Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Zanten over journalistieke integriteit en onpartijdigheid van door de overheid gefinancierde media n.a.v. de berichten 'BBC ‘breached guidelines 1,500 times’ over Israel- Hamas war', 'Video Iran' en 'Hezbollah-leider Nasrallah: geliefd én gehaat in eigen land'
Vragen van het lid Van Zanten (BBB) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over journalistieke integriteit en onpartijdigheid van door de overheid gefinancierde media n.a.v. de berichten «BBC «breached guidelines 1,500 times» over Israel-Hamas war», «Video Iran» en «Hezbollah-leider Nasrallah: geliefd én gehaat in eigen land» (ingezonden 7 oktober 2024).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 5 november
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met bovenstaande artikelen?1
2
3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven of bij de publieke omroepen zelf, bij de Ombudsman van de Nederlandse
Publieke Omroep en/of bij het Commissariaat voor de Media klachten zijn gemeld over
Nederlandse mediakanalen die richtlijnen schenden bij de berichtgeving over het conflict
tussen Israël en zijn vijanden?
Antwoord 2
De Ombudsman voor de publieke omroep doet in principe geen uitspraken over lopende
zaken, maar geeft desgevraagd aan dat er meerdere vragen binnen zijn gekomen naar
aanleiding van de verslaggeving van de situatie in Israël door de publieke omroep.
Begin dit jaar heeft de Ombudsman een reeks artikelen gepubliceerd waarin wordt ingegaan
op 130 mails die tot dan toe waren binnengekomen over het conflict en de manier waarop
daarvan verslag is gedaan. Het Commissariaat voor de Media (hierna: commissariaat)
ontvangt in het kader van zijn wettelijke taak als toezichthouder dagelijks vragen,
meldingen, klachten en/of signalen, waaronder ook over berichtgeving over het conflict
in het Midden-Oosten.
Vraag 3
Wanneer worden klachten over mogelijke partijdigheid of onjuistheden in berichtgeving
over Israël door publieke omroepen behandeld en onderzocht door de toezichthouders?
Antwoord 3
In eerste instantie kunnen kijkers en luisteraars zelf omroepen aanspreken op de naleving
van de Code Journalistiek Handelen. Wanneer hun klacht niet naar tevredenheid is afgehandeld,
kan er contact worden opgenomen met de Ombudsman van de publieke omroep. Daarnaast
kunnen belanghebbenden zich wenden tot de Raad voor de Journalistiek. Uitgangspunt
bij alle klachtenprocedures is dat eerst bij de omroep of redactie zelf moet worden
aangeklopt.
Het commissariaat houdt onder meer toezicht op de naleving van artikel 2.1 van de
Mediawet 2008. In het tweede lid, aanhef en onder e, is geregeld dat publiek media-aanbod
moet voldoen aan journalistieke en professionele kwaliteitseisen die binnen de sector
gehanteerd worden. Dit betekent dat omroepen moeten handelen in overeenstemming met
een gedegen journalistieke werkwijze, zodat feiten op zorgvuldige wijze worden gecontroleerd
en gepresenteerd en het publiek in staat wordt gesteld de gegeven informatie op de
juiste waarde te schatten. Bij de uitoefening van deze bevoegdheid houdt het commissariaat
vanzelfsprekend rekening met de toepasselijke verdragsrechtelijke en grondwettelijke
waarborgen.
Het commissariaat kan op basis van signalen, zoals vragen of klachten van kijkers
en luisteraars, besluiten onderzoek te doen naar de naleving van normen waarop hij
toeziet. Het commissariaat geeft risicogestuurd invulling aan zijn toezicht. Dit betekent
dat hij signalen beoordeelt op de mate waarin het commissariaat daarin risico’s ziet.
Prioriteiten worden aan de hand van die risico-inschatting bepaald. Het commissariaat
beschikt vervolgens over een breed pallet aan mogelijke toezichtinterventies. Niet
iedere melding leidt dus tot onderzoek dan wel formele handhaving door het commissariaat.
Zie in dit kader de toezichtaanpak van het commissariaat en het handhavingsbeleid.4
Vraag 4
De politiek dient zich niet te bemoeien met de inhoud van media, maar moet er wél
voor waken dat deze niet in strijd is met de Grondwet; hoe controleert u hierop?5
Antwoord 4
Ik controleer daar niet op. Een rechtstreeks toezicht van de overheid op de inhoud
van media-uitingen zou neerkomen op censuur of de uitoefening van druk. De publieke
omroep en andere mediadiensten moeten onafhankelijk van de politiek kunnen opereren.
Dat is een cruciaal en ononderhandelbaar rechtsstatelijk uitgangspunt.
Juist omdat de Grondwet expliciet voorziet in een verbod op censuur en voorafgaand
toezicht, zou een dergelijke controlefunctie voor de politiek onverenigbaar zijn met
de onafhankelijkheid van de media. Dit is gestoeld op de fundamentele beginselen van
onze democratische rechtsstaat, waarin persvrijheid en vrijheid van meningsuiting
fundamentele pijlers zijn. Deze rechten zijn vastgelegd in artikel 7 van de Grondwet.
Censuur en voorafgaand toezicht op de inhoud van media-uitingen zijn in Nederland
daarom niet toegestaan.
Vraag 5
Hoe waarborgt het Commissariaat voor de Media de journalistieke integriteit en onpartijdigheid
van door de overheid gefinancierde media in berichtgeving over Israël conform richtlijnen
vastgelegd in onder meer de Mediawet en het Mediabesluit?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de rol van sociale media bij de verspreiding van mogelijk bevooroordeelde
informatie over Israël in het conflict met zijn vijanden?
Antwoord 6
Ik zie ook dat er op sociale media veel wordt gesproken en veel informatie wordt gedeeld
over het conflict in het Midden-Oosten. Het is duidelijk dat dit onderwerp de samenleving
bezighoudt. Het is echter niet mijn rol om de mogelijke partijdigheid van berichtgeving
te beoordelen.
Vraag 7
Wat doet u en/of de onder uw verantwoordelijkheid vallende instanties om ervoor te
zorgen dat inwoners van Nederland beter in staat zijn om bevooroordeelde berichtgeving
op media en sociale media over Israël te herkennen en hier kritisch mee om te gaan?
Antwoord 7
Het is belangrijk mensen weerbaar te maken tegen desinformatie door in te zetten op
mediawijsheid. Het Ministerie van OCW ondersteunt het Netwerk Mediawijsheid met het
doel iedereen mediawijs te laten zijn of te laten worden. Hier zijn veel maatschappelijke
partners betrokken.
Ook zet het Netwerk in op «samen sociaal online» en daarmee wordt gestreefd naar een
veiligere online omgeving. Iedereen moet zich kunnen uiten en niet worden bedolven
onder haatdragende reacties. Het online debat moet scherp gevoerd kunnen worden, maar
zonder haatdragende of bedreigende reacties.
Onder de vlag van het Netwerk Mediawijsheid ondersteun ik het project DichterBijNieuws,
dat nieuwswijsheid in het onderwijs en bij bibliotheken bevordert en de dialoog tussen
journalisten en burgers stimuleert. In de Mediabegrotingsbrief van november zal ik
uw Kamer daar verder over informeren.
Vraag 8
In het artikel «Hezbollah-leider Nasrallah: geliefd én gehaat in eigen land» wordt
gebruik gemaakt van kwalificaties als «charismatisch man» en «competent leider», maar
niet van «terreurleider» of «terrorist»; bent u bereid het Commissariaat voor de Media
te verzoeken de verslaggeving van het NOS Journaal over de dood van Hassan Nasrallah
te beoordelen en hierbij na te gaan of deze voldeed aan de hoogste journalistieke
eisen van zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, ongebondenheid, pluriformiteit en objectiviteit
die van dit met belastinggeld gefinancierde nieuwsprogramma mag worden verwacht?
Antwoord 8
Bij klachten over berichtgeving van de publieke omroep kan eenieder zich melden bij
de betreffende omroep zelf, bij de Ombudsman voor de publieke omroep of bij het Commissariaat
voor de Media.
Ik ben niet bereid het commissariaat te vragen een dergelijk onderzoek te doen. Het
commissariaat is een onafhankelijk toezichthouder, die zelf gaat over zijn onderzoeken
in specifieke gevallen en daar eigen afwegingen in maakt. De onafhankelijkheid van
een toezichthouder is van groot belang voor zijn betrouwbaarheid en het draagvlak
in een sector; politieke inmenging doet hieraan af.
Vraag 9
Bent u bereid het Commissariaat voor de Media te verzoeken onderzoek te doen naar
de objectiviteit van de publieke omroepen en mogelijke schendingen van de Mediawet
betreffende de berichtgeving over Israël?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 8.
Vraag 10
Bent u bereid onderzoek te (laten) doen naar mogelijke schendingen van de Grondwet
in de berichtgeving van publieke omroepen over Israël?
Antwoord 10
De Grondwet garandeert persvrijheid en verbiedt voorafgaand toezicht op radio- en
televisie-uitzendingen. Bovendien schrijft de Mediawet voor dat publieke omroepen
redactionele autonomie hebben en zelf verantwoordelijk zijn voor vorm en inhoud van
de programma’s. Het is niet aan mij om te controleren of uitingen van de vrije pers
in strijd zijn met de wet.
Vraag 11
Welke stappen zet u, het Commissariaat voor de Media en overige verantwoordelijke
organisaties om het vertrouwen van de burger in de publieke omroepen te versterken?
Antwoord 11
Een rechtstaat is gebaat bij een goed functionerende en betrouwbare journalistiek.
De journalistieke sector heeft hier zelf invulling aan gegeven door het vormgeven
van journalistieke codes en zelfregulerende instanties om die codes te beschermen
en na te leven. Het vertrouwen van de Nederlander in de publieke omroep is hoog, zo
bleek uit het Digital News Report Nederland 2024 van het commissariaat.6 In het recente onderzoek van het commissariaat onder jongeren blijkt ook onder deze
groep een groot vertrouwen in de nieuwsvoorziening van de publieke omroep.7
Het commissariaat heeft al in december vorig jaar aangegeven een sectorbreed onderzoek
te doen naar de manier waarop landelijke publieke omroepen de betrouwbaarheid van
hun journalistieke media-aanbod borgen. In dit onderzoek kijkt het commissariaat zowel
naar de sector als geheel, als naar specifieke signalen (in het bijzonder naar situaties
met een verhoogd risicoprofiel).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.