorg. Dat inzicht heb ik niet. Op basis van alleen de uitkomst van
de onderhandelingen (het afgesproken tarief) kan dit ook niet beoordeeld worden. Naast
indexatie kunnen er immers ook nog andere op- of afslagen worden afgesproken. Uiteindelijk
worden er overeenkomsten tussen zorgverzekeraars en apotheken gesloten met instemming
van beide partijen.
Vraag 2
Is de 368 miljoen euro die geraamd is voor de groei van lonen en prijzen in de apotheekzorg
nu daadwerkelijk beschikbaar voor de onderhandelingen voor de cao?1
Antwoord 2
Die € 368 miljoen betreft een macro-bijstelling op het kader ten behoeve van enerzijds
het opvangen van prijsstijgingen van materiaal en anderzijds het bieden van marktconforme
loonruimte binnen de apotheeksector. Het grootste deel van die € 368 miljoen euro
– namelijk € 319 miljoen euro – is geraamd in verband met verwachte prijsstijgingen
van materiaal (o.a. geneesmiddelen). Partijen bepalen echter uiteindelijk zelf op
welke wijze deze middelen worden ingezet.
Vraag 3
Bij wie ligt die 368 miljoen euro nu precies? Is die door de zorgverzekeraars volledig
verwerkt in de tarieven en ligt dat bedrag nu bij de apotheken, of ligt die deels
nog bij de zorgverzekeraars?
Antwoord 3
De € 368 miljoen euro is geen geoormerkt geld, maar maakt integraal onderdeel uit
van het kader voor farmaceutische zorg. Zorgverzekeraars Nederland is – zoals ieder
jaar na Prinsjesdag – geïnformeerd over de loon- en prijsbijstelling 2025 binnen de
verschillende Zvw-sectoren, waaronder de farmaceutische zorg. Daarnaast hebben verschillende
partijen, waaronder de Zorgverzekeraars Nederland nog een aparte brief gekregen over
het totaal beschikbare budget over 2025. De ophoging van het kader voor apotheekzorg
werkt door in de hoogte van de bijdrage die zorgverzekeraars ontvangen vanuit het
zorgverzekeringsfonds voor 2025. Verder is het aan zorgverzekeraars om bij het vaststellen
van de hoogte van de nominale zorgpremie rekening te houden met de geraamde loon-
en prijsbijstelling. Zij stemmen de hoogte van hun premie immers af op de verwachte
zorgkosten. Verzekeraars ontvangen dus middelen via enerzijds het zorgverzekeringsfonds
en anderzijds via de nominale premie die verzekerden betalen.
Vervolgens maken verzekeraars afspraken met aanbieders over te leveren zorg en bijbehorende
tarieven. Daarbij geldt – zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 – dat in het
IZA is afgesproken dat als startpunt van de onderhandeling de ova als index voor loonstijgingen
wordt gehanteerd en dat deze afspraak ook als richtsnoer is opgenomen in de Handvatten
Contractering en Transparantie gecontracteerde zorg van de NZa. De bedoeling is dat
de contractonderhandelingen uiterlijk 12 november zijn afgerond met het oog op het
overstapseizoen voor verzekerden. De daadwerkelijke zorguitgaven (en inkomsten voor
aanbieders) hangen vervolgens af van de gemaakte contractafspraken en de zorg die
in 2025 wordt geleverd. Zoals eerder aangegeven is maar een deel van het kader farmaceutische
zorg gerelateerd aan personele inzet. Het grootste deel hangt samen met materiële
kosten.
Vraag 4 en 5
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de zorgverzekeraars, de werkgevers en het ministerie
niet steeds naar elkaar blijven wijzen voor de financiering van een fatsoenlijke loonsverhoging
voor zorgverleners?
Wie is er nu verantwoordelijk voor het feit dat het niet lukt om een fatsoenlijke
loonstijging te regelen voor apotheekmedewerkers? Komt dat door de zorgverzekeraars,
de werkgevers of door het ministerie?
Antwoord 4 en 5
Binnen het zorgverzekeringsstelsel zijn er duidelijk taken en verantwoordelijkheden.
Het Ministerie van VWS stelt jaarlijks extra arbeidsvoorwaardenruimte beschikbaar
via het ophogen van de financiële kaders, om zo marktconforme loonontwikkeling binnen
de zorg mogelijk te maken. Vervolgens onderhandelen verzekeraars en aanbieders over
contracten, waarbij zorgverzekeraars een zorgplicht hebben om voldoende zorg in te
kopen voor hun verzekerden. Ook zijn zorgverzekeraars en zorgaanbieders in eerste
instantie verantwoordelijk voor de kwaliteit en continuïteit van zorg. VWS is geen
partij in de contractonderhandelingen tussen verzekeraars en apotheken. Het betreft
vrije tarieven. Tot slot is het aan sociale partners in de zorg om afspraken te maken
over de arbeidsvoorwaarden van zorgmedewerkers. VWS is geen partij aan de cao-tafel
en mag zich op grond van internationale verdragen hier ook niet mee bemoeien.
Vraag 6
Bent u bereid om deze vragen voor 12 november a.s. te beantwoorden?
Antwoord 6
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.