Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen die de leden Omtzigt en Palmen over het artikel ‘Landsadvocaat krijgt waarschuwing voor rol in fraudezaak’
Vragen van de leden Omtzigt en Palmen (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het artikel «Landsadvocaat krijgt waarschuwing voor rol in fraudezaak» (ingezonden 12 september 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 november 2024).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 158.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Landsadvocaat krijgt waarschuwing voor rol
in fraudezaak»?1
Antwoord 1
Ja. Ik heb de uitspraak van de Raad van discipline en de reactie hierop van de landsadvocaat
aan uw Kamer gezonden.2
Vraag 2
Is bij u bekend of er ooit een landsadvocaat eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld?
Antwoord 2
Het is mij niet bekend of er eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd aan
een landsadvocaat. Uitspraken van de tuchtrechter worden enkel geanonimiseerd gepubliceerd.
Schrappingen uitgesproken na 1 januari 2015 en (gedeeltelijk) onvoorwaardelijke schorsingen
uitgesproken na 1 januari 2015 worden wel met naam gepubliceerd. In deze publicaties
is de naam van de vorige en huidige landsadvocaat niet terug te vinden.
Vraag 3
Is bij u bekend of er eerder een advocaat/notaris van Pels Rijcken tuchtrechtelijk
is veroordeeld?
Antwoord 3
Naar aanleiding van de fraudekwestie waarover uw Kamer bij meerdere gelegenheden is
geïnformeerd, zijn twee notarissen en een kandidaat-notaris van Pels Rijcken berispt
door de tuchtrechter. Pels Rijcken biedt overigens naar aanleiding van de fraudekwestie
sinds 1 juli 2022 geen notariële diensten meer aan. Het is mij niet bekend of er eerder
een advocaat van Pels Rijcken een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. Uitspraken
van de tuchtrechter worden enkel geanonimiseerd gepubliceerd. Schrappingen uitgesproken
na 1 januari 2015 en (gedeeltelijk) onvoorwaardelijke schorsingen uitgesproken na
1 januari 2015 worden wel met naam gepubliceerd. In deze publicaties zijn geen advocaten
van Pels Rijcken te vinden. In het landscontract is opgenomen dat Pels Rijcken ervoor
zorgt ervoor dat de contactpersoon bij de Staat onverwijld melding ontvangt van omstandigheden
die uitvoering van de overeenkomst of de continuïteit van haar bedrijfsvoering in
gevaar zouden kunnen brengen of die de Staat zouden kunnen raken. Daartoe behoort
ook de oplegging van een tuchtrechtelijke maatregel als dat van belang is voor de
Staat.
Vraag 4
Hoe kijkt u naar de integriteit van de landsadvocaat na deze tuchtrechtelijke veroordeling?
Vindt u ook dat de landsadvocaat van onbesproken gedrag moet zijn, gelet op zijn positie
als voornaamste juridische adviseur van de Staat? Zie ook de eerdere Kamervragen (2022D18362 en 2022Z02611).
Antwoord 4
De landsadvocaat dient naar eer en geweten te handelen en daarbij de wet na te leven.
Ik heb uit deze zaak niet de indruk gekregen dat de landsadvocaat niet naar eer en
geweten handelde of bewust een beroepsnorm heeft overtreden. Dat blijkt mijns inziens
ook uit het feit dat hem enkel een waarschuwing is opgelegd.
Vraag 5
Hoe rijmt u de veroordeling van de landsadvocaat met de kernwaarden van de overheid
en de advocatuur (zie artikel 10a Advocatenwet en Gedragsregels)?
Antwoord 5
Uit de uitspraak volgt dat een beroepsnorm is overtreden. Dit heeft geleid tot de
lichtste tuchtrechtelijke maatregel; een waarschuwing.
Ondanks dat het overgrote deel van de klachten is afgewezen, heeft de tuchtrechter
geconstateerd dat de landsadvocaat gedurende een periode van ongeveer drie maanden
onder het verschoningsrecht vallende e-mails uit het vertrouwelijke advocatendossier
had moeten verwijderen. Die periode was de tijd die was gelegen tussen een onherroepelijke
uitspraak van een rechter dat de desbetreffende stukken onder het verschoningsrecht
vielen (waarover tot dan toe anders was geoordeeld) en het moment dat deze stukken
door de wederpartij zelf in een geding werden ingebracht. In de periode daaraan voorafgaand
en de periode daarna kon hij dus wel rechtmatig over deze e-mails beschikken. De Raad
van discipline concludeert dat een advocaat niet over verschoningsgerechtigde stukken
van een andere advocaat mag beschikken wanneer hij er kennis van draagt dat deze onder
het verschoningsrecht vallen. De landsadvocaat had dus kort na kennisname van het
onherroepelijk worden van de uitspraak dat de stukken onder het verschoningsrecht
vielen, deze (alsnog) uit zijn dossier moeten verwijderen en vernietigen. Hiervoor
heeft de tuchtrechter de laagst mogelijke maatregel van een waarschuwing opgelegd.
De landadvocaat heeft mij overigens bericht dat de e-mails in deze periode in een
afgeschermd dossier zaten, niet zijn ingezien door derden, noch zijn gebruikt.
Ik vind het te betreuren dat deze e-mails niet direct uit het dossier zijn verwijderd
toen duidelijk werd dat het verschoningsgerechtigde informatie betrof. Dat had wel
moeten gebeuren.
Vraag 6
In de kabinetsreactie van 2 juni 2023 op het rapport-Silvis staat dat de externe advocatenkantoren
aan hoge eisen van deskundigheid, integriteit en vertrouwelijkheid dient te voldoen;
voldoet de landsadvocaat volgens u na deze tuchtrechtelijke veroordeling aan deze
hoge eisen? Waarom niet, waarom wel?
Antwoord 6
Ja. De onderhavige zaak heeft geïllustreerd dat de beoordeling of bepaalde stukken
onder het verschoningsrecht vallen soms weerbarstig is en ook door diverse rechters
en andere juridische professionals verschillend wordt beoordeeld en leidt tot verschillende
uitkomsten. Het feit dat er uiteindelijk een rechter een finaal oordeel velt over
de status van bepaalde stukken, geeft weliswaar een definitieve juridische status
aan die stukken, maar betekent niet dat degenen die daarover voordien een ander oordeel
hadden niet naar eer en geweten hebben gehandeld.
Over de wijze van omgang met informatie wanneer dat definitieve rechterlijk oordeel
is geveld dat deze onder het verschoningsrecht vallen, is nu duidelijkheid gekomen.
Daarnaar moet worden gehandeld. Dat zal als gezegd onderwerp zijn van nader (bestuurlijk)
overleg met de landsadvocaat en zijn kantoor.
Vraag 7
Zijn er met de landsadvocaat en/of met Pels Rijcken afspraken gemaakt over een integere
dienstverlening, (melding van) integriteitsschendingen of andersoortige afspraken
die zien op een betamelijke invulling van de dienstverlening? Zo nee, waarom niet
en bent u dat van plan? Zo ja, welke afspraken?
Antwoord 7
In het landscontract is opgenomen dat de advocaten van Pels Rijcken als vertegenwoordiger
van de Staat zich steeds rekenschap dienen te geven van de in artikel 10a van de Advocatenwet
neergelegde kernwaarden. Deze kernwaarden zijn onafhankelijkheid, partijdigheid, deskundigheid,
integriteit en vertrouwelijkheid. Daarnaast is in het landscontract opgenomen dat
Pels Rijcken ervoor zorgt ervoor dat de contactpersoon bij de Staat onverwijld melding
ontvangt van omstandigheden die uitvoering van de overeenkomst of de continuïteit
van haar bedrijfsvoering in gevaar zouden kunnen brengen of die de Staat zouden kunnen
raken. Het kantoor heeft de Staat daarom op de hoogte gebracht van de tuchtrechtelijke
procedure en de uitkomst hiervan. Daarnaast vindt er regelmatig overleg plaats tussen
de verschillende onderdelen van de Staat met de desbetreffende accounthouders bij
het kantoor van de landsadvocaat. Daarbij kunnen ook integriteitskwesties worden besproken.
Namens de Staat als cliënt wordt er namens mij ook een bestuurlijk overleg gevoerd
waar deze zaken aan de orde kunnen komen.3
Vraag 8
Waar valt volgens u in de brief van de landsadvocaat van 9 september 2024 enige vorm
van reflectie te lezen op zijn tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen? Vindt u dat de
landsadvocaat voldoende reflectie toont in deze brief?
Antwoord 8
Het doel van de brief van 9 september jongstleden was om mij te informeren over de
uitspraak. Ik zal de omgang met verschoningsgerechtigde informatie agenderen in het
bestuurlijk overleg met de landsadvocaat en het bestuur van zijn kantoor.
Vraag 9
Bent u van plan om in overleg te treden met de landsadvocaat over (i) zijn tuchtrechtelijk
verwijtbaar handelen, (ii) zijn (gebrek aan) reflectie en (iii) hoe dit in de toekomst
voorkomen kan worden?
Antwoord 9
In de bestuurlijke overleggen die mijn ministerie voert met de landsadvocaat en zijn
kantoor – overleggen die structureel worden gevoerd in het kader van de versterking
van het opdrachtgeverschap4 – zal ik met de landsadvocaat en het bestuur van zijn kantoor de omgang met verschoningsgerechtigde
informatie agenderen.
Vraag 10
Gaat het Openbaar Ministerie Pels Rijcken in de toekomst nog inhuren voor de juridische
dienstverlening? Zo ja, in welke mate ten opzichte van voorgaande jaren?
Antwoord 10
Het Openbaar Ministerie heeft mij hierover bericht dat het in de opgelegde maatregel
geen aanleiding zien om het kantoor minder in te huren.
Vraag 11
Gelet op de eerdere grootschalige fraudezaak door de topman van het kantoor van de
landsadvocaat en de nu tuchtrechtelijke veroordeling van de landsadvocaat zelf, hoe
kijkt u naar de houdbaarheid van de positie van landsadvocaat en Pels Rijcken als
juridische dienstverlener van de Staat? Zie de eerdere moties-Omtzigt (Kamerstuk 35 925 III, nr. 19 en Kamerstuk 35 927, nr. 81), zie ook motie-Van Nispen/Omtzigt (Kamerstuk 29 279, nr. 695).
Antwoord 11
De in de vraag aangehaalde kwesties zijn van totaal verschillende aard. Naar aanleiding
van de fraudezaak hebben mij voorgangers diverse onderzoeken laten doen. De commissie
Silvis constateerde eind 2022 dat het kantoor van de landsadvocaat zich er ambitieus
toe heeft gezet verbetermaatregelen te nemen (op het vlak van governance, compliance,
dataveiligheid en open werkcultuur).
Met betrekking tot de onderhavige kwestie heb ik aangegeven dat ik niet de indruk
heb gekregen dat de landadvocaat niet naar eer en geweten handelde of bewust een beroepsnorm
heeft overtreden. Dat blijkt naar mijn mening ook uit het feit dat hem enkel een waarschuwing
is opgelegd.
Vraag 12
Wilt u alle vragen afzonderlijk, met onderbouwing, beantwoorden?
Antwoord 12
Ja.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Nispen
(SP), ingezonden 10 september 2024 (vraagnummer 2024Z13225).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.