Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Nispen over het onderzoek naar Klassenjustitie in Nederland
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het onderzoek naar Klassenjustitie in Nederland (ingezonden 9 oktober 2024).
Mededeling van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 30 oktober 2024).
Vraag 1
Wat is uw definitie van klassenjustitie (in de strafrechtketen)?
Vraag 2
Herinnert u zich het eerdere onderzoek naar klassenjustitie in Nederland, uitgevoerd
door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) naar aanleiding van mijn
motie1, waarin de conclusie was dat het aannemelijk is dat klassenjustitie in Nederland
overal voor kan komen maar dat het aantonen van klassenjustitie erg moeilijk is en
nader onderzoek zou vergen?
Vraag 3
Erkent u dat het onderzoek van NOS op 3 en Investico voor De Groene Amsterdammer2 grondig is aangepakt?3
Vraag 4
Bent u geschrokken van de bevinding uit het onderzoek, op basis van veel data van
het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), waaruit blijkt dat een praktisch opgeleide
verdachte met een migratieachtergrond voor hetzelfde misdrijf er slechter vanaf komt
dan iemand met een theoretische opleiding zonder migratieachtergrond? Wat vindt u
ervan dat bij iemand met deze kenmerken het Openbaar Ministerie (OM) vaker over gaat
tot vervolging, de rechter vaker schuldig verklaart en diegene vaker naar de gevangenis
wordt gestuurd?
Vraag 5
Wat is uw reactie op de volgende bevindingen uit het onderzoek:
– dat een laagopgeleide verdachte met een migratieachtergrond bijna drie keer zoveel
kans heeft om gevangenisstraf te krijgen als iemand zonder migratieachtergrond die
een hbo- of wo-studie heeft gedaan;
– dat dit geldt voor alle misdrijven samen, maar hetzelfde patroon gezien wordt voor
alle vijftien delicten afzonderlijk waar naar gekeken is;
– dat vooral opleiding belangrijk blijkt: hoe lager je opleiding, hoe groter de kans
op gevangenisstraf. Als je een mbo-opleiding hebt gevolgd heb je voor hetzelfde delict
bijna twee keer zoveel kans om naar de gevangenis gestuurd te worden als wanneer je
naar de hogeschool of universiteit bent geweest?
Vraag 6
Wat is uw reactie op de opmerkingen van cultureel antropoloog Sinan Çankaya, die binnen
het strafrecht «een soort onbedoelde, bijna systemische structurele ongelijkheid [ziet]
die ertoe leidt dat mensen die laagopgeleid zijn, die geen baan hebben, maar ook die
het Nederlands niet goed beheersen of ongedocumenteerd zijn, juist harder worden gestraft
om redenen waar ze niet onmiddellijk iets aan kunnen doen»? Deelt u met hem de mening
dat dit natuurlijk heel vreemd is omdat de instituties die bedoeld zijn om iedereen
eerlijk te behandelen nu bevoorrechte groepen in de samenleving beschermen?
Vraag 7
Wat vindt u van de overtuiging onder een deel van de rechters dat wanneer je «hoger»
op de maatschappelijke ladder staat, je meer te verliezen hebt en daardoor een lagere
straf verdient? Vindt u het eerlijk en wenselijk dat de opvatting leeft dat gevangenisstraf
voor mensen «onder aan de ladder» minder ingrijpend is, en zij dus een hogere straf
kunnen krijgen?
Vraag 8
Wat vindt u van het gebrek aan medewerking onder officieren van justitie en rechters
aan dit onderzoek?
Vraag 9
Herkent en erkent u dat er binnen de beroepsgroepen officieren van justitie en rechters
weinig aandacht voor het risico op rechtsongelijkheid is, en dat niet iedereen erkent
dat vooroordelen, onbedoeld en onbewust, in heel veel mensen zitten?
Vraag 10
Wat is uw reactie op de opmerkingen van rechters, zoals geciteerd in het onderzoek,
dat dit thema «Kennelijk niet als prioriteit wordt gezien», «Het is gewoon geen onderwerp
van gesprek», en dat weer een ander de verklaring ziet in de hoge werkdruk: «Er is
onvoldoende tijd om transparantie en dialoog substantiëler en structureler vorm te
geven»?
Vraag 11
Wat gaat u concreet doen, naar aanleiding van de bevindingen uit dit onderzoek? Welke
concrete acties en maatregelen gaat u nemen om systematische benadeling van groepen
uit de lagere sociaal economische klasse op basis van vooroordelen of andere vormen
van selectiviteit in de strafrechtketen te voorkomen en te bestrijden?
Vraag 12
Erkent u, alles overziend, dat er sprake is van klassenjustitie in Nederland?
Mededeling
Hierbij deel ik u, mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, mede
dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister
van Justitie en Veiligheid over het onderzoek naar Klassenjustitie in Nederland (ingezonden
9 oktober 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien
nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.