Schriftelijke vragen : Recente ontwikkelingen in Israël-Palestina
Vragen van de leden Piri en Hirsch (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over recente ontwikkelingen in Israël-Palestina (ingezonden 30 oktober 2024).
Vraag 1
Hoe beoordeelt u de wetten die recent zijn aangenomen in de Knesset, die het functioneren
en de aanwezigheid van het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees
in the Near East (UNRWA) in de bezette Palestijnse gebieden ernstig bedreigen?
Vraag 2
Bent u bekend met de gezamenlijke verklaring van de regeringen van Spanje, Slovenië,
Ierland, Noorwegen1, de gezamenlijke verklaring van Canada, Australië, Frankrijk, Duitsland, Japan, Zuid-Korea,
het Verenigd Koninkrijk,2 en de verklaring van de Verenigde Staten3, waarin deze landen duidelijk stelling nemen tegen een verbod door Israël van UNRWA?
Onderschrijft u deze stellingname?
Vraag 3
Waarom heeft Nederland niet meegetekend met deze verklaringen, of niet zelf onmiddellijk
publiekelijk stelling genomen door een dreigend verbod van UNRWA te ontmoedigen en
te veroordelen? Bent u bereid dit alsnog te doen?
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de woorden uit de verklaring van Canada c.s. dat zonder UNRWA de
verstrekking van hulp en diensten in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever «ernstig
wordt belemmerd, zo niet onmogelijk wordt gemaakt, met verwoestende gevolgen voor
een reeds kritieke en snel verslechterende humanitaire situatie»?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de woorden van professionele en neutrale organisaties die in Gaza
aanwezig zijn, zoals Unicef, Save the Children, Artsen zonder Grenzen en het Rode
Kruis, dat zij zonder UNRWA geen hulp in Gaza kunnen leveren en verwachten dat alle
hulp voor Gaza stilvalt als UNRWA door Israël verboden wordt?4 5 Hoe reageert u op de zorgen van deze leidende humanitaire organisaties?
Vraag 6
Wat voor consequenties verbindt u, mogelijk in gezamenlijkheid met bovengenoemde regeringen,
aan het ernstig belemmeren van humanitaire hulp door de Israëlische regering, indien
zij dit verbod gaat implementeren?
Vraag 7
Kent u de berichtgeving dat adviseurs uit het Israëlische veiligheidsapparaat de politieke
leiding hebben geadviseerd tegen het verbieden van UNRWA?6 Bent u het ermee eens dat een effectief functionerend UNRWA in het veiligheidsbelang
van Israël is? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Gezien de constatering van Minister Klever tijdens het commissiedebat Humanitaire
Hulp, dat Israël zelf verantwoordelijk wordt voor dienstverlening als UNRWA wegvalt
(«Israël zal ook moeten beseffen dat het als bezettende macht verantwoordelijk wordt
voor alle diensten die UNRWA niet meer zou kunnen verlenen in Gaza en de Westbank
als UNRWA zou wegvallen»)7, bent u van plan de Israëlische regering te houden aan deze verantwoordelijkheid,
indien zij dit verbod doorzet?
Vraag 9
Bent u bekend met het bericht van de Times of Israel, dat al in december 2023 onthulde
dat de Israëlische regering een plan had klaarliggen om UNRWA te ontmantelen?8
Vraag 10
Bent u bereid in EU-verband te pleiten voor onderzoek naar een dergelijke ontmantelingscampagne?
Vraag 11
Hoe beoordeelt u de Israëlische confiscatie van het UNRWA-kantoor in Oost-Jeruzalem
en het plan om er nederzettingen voor kolonisten te bouwen? Zijn deze nederzettingen
een schending van het internationaal recht?9
Vraag 12
Bent u van mening dat het politieke mandaat van UNRWA de opvang van de Palestijnse
vluchtelingenbevolking betreft, totdat er een politieke overeenkomst is voor het Israëlisch-Palestijnse
conflict?
Vraag 13
Bent u het ermee eens dat UNRWA – als een agentschap van de Verenigde Naties (VN)
dat in 1949 en stelselmatig daarna met grote steun door de Algemene Vergadering gemandateerd
is – een uiting is van de wil van de internationale gemeenschap? Indien ja, deelt
u de mening dat het verbieden van UNRWA een obstructie van de wil van de internationale
gemeenschap en een schending van het VN-Handvest is?
Vraag 14
Wat voor consequenties verbindt u, mogelijk in gezamenlijkheid met internationale
partners, aan deze flagrante ondermijning van het multilaterale systeem?
Vraag 15
Gaat u zo spoedig mogelijk, ruim voordat de aangenomen wet na 90 dagen ingaat, in
gesprek met de Israëlische regering, teneinde te voorkomen dat de wet wordt uitgevoerd?
Neemt u hierin bovenstaande zorgen mee? Op welke manier? Kunt u hierover rapporteren
naar de Kamer?
Vraag 16
Bent u bekend met het statement van Joyce Msuya, waarnemend hoofd van het United Nations
Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (UNOCHA), die stelt dat de gehele
bevolking van Noord-Gaza het risico loopt te sterven? Deelt u deze zorg van UNOCHA?
Vraag 17
Hoeveel vrachtwagens met hulpgoederen zijn er sinds 1 oktober 2024 gemiddeld per dag
Gaza binnengekomen?
Vraag 18
Hoeveel vrachtwagens kwamen er vóór 7 oktober 2023 gemiddeld per dag Gaza binnen?
Vraag 19
Bent u van mening dat Israël zich houdt aan de voorlopige voorzieningen, opgelegd
door het Internationaal Gerechtshof op 26 januari 2024, die het land verplichten afdoende
humanitaire hulp toe te laten tot Gaza? Zo ja, op grond van welke feiten en omstandigheden
vindt u dat?
Vraag 20
Bent u van mening dat Israël zich houdt aan VN-Veiligheidsresolutie 2728, die eist
dat alle barrières voor humanitaire hulp worden opgeheven? Zo ja, op grond van welke
feiten en omstandigheden vindt u dat?
Vraag 21
Bent u bekend met het «Generaalsplan»?10
Vraag 22
Is het naar uw mening juridisch en moreel toegestaan om de Palestijnse burgerbevolking
op grote schaal voedsel, medische zorg, en andere basisvoorzieningen zoals water en
elektriciteit te ontnemen om de militaire strijd tegen Hamas te winnen? Zo ja, kunt
u dat toelichten?
Vraag 23
Bent u van mening dat het implementeren van het Generaalsplan een schending is van
het internationaal humanitair recht? Zo nee, waarom niet?
Vraag 24
Is de uitvoering van het Generaalsplan voor u een rode lijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 25
Bent u, in navolging van Minister Klevers’ uitspraken tijdens het dertigledendebat
over de export van F-35-onderdelen («Er zijn vermeende mensenrechtenschendingen. Daar
moet onderzoek naar gedaan worden» en «Zeker vinden er mensenrechtenschendingen plaats
in Gaza»), van mening dat er moet worden onderzocht of Artikel 2 van het EU-Israël
Associatieakkoord, dat stelt dat de betrekkingen tussen beide partijen zijn onderworpen
aan het respect voor mensenrechten, door Israël wordt nageleefd? Zo ja, op grond van
welke feiten en omstandigheden vindt u dat?
Vraag 26
Wat zijn naar uw mening de meest effectieve drukmiddelen die Nederland en de Europese
Unie ter beschikking hebben om naleving van het internationaal (humanitair) recht
door Israël en Hamas te bevorderen?
Vraag 27
Bent u bereid al deze drukmiddelen in te zetten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 28
Kunt u alle vragen afzonderlijk en vóór de behandeling van de begroting Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp in de Tweede Kamer beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Gericht aan
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Indiener
Kati Piri, Kamerlid -
Medeindiener
Daniëlle Hirsch, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.