Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Aukje de Vries, Peter de Groot en Van Eijk (allen VVD) over het artikel 'Enorme ozb-verhoging Amsterdam ’Middenklasse maximaal uitgekleed”
Vragen van de leden Aukje de Vries, Peter de Groot en Van Eijk (allen VVD) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Staatssecretaris en de Minister van Financiën over het artikel «Enorme ozb-verhoging Amsterdam: «Middenklasse maximaal uitgekleed»» (ingezonden 20 september 2024).
Antwoord van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Staatssecretaris
en de Minister van Financiën (ontvangen 31 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Enorme ozb-verhoging Amsterdam: «Middenklasse maximaal
uitgekleed»»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat het Amsterdamse college de lasten voor huizenbezitter in een
jaar met ongeveer een kwart verhoogd?
Antwoord 2
Ik begrijp de zorgen die er zijn over de voorstellen van het Amsterdamse college van
burgemeester en wethouders om de OZB te verhogen.
Echter, het is van uit staatsrechtelijk perspectief niet gepast om als bewindspersoon
te treden in een discussie over de lokale lasten in een specifieke gemeente. Het is
aan de gemeenteraden hierin keuzes te maken, waarbij onder meer belastingdruk, voorzieningenniveau
en andere zaken tegen elkaar worden afgewogen. Voor de volledigheid, het is niet het
Amsterdamse college maar de gekozen gemeenteraad die de hoogte van de lokale lasten
vaststelt.
Zoals gezegd, ik begrijp uw zorgen, het kabinet zal dan ook, zoals in het regeerprogramma
staat aangegeven, spoedig met gemeenten in gesprek gaan en met hen onderzoeken of
en hoe we de stijging van de gemeentelijke woonlasten (OZB) kunnen maximeren.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat inclusief waterschapsbelasting Amsterdamse gezinnen er ongeveer
€ 200 per jaar op achteruit gaan in een jaar tijd?
Antwoord 3
Zoals bij vraag 2 aangegeven, ik begrijp de zorgen over het voornemen van het Amsterdams
college de OZB te verhogen.
Vraag 4
Klopt het dat ook de parkeerkosten voor veel Amsterdammers stijgen en er steeds meer
gebieden worden aangewezen waar betaald parkeren wordt ingevoerd? Vindt u dat de onderbouwing
daarvoor voldoet aan de voorwaarden zoals voorgeschreven in de gemeentewet?
Antwoord 4
Parkeerbelasting is voor gemeenten een belangrijk beleidsinstrument om de leefbaarheid
en toegankelijkheid van gemeenten te sturen. Artikel 225 van de Gemeentewet bepaalt
dat een parkeerbelasting kan worden ingevoerd in het kader van parkeerregulering.
Dit artikel bepaalt tevens van welke zaken het tarief afhankelijk kan worden gesteld.
Ik heb geen aanwijzingen dat de parkeerregulering van Amsterdam buiten deze wettelijke
kaders treedt.
Vraag 5
Hoe verhoudt deze forse verhoging zich tot andere gemeenten? Wat betekent dit voor
de koopkracht van Amsterdamse middeninkomens, ook met oog op de unieke hoge erfpachtlasten
voor veel Amsterdamse woningbezitters?
Antwoord 5
De landelijke woonlasten en die op gemeentelijk niveau voor het jaar 2025 zullen door
het COELO bij de Atlas lokale lasten 2025 in kaart worden gebracht. Dit overzicht
is nu dan ook nog niet bekend.
Voor het jaar 2024 geldt dat uit de Atlas lokale lasten 2024 van het COELO blijkt
dat huurders (meerpersoonshuishouden) in 2024 gemiddeld € 457,– aan woonlasten betalen
en eigenaar-bewoners (meerpersoonshuishouden) € 994,–.
Op basis van de Atlas lokale lasten 2024 blijkt dat in Amsterdam huurders (meerpersoonshuishouden)
in 2024 gemiddeld € 469,– aan gemeentelijke woonlasten betalen en eigenaar-bewoners
(meerpersoonshuishouden) € 944,–.
Erfpacht is geen gemeentelijke belasting. Het is een zakelijk recht dat de gebruiker
(erfpachter) de bevoegdheid geeft om de onroerende zaak van een ander (erfverpachter)
te houden en te gebruiken. Het is gebonden aan de onroerende zaak waarop het is gevestigd.
Erfpacht is daarmee onlosmakelijk verbonden met het vastgoed. Een groot deel van de
Amsterdamse woningen staat op grond in eigendom van de gemeente en is in erfpacht
uitgegeven. De prijzen van koopwoningen, en daarmee ook woningen op erfpacht, zijn
hoog in Amsterdam. De hoogte van de erfpachtlasten verschillen binnen Amsterdam aanzienlijk
omdat deze afhankelijk zijn van het jaar dat de grond is uitgegeven, de algemene bepalingen
die van toepassing zijn, of er een herziening heeft plaats gevonden en of de canon
(de periodieke erfpachtkosten) vaststaat, geïndexeerd wordt of is afgekocht. Ik beschik
niet over gegevens over de hoogte van de erfpachtlasten in Amsterdam.
Vraag 6
Wat betekent de ontwikkeling van lokale lasten in brede zin voor de koopkracht van
hardwerkende Nederlanders?
Antwoord 6
Zoals bij vraag 5 aangegeven, de landelijke woonlasten en die op gemeentelijk niveau
voor het jaar 2025 zullen door het COELO bij de Atlas lokale lasten 2025 in kaart
worden gebracht.
Op basis van de Atlassen lokale lasten van eerdere jaren is onderstaand de ontwikkeling
over de periode 2020–2024 van de gemeentelijke woonlasten weergegeven.
Gemiddelde woonlasten
Huurders (meerpersoonshuishouden)
Eigenaar bewoner
(meerpersoonshuishouden)
2020
€ 389,–
€ 777,–
2021
€ 411,–
€ 811,–
2022
€ 424,–
€ 904,–
2023
€ 436,–
€ 944,–
2024
€ 457,–
€ 994,–
Bron: COELO Atlassen van de lokale lasten jaren 2020 t/m 2024
Vraag 7
Kunt u een overzicht geven van de kostenstijgingen in relatie tot lokale lasten waar
Amsterdamse huishoudens mee te maken krijgen?
Antwoord 7
Zoals bij vraag 5 aangegeven, de landelijke woonlasten en die op gemeentelijk niveau
voor het jaar 2025 zullen door het COELO bij de Atlas lokale lasten 2025 in kaart
worden gebracht. Dit overzicht is nu dan ook nog niet bekend.
Uit het artikel «Enorme ozb-verhoging Amsterdam: «Middenklasse maximaal uitgekleed»»?2 maak ik op dat de OZB in Amsterdam gemiddeld genomen per woning met € 85,– stijgt
en Amsterdam de afvalstoffenheffing niet verhoogt als de gemeenteraad hier mee instemt.
Vraag 8
Bent u bereid in gesprek te gaan met het Amsterdamse college om uitleg te vragen over
de verhouding tussen de landelijke wens om de OZB-stijging te maximeren en deze forse
verhoging?
Antwoord 8
Zoals bij vraag 2 aangegeven zal het kabinet, zoals in het regeerprogramma staat aangegeven
met gemeenten in gesprek gaan en met hen onderzoeken of en hoe we de stijging van
de gemeentelijke woonlasten (OZB) kunnen maximeren.
Zoals bij vraag 2 ook aangegeven ga ik niet treden in een discussie die thuishoort
op het niveau van de gemeentelijke politiek.
Vraag 9
Kunt u zo spoedig mogelijk uitvoering geven aan het regeerprogramma en met gemeenten
in gesprek gaan over het maximeren van de OZB-stijging?
Antwoord 9
Ja, het kabinet zal hier zo spoedig mogelijk uitvoering aan geven.
Vraag 10
Welke stappen gaat u in de komende tijd ondernemen om de OZB-stijging te maximeren?
Antwoord 10
Zoals in het regeerprogramma staat aangegeven gaan we met gemeenten in gesprek en
onderzoeken we met hen of en hoe we de stijging van de gemeentelijke woonlasten (OZB)
kunnen maximeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
E. Heinen, minister van Financiën -
Mede namens
F.L. Idsinga, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.