Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Michon-Derkzen over het bericht ‘Aanpak drugscriminelen Schiphol loopt vast op privacywetten: ‘Nadenken of criminelen wel zelfde rechten hebben’
Vragen van het lid Michon-Derkzen (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Aanpak drugscriminelen Schiphol loopt vast op privacywetten: «Nadenken of criminelen wel zelfde rechten hebben»» (ingezonden 20 september 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 november 2024).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 240.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Aanpak drugscriminelen Schiphol loopt vast op privacywetten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de zorgen van de burgemeester van Haarlemmermeer dat relevante informatie
over het voorkomen van georganiseerde criminaliteit waaronder signalen over corruptie
niet kunnen worden gedeeld met relevante partijen?
Antwoord 2
Ik heb het signaal van burgemeester Schuurmans van Haarlemmermeer duidelijk gehoord.
Ik onderschrijf het belang ten zeerste dat drugscriminelen die medewerkers op Schiphol
ronselen of mensen die hun Schipholpas misbruiken om drugs te smokkelen, aan moeten
worden gepakt. Bij deze aanpak is gegevensdeling een belangrijke randvoorwaarde. Daarom
maakt de Taskforce gegevensdeling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid in
samenwerking met de partners op Schiphol een grondige analyse van de informatiepositie
van deze partners. In de analyse wordt gekeken naar wat al mogelijk is op gebied van
gegevensdeling en wordt vervolgens de meest effectieve oplossing gekozen om de informatiepositie
van deze partners te verbeteren.
Vraag 3
Heeft u deze signalen van andere burgemeesters gehoord?
Antwoord 3
In de samenwerking met de gemeentes wordt regelmatig gesproken over gegevensdeling
en worden signalen gedeeld. Naar aanleiding van de motie van Michon-Derkzen c.s.2 uit 2022 zijn knelpunten geïnventariseerd (zie ook antwoord op vraag 7). De Taskforce
gegevensdeling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voert op dit moment,
samen met verschillende partners waaronder de gemeente, een grondige analyse uit (zie
ook antwoord op vraag 2 en 9).
Vraag 4
Waar kunnen werkgevers op Schiphol terecht als zij een vermoeden hebben dat een werknemer
niet zuiver is en niet over een Schipholpas zou moeten beschikken?
Antwoord 4
Wanneer een werkgever een vermoeden heeft van onzuiver handelen van een medewerker
zijn er verschillende manieren waarop een werkgever hiervan melding kan maken.Zo kan
bij een vermoeden van (ondermijnend) crimineel handelen een werkgever een melding
maken bij Team Criminele Inlichtingen (TCI) van de KMar.Ook kan de werkgever aangifte
doen bij de Politie/KMar.
Daarnaast kan de werkgever een melding maken bij de Schiphol Group. Schiphol Group
kan besluiten om vervolgens een onderzoek in te stellen door de interne bedrijfsrecherche.
Wanneer uit dit onderzoek blijkt dat inderdaad de Schipholpas wordt misbruikt en ingaat
tegen het principe van «functionele noodzakelijkheid» – de grond waarop de Schipholpas
is verstrekt – kan de Schipholpas worden ingetrokken. Op deze manier kan de pas niet
meer misbruikt worden voor criminele handelingen. Ook ontvangt Schiphol een geautomatiseerde
melding wanneer deze werknemer opnieuw een aanvraag doet van een nieuwe Schipholpas,
bij (bijvoorbeeld) een andere werkgever. Hiermee wordt voorkomen dat crimineel handelen
door dezelfde personen kan worden voortgezet bij een andere werkgever.
Aanvullend zet het programma Sterke Luchthaven zich in voor meer duidelijkheid over
de meldroutes en brengt ondermijning en hoe deze signalen te herkennen aan het licht
bij private en publieke partners op Schiphol. Eén van de uitwerkingen hiervan is het
zogenaamde POCO-netwerk. Deze points of contact ondermijning bevinden zich in zowel
private als publieke organisaties en zijn opgeleid als belangrijk aanspreekpunt over
ondermijningsvraagstukken. Werkgevers kunnen ruggespraak met de POCO’s houden wanneer
zij vermoedens hebben van misbruik van de Schipholpas door een werknemer.
Wanneer medewerkers een vermoeden willen melden kan er gebruik worden gemaakt van
het meldpunt binnen de eigen organisatie. Ook kan de medewerker (anoniem) melden via
de KMar, TCI of Meld Misdaad Anoniem.
Vraag 5
Bent u bereid in overleg met het Openbaar Ministerie (OM) te bezien hoe signalen die
bij het OM bekend zijn, eerder met werkgevers op Schiphol kunnen worden gedeeld?
Antwoord 5
Het is voor het OM onder bepaalde omstandigheden al mogelijk om informatie te verstrekken
aan private partners zoals bedrijven die actief zijn op Schiphol. Hiervoor heeft het
OM de Aanwijzing verstrekking strafvorderlijke gegevens voor buiten de strafrechtspleging
gelegen doeleinden3 vastgesteld.
Daarbij vindt een zorgvuldige belangenafweging plaats tussen belangen van opsporing,
het belang van de ontvanger en het belang van privacy.
Onder andere het OM, JenV en de werkgevers KLM en Schiphol hebben al langere tijd
periodiek overleg over casuïstiek waarin gegevensdeling een rol speelt. Op deze manier
wordt invulling gegeven aan het bespreekbaar maken van knelpunten die op Schiphol
spelen. Ik zal dit punt daar ook inbrengen. In de halfjaarbrieven ondermijnende criminaliteit
zal ik uw Kamer hierover informeren.
Vraag 6
In hoeverre is het bevorderen van het uitwisselen van relevante informatie onderdeel
van de rijksbrede corruptieaanpak zoals die is aangekondigd in het hoofdlijnenakkoord?
Antwoord 6
Op dit moment wordt de aanpak corruptie en criminele inmenging uitgewerkt. Hiervoor
verwijs ik naar het antwoord op vraag 7.
Vraag 7
Nu in het regeerprogramma is opgenomen dat het kabinet de aanpak van corruptie intensiveert
door o.a. publieke en private partijen weerbaarder te maken, deelt u de mening dat
dit alleen kan als deze partijen in staat worden gesteld relevante informatie snel
met elkaar te kunnen uitwisselen?
Antwoord 7
De aanpak van corruptie door meer weerbaarheid te creëren binnen publieke en private
partijen is een belangrijk onderdeel van het regeerprogramma en één van mijn speerpunten.
Het delen van informatie is hierbij een belangrijk onderdeel, zeker als het gaat om
relevante informatie in de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Er zijn momenteel
al verschillende mogelijkheden tot het delen van dergelijke informatie zoals bijvoorbeeld
middels het Waarschuwingsregister Logistieke Sector. In dit register kunnen aangesloten
organisaties nagaan of een sollicitant eerder via een andere werkgever betrokken is
geweest bij een aangiftewaardig incident. Dit is gebaseerd op aangifte en ontslag
en niet op veroordeling. Hierdoor kan snel gehandeld worden. Ook kan gedacht worden
aan preventieve middelen tegen corruptie zoals een integriteitsverklaring voor nieuwe
medewerkers.
De huidige mogelijkheden tot het delen van informatie zijn op dit moment niet altijd
bekend of worden niet effectief benut. De focus van de aanpak ligt op deze bestaande
mogelijkheden beter bekend maken. Middels de Taskforce gegevensdeling wordt in samenwerking
met de partners bekeken op welke manier hier duidelijkheid over kan worden gecreëerd
en waar de huidige mogelijkheden mogelijk niet volstaan. Voor verdere uitwerking van
deze aanpak verwijs ik naar vraag 9.
Vraag 8
Hoeveel extra geld maakt u vrij voor het bevorderen van informatiedeling bij het voorkomen
van georganiseerde criminaliteit?
Antwoord 8
Een vast onderdeel van de begrotingen van de vijf individuele mainports is de pijler
«informatiebeeld». Deze pijler is een verplicht onderdeel van de begrotingen van de
mainports. Bij zowel het indienen van de plannen van de mainports als bij de verantwoording
van de gelden kan gestuurd worden op de invulling hiervan. Binnen deze pijler wordt
ook geld vrijgemaakt voor initiatieven om informatiedeling op de mainports te faciliteren.
Zo is dit geld gebruikt voor bijvoorbeeld een juridische verkenning van publiek-private
informatieuitwisseling op Schiphol en voor publiek-private samenwerking (PPS) – Information
Sharing Centers op verschillende mainports.
De verdeling van het geld over de vier pijlers (informatiebeeld, barrières, weerbaarheid
en TCOH) in de begrotingen verschillen per mainport en verschillen per jaar. Desalniettemin
is deze pijler een verplicht onderdeel van de begrotingen waardoor er structureel
geld beschikbaar wordt gesteld voor informatiedeling.
Vanaf 2025 wordt tevens de politiecapaciteit voor een aantal mainports uitgebreid
waardoor het informatiebeeld wordt uitgebreid. Ook wordt geïnvesteerd in het overkoepelende
beeld van de problematiek en de aanpak.
Vraag 9
Kunt u aangeven hoe het staat met de uitvoering van de motie-Michon-Derkzen c.s. (Kamerstuk
29 911, nr. 365) waarin wordt verzocht om bij de aanpak van de georganiseerde criminaliteit alle
knelpunten met betrekking tot het delen van relevante informatie te geven?
Antwoord 9
Eerder is de Kamer geïnformeerd over de inventarisatie die is uitgevoerd naar aanleiding
van de motie Michon-Derkzen c.s.4 De Taskforce gegevensdeling heeft twee geprioriteerde thema´s opgepakt, namelijk
1) vroegsignalering binnen de aanpak preventie met gezag en 2) informatiedeling binnen
de mainportsaanpak. Op dit moment wordt met de betrokken partners geïnventariseerd
op welke wijze de informatiepositie van deze partners duurzaam kan worden verbeterd.
Bijvoorbeeld door middel van praktische handreikingen over wat binnen de huidige wetgeving
kan, trainingen om de kennis te vergroten of, indien nodig, aanvullende wet- en regelgeving.
Vraag 10
Welke concrete resultaten heeft de Justitie & Veiligheid-taskforce informatiedeling
al opgeleverd bij vroegsignalering in de preventieve aanpak en gegevensdeling binnen
de mainportsaanpak?
Antwoord 10
Op dit moment voert de Taskforce gegevensdeling gesprekken met diverse partners zoals
de Douane, Schiphol en gemeenten. Er wordt een grondige analyse van de ervaren knelpunten
uitgevoerd om toe te werken naar concrete oplossingen. Op dit moment worden de bevindingen
uit de eerste gesprekken verzameld en geanalyseerd. Zoals aangekondigd in het commissiedebat
op 4 september over Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit,
wordt de Kamer over de eerste bevindingen geïnformeerd via de volgende halfjaarbrief
aanpak georganiseerde ondermijnende criminaliteit die eind van het jaar aan uw Kamer
wordt gezonden.
Vraag 11
Wat is de reden dat een deel van het geld dat is gereserveerd voor de mainportaanpak
niet tot besteding is gekomen in 2024?
Antwoord 11
Over het jaar 2024 kunnen nog geen definitieve uitspraken over de bestedingen worden
gedaan, omdat deze uitgaven nog lopen. Hierdoor heeft de besteding van mainportgelden
dan ook geen vertraging opgelopen. Voorzien was dat de toekenning van mainportgelden
in 2023 verstuurd zou worden, maar dit is niet gelukt omdat het proces van aanvragen
en beoordelen langer heeft geduurd. Dit heeft alleen effect gehad op de stand van
de verplichtingen en niet op de daadwerkelijke besteding van de middelen, die sowieso
in 2024 zou plaatsvinden. Het betreft dus enkel een financieel administratieve correctie
zodat de toekenning van de mainportgelden in 2024 kon plaatsvinden.
Vraag 12
Is het mogelijk om een apart samenwerkingsverband voor Schiphol onder de Wet Gegevensverwerking
Samenwerkingsverbanden te expliciteren via een algemene maatregel van bestuur? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om dit in gang te zetten?
Antwoord 12
Zoals toegelicht in de antwoorden op vraag 9 en 10, wordt momenteel gewerkt aan een
analyse van de problematiek en oplossingsrichtingen om gegevensdeling tussen de partners
op Schiphol te verbeteren. Op dit moment zijn er nog onvoldoende aanknopingspunten
waaruit blijkt dat het expliciteren van een apart samenwerkingsverband voor Schiphol
onder de WGS via een algemene maatregel van bestuur (AMvB) bijdraagt aan het verbeteren
van gegevensdeling. De praktijk wijst uit dat vaak sprake is van een mix van ervaren
knelpunten, waarvan de oplossing niet op voorhand eenduidig is. In de analyse wordt
daarom bekeken wat er mogelijk is en wordt de meest effectieve oplossing gekozen.
Als uit de analyse blijkt dat wetgeving een noodzakelijke en effectieve oplossing
is voor de ervaren knelpunten wordt dit vanzelfsprekend als optie bezien.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.