Schriftelijke vragen : Het artikel ‘Re-integratie (ex-)gedetineerde personen komt niet goed van de grond’
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Justitie en Veiligheid over het artikel «Re-integratie (ex-)gedetineerde personen komt niet goed van de grond» (ingezonden 28 oktober 2024).
Vraag 1
Hoe duidt u de knelpunten die uit het onderzoek «Van Bajes naar buiten» naar voren
komen, namelijk de beperkte mogelijkheden van de casemanager en het re-integratiecentrum
(RIC) om een schuldenoverzicht en een betalingsregeling te regelen of in het geval
van complexere zaken schuldhulpverlening of -sanering, in het licht van de constatering
dat de schuldenaanpak één van de vijf basisvoorwaarden voor een succesvolle re-integratie
van (ex-)gedetineerde personen is?1, 2 Welke mogelijkheden zijn er om reeds tijdens detentie meer vorm te geven aan begeleiding
bij schulden met het oog op het voorkomen van recidive en het bevorderen van re-integratie?
Vraag 2
Is met het aanwijzen van één schuldhulpverlener per regio die werkzaam is de Penitentiaire
Inrichting (PI) en het verantwoordelijk maken van deze persoon voor de gedetineerden
uit de regio, een betere afstemming van de regierol en informatie-uitwisseling tussen
re-integratieprofessionals geborgd zoals aanbevolen in het rapport «Van Bajes naar
buiten»? En hoe wordt hierbinnen afstemming en samenwerking tussen Dienst Justitiële
Inrichtingen (DJI), de regionale schuldhulpverlener en gemeenten geborgd én hoe wordt
voorkomen dat er extra afstemmingslast bij gemeenten komt?
Vraag 3
Hoeveel uur hebben casemanagers gemiddeld beschikbaar voor de schuldenaanpak? Wat
is hun caseload? Zijn deze uren ook afdoende voor het begeleiden van gedetineerden
ten aanzien van schulden?
Vraag 4
In hoeverre is de ondersteuning vanuit gemeenten daadwerkelijk effectief voor personen
in detentie om het re-integratieproces soepel(er) te laten verlopen?
Vraag 5
Hoeveel gemeenten bekostigen tijdelijk de vaste lasten van gedetineerden vanuit de
bijzondere bijstand met als doel escalatie van de schuldensituatie na detentie te
voorkomen en daarmee het risico op recidive?
Vraag 6
Hoe wordt het instrument van bijzondere bijstand en het doorbetalen van vaste lasten
onder de aandacht gebracht bij gemeenten? En wordt dit onderdeel van de basisdienstverlening
schuldhulpverlening van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), de Nederlandse
Verenging voor Volkskrediet (NVVK), Divosa en het kabinet?
Vraag 7
Wanneer kan de Kamer de wettelijke regeling om de zorgverzekering tijdens detentie
automatisch op te schorten verwachten?
Vraag 8
Wanneer wordt het verstrekken van een saneringskrediet tijdens detentie een onderdeel
van de basisdienstverlening schuldhulpverlening van VNG, NVVK, Divosa en het kabinet?
Vraag 9
Welke mogelijkheden zijn er momenteel voor hulp aan gedetineerden bij schulden richting
uitstroom uit detentie en in hoeverre is er daarbij sprake van warme overdracht naar
hulp bij schulden na detentie?
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voor de behandeling van de begroting voor 2025 van
het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid?
Indieners
-
Gericht aan
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
Don Ceder, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.