Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over Voorhang ontwerp Subsidieregeling verduurzaming en onderhoud huurwoningen (SVOH) 2025 (Kamerstuk 27926-387)
2024D42887 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening hebben de
onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de brief inzake Voorhang ontwerp
Subsidieregeling verduurzaming en onderhoud huurwoningen (SVOH) 2025 (Kamerstuk 27 926, nr. 387).
De voorzitter van de commissie,
Postma
Adjunct-griffier van de commissie,
Morrin
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
II Antwoord / reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voorhang ontwerp
Subsidieregeling verduurzaming en onderhoud huurwoningen (SVOH) 2025 en hebben een
aantal vragen voor de Minister.
De leden van de PVV-fractie merken op dat er momenteel een flinke onderbesteding van
de regeling door private verhuurders is, en in een schriftelijke reactie van Aedes
wordt geconcludeerd dat er geen reden is om voor de komende jaren hoge verwachtingen
te hebben van de aangepaste SVOH. De vereniging voor woningcorporaties komt tot deze
conclusie, omdat op de begroting een budget van circa 45 miljoen euro, bedoeld voor
de periode 2024 t/m 2026, naar 2027 en de jaren daarna is geschoven. Aedes stelt daarom
voor om de SVOH ook open te stellen voor woningcorporaties, aangezien zij op korte
termijn aanzienlijke inspanningen op het gebied van verduurzaming zouden plegen. Deze
leden vragen, alles overziend, aan de Minister of het mogelijk en wenselijk is om
de SVOH tevens (deels) voor corporaties open te stellen.
De leden van de PVV-fractie merken op dat op pagina 14 van de Voorhang ontwerp SVOH
2025 valt te lezen dat biobased isolatiematerialen gemiddeld een hogere kostprijs
hebben dan reguliere isolatiematerialen. Deze leden willen van de Minister weten hoe
groot dit verschil ongeveer is, in hoeverre de subsidiebonus dit verschil compenseert
en of de bonus geen negatieve effecten heeft voor installateurs die geen biobased
isolatiemateriaal op willen nemen in hun pakket.
De leden van de PVV-fractie lezen op pagina 15 van de Voorhang ontwerp SVOH 2025 dat
transformatie, waarbij bijvoorbeeld een kantoor een woonfunctie krijgt, uitgesloten
blijft, omdat dit niet onder de doelstelling van de SVOH past. Nu liet het CBS op
4 november 2024 weten dat de transformatie van leegstaande winkels en kantoren tot
woning steeds minder wil vlotten. In 2023 werden 8.800 woningen gecreëerd, 8 procent
minder dan in 2022. Om die reden willen deze leden aan de Minister vragen of het misschien
toch niet wenselijk is (indien daar mogelijkheden voor zijn) om door transformatie
gecreëerde woningen op te nemen in de regeling.
De leden van de PVV-fractie merken op dat in de Voorhang ontwerp SVOH 2025 een aantal
wijzigingen voorgesteld worden die moeten resulteren in allerlei positieve effecten.
Deze leden willen van de Minister weten hoe gemonitord gaat worden of de gewijzigde
SVOH doet wat het belooft.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel voor
de aanpassing van de SVOH. Deze leden hebben daar een aantal vragen en opmerkingen
bij.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie begrijpen dat tegenover strengere normering
ook ruimhartigere subsidie mag staan. Deze leden vragen zich wel af hoe wordt voorkomen
dat huurders pas vlak voor de deadline aan de slag gaan met verduurzaming. Het baart
deze leden zorgen dat momenteel maar van een fractie van het beschikbare budget gebruik
wordt gemaakt. Het kan dus sneller. Nu bestaat het risico dat huurders alsnog vijf
jaar met een onbetaalbare energierekening zitten. Hoe reflecteert de Minister op het
risico dat met het verlengen van de subsidie tot de deadline, verhuurders ook zullen
wachten tot de deadline? Had het in dat licht bijvoorbeeld niet wijzer geweest om
verhuurders die snel aan de slag gaan met verduurzaming ruimer te subsidiëren dan
de verhuurders die daar tot het laatste moment mee wachten? Waarom is er niet voor
gekozen om de normering van de allerslechtste woningen naar voren te halen in de tijd?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren dat de aard van de subsidie fundamenteel
is gewijzigd met dit voorstel. De maximale subsidie die een verhuurder mag aanvragen
komt te vervallen. Daarmee verandert de SVOH van een subsidie voor kleine verhuurders
naar een algemene subsidie voor verhuurders. Dit vinden deze leden onwenselijk, omdat
onvoldoende is onderbouwd dat grote private verhuurders een dergelijke subsidie daadwerkelijk
nodig hebben. Datzelfde geldt voor verhuurders in de vrije sector. Deze leden vragen
zich af waarop deze afweging is gebaseerd.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken behorend bij het schriftelijk
overleg tot wijziging van de SVOH in verband met het verlengen van de regeling, het
verbreden van de regeling met duurzame warmteopties, het introduceren van een bonus
voor biobased milieuvriendelijk isolatiemateriaal en het duurzaam monumentenadvies,
en enkele andere maatregelen om de regeling beter aan te laten sluiten op de doelgroep
en hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie vragen zich af of het beperkte gebruik van de regeling
ook kan zijn ontstaan door het invoeren van de Wet betaalbare huur en de verkoopgolf
van huurwoningen die deze wet teweeg heeft gebracht. Deze leden vragen dan ook of
de beperkte vraag naar de regeling het gevolg van de Wet betaalbare huur kan zijn.
De leden van de VVD-fractie lezen dat bij het verduurzamen van kleine huurwoningen
de maatregelen in één keer moeten worden uitgevoerd, en niet in gedeelten. Deze leden
vragen zich af waarom hiervoor gekozen is en of dit geen belemmering is voor het verduurzamen
van deze woningen.
De leden van de VVD-fractie vragen zich af waarom de grens van 10.000 euro is gekozen.
Kan op deze grens nader worden ingegaan? Deze leden vragen zich af of er jaarlijks
sprake is van een indexatie van dit bedrag, mede gelet op de hoge inflatie.
De leden van de VVD-fractie vragen zich af waarom er niet gekozen is voor een losse
regeling voor monumenten, aangezien het verduurzamen van monumenten aanzienlijk duurder
is dan het verduurzamen van reguliere woningen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie constateren dat er een grote verduurzamingsopgave ligt
en een groot deel van het SVOH-budget nog niet gebruikt is. Deze leden vragen de Minister
of zij nagedacht heeft over het toegankelijk maken van de SVOH voor corporaties en
zo ja te onderbouwen waarom de keuze is gemaakt om dit niet te doen.
De leden van de NSC-fractie lezen dat het aantal aanvragen voor de SVOH tegenvalt.
Deze leden vragen de Minister daarom of het proces bij een aanvraag expliciet voor
de SVOH-regeling geëvalueerd is. Mocht de evaluatie plaats gevonden hebben vragen
zij of de Minister haar bevindingen kan delen. Mocht de evaluatie niet plaats gevonden
hebben, vragen zij de Minister om haar mening over het voeren van een evaluatie voor
dit proces ter eventuele bevordering van de verduurzamingsopgave.
De leden van de NSC-fractie vragen de Minister of door de wijziging van de warmteopties
uit de investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) naar de SVOH,
de verhuurders niet sneller aan hun maximaal te subsidiëren bedrag komen.
De leden van de NSC-fractie lezen dat transformatie, waarbij bijvoorbeeld een kantoor
een woonfunctie krijgt, uitgesloten blijft van de SVOH omdat dit niet onder de doelstelling
past. Deze leden vragen de Minister of zij overwogen heeft om de SVOH voor transformatie
open te stellen gezien het grote woningtekort en de verduurzamingsopgave die er momenteel
ligt en vragen haar dit te onderbouwen.
De leden van de NSC-fractie constateren dat bij de aanpassing van de definitie «energieadvies»
naar de definitie «maatwerkadvies» een overgangsregeling heeft plaatsgevonden om tekorten
aan gediplomeerde energieadviseurs te voorkomen. Deze leden vragen zich af of de Minister
al enig zicht heeft op de aantallen gediplomeerde energieadviseurs en of dit er meer
of minder zijn dan benodigd. Wanneer het er minder zijn dan benodigd vragen deze leden
zich af wat voor acties de Minister onderneemt om deze aantallen toe te laten nemen
naar het benodigde aantal.
De leden van de NSC-fractie vragen zich af of de Minister inzichtelijk heeft in welke
mate er capaciteit is voor gediplomeerde adviseurs om verhuurders te voorzien van
maatwerkadvies bij een potentiële toename in de vraag naar dit maatwerkadvies.
De leden van de NSC-fractie lezen dat het maatwerkadvies subsidiabel is wanneer binnen
drie jaar een of meer energiebesparende maatregelen getroffen zijn en vragen de Minister
wat er gebeurt met de kosten voor het maatwerkadvies wanneer door arbeidstekorten
of het vertraging oplopen door bijvoorbeeld procedures deze verduurzamingen niet binnen
drie jaar gerealiseerd worden.
De leden van de NSC-fractie constateren dat de maximale bijdrage(n) per huurwoning
verhoogd zijn naar € 10.000 per woning, dan wel € 15.000 per woning inclusief een
duurzame warmteoptie. Deze leden vragen de Minister of bekend is wat de gemiddelde
verduurzamingskosten zijn per m² voor een woning met labels E, F, en G en dit per
label in kaart te brengen.
De leden van de NSC-fractie lezen dat er niet wordt toegekomen aan het verzoek om
de gewijzigde regeling met terugwerkende kracht in te voeren, zodat ook al uitgevoerde
projecten alsnog onder de gewijzigde regeling vallen. Deze leden vragen de Minister
waarom er gekozen wordt voor het niet invoeren van de regelingen met terugwerkende
kracht.
De leden van de NSC-fractie vragen de Minister of in kaart gebracht kan worden wat
het financieel voor de overheid zou betekenen als de regelingen wel met terugwerkende
kracht ingevoerd zouden worden.
De leden van de NSC-fractie lezen dat de extra subsidie-eisen voor PUR-schuim die
in de consultatieversie zaten uiteindelijk niet zijn opgenomen in de definitieve subsidieregeling
omdat het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening werkt aan aanvullende
eisen voor het aanbrengen van PUR-schuim in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Deze leden vragen of de aanvullende eisen uiteindelijk ook in de SVOH-regeling zullen
terugkomen en zo ja, op welke termijn.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerp Subsidieregeling
verduurzaming en onderhoud huurwoningen (SVOH) 2025. Deze leden hebben hierover de
volgende vragen.
De leden van de D66-fractie lezen dat de subsidieverlening geldt vanaf twee verduurzamingsmaatregelen.
Vooral kleinere ondernemers zullen de verduurzaming gefaseerd willen uitvoeren. Als
zij dus maar één verduurzamingsmaatregel willen doorvoeren, lopen ze de subsidie,
en dus de stimulans om te verduurzamen, mis. Daarnaast is de bedoeling van de wijziging
van de regeling betere uniformiteit met de ISDE. Zou de SVOH-subsidie daarom niet
ook verleend moeten worden voor één verduurzamingsmaatregel?
De leden van de D66-fractie sluiten zich aan bij de doelstelling om huurwoningen met
energielabel E, F en G uit te faseren. Kan de Minister uitleggen hoe de voortgang
op dit doel jaarlijks wordt geëvalueerd en gerapporteerd voor particuliere verhuurders?
De leden van de D66-fractie lezen dat de subsidieregeling wordt verlengd tot 2029
om zo verhuurders in staat te stellen woningen met energielabel E, F en G te verbeteren.
Daarnaast wordt er op dit moment te weinig gebruik gemaakt van de SVOH-subsidie. Is
het risico van de verlengde termijn niet dat verhuurders op deze manier verduurzamingsmaatregelen
blijven uitstellen? Is een strakkere deadline niet juist een extra stimulans voor
verhuurders om eerder te verduurzamen?
De leden van de D66-fractie zien dat er in de wijziging van de regeling een bonus
is voor het gebruik van biobased isolatiematerialen. Deze leden zijn positief over
deze bonus. Wel vragen zij zich af of deze regeling niet breder getrokken kan worden.
Kan de bonus ook worden ingezet voor andere milieuvriendelijke technologieën en of/materialen?
Zo worden aanvragers gestimuleerd om te kiezen voor de mogelijkheid die het meest
milieuvriendelijk is.
De leden van de D66-fractie constateren dat verhuurders dankzij de wijziging van de
regeling vanaf een lager bedrag in aanmerking komen voor voorafgaande subsidieverlening.
De drempel voor het uitvoeren van verduurzamingsmaatregelen, die vooral particuliere
verhuurders nu ervaren, wordt zo verlaagd. Deze leden vragen zich af waarom er is
gekozen voor de drempel van € 25.000 voor de voorafgaande subsidieverlening. Dit bedrag
kan voor kleine ondernemers nog steeds worden ervaren als een drempel om te verduurzamen.
Zou het bedrag niet verder verlaagd kunnen worden zodat deze drempel voor kleine ondernemers
ook wordt verlaagd? En zou het mogelijk zijn om het rentevrij lenen via het Warmtefonds
ook open te stellen voor kleine ondernemers?
De leden van de D66-fractie merken op dat de SVOH is bedoeld voor private verhuurders
van verhuurwoningen. Deze leden vragen zich af of de SVOH niet opengesteld kan worden
voor wooncoöperaties. Zij hebben immers ook nog een grote verduurzamingsopgave en
lopen deze subsidie nu mis.
II Antwoord/reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.L. Postma, voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede ondertekenaar
C.E. Morrin, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.