Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Diederik van Dijk en Stoffer over het bericht ‘Omstreden Samidoun-kopstuk Mohammed Khatib komt naar Radboud Universiteit Nijmegen: ’Extremistische haatprediker’
Vragen van de leden Diederik van Dijk en Stoffer (beiden SGP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Omstreden Samidoun-kopstuk Mohammed Khatib komt naar Radboud Universiteit Nijmegen: «Extremistische haatprediker»» (ingezonden 23 oktober 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) en van Minister Bruins (Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 25 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat Mohammed Khatib van Samidoun op 28 oktober 2024
komt spreken op de Radboud Universiteit?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Hoe beoordeelt u deze gedragswijze van de Radboud Universiteit in het licht van de
aangenomen motie-Diederik van Dijk/Eerdmans over het plaatsen van Samidoun op de nationale
terreurlijst (Kamerstuk 29 279, nr. 882) en de oproep van het kabinet aan het Openbaar Ministerie om hier snel mee aan de
slag te gaan?2
Deelt u de mening dat het ontoelaatbaar is dat docenten van Nederlandse universiteiten
actief uitnodigingen verspreiden en stellen «verheugd» te zijn dat een lid van het
in Duitsland verboden Samidoun openlijk (joden)haat komt verspreiden op een Nederlandse
universiteit?
Antwoord 2 en 3
Op dit moment is de spreker de toegang tot Nederland ontzegd. De Radboud Universiteit
heeft na het besluit van de Minister van Asiel en Migratie besloten de lezing te annuleren.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is niet voornemens om op dit moment
het gesprek aan te gaan met de Radboud Universiteit over deze specifieke lezing.
Op universiteiten is er ruimte om scherpe gesprekken te voeren, maar alleen binnen
de grenzen van de wet. Iedere student en medewerker heeft het recht om bijeenkomsten
met een academisch karakter te organiseren. In algemene zin geldt dat het aan de instelling
is om voorafgaand aan bijeenkomsten duidelijk aan te geven aan welke voorwaarden moet
worden voldaan. Inclusiviteit en veiligheid voor iedere deelnemer aan de bijeenkomst
zijn daarbij belangrijke voorwaarden, ongeacht de aard van de bijeenkomst. De academische
vrijheid is een belangrijke waarde van onze rechtsstaat die we moeten verdedigen.
Vraag 4 en 5
Bent u bereid om Mohammed Khatib de toegang tot Nederland te ontzeggen op grond van
de mogelijkheden die de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding
biedt teneinde de nationale veiligheid te waarborgen? Kunt u hierbij de aangenomen
motie-Diederik van Dijk/Eermans (Kamerstuk 29 279, nr. 882) meewegen die verzoekt om Khatib op de nationale terreurlijst en in het CTER-register
(Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering) te plaatsen en het besluit van Canada
en de Verenigde Staten om Samidoun op de terreurlijst te plaatsen?
Bent u bereid de overwegingen en het besluit van de Belgische Staatssecretaris over
te nemen teneinde Khatib te bestempelen als «een extremistische haatprediker»?
Antwoord 4 en 5
De organisatie Samidoun, waar betrokkene toe behoort, spreekt steun uit voor verschillende
terroristische organisaties en noemt het plegen van terroristische aanslagen «verzet».
Betrokkene heeft zich hier op verschillende momenten ook over uitgelaten. Dit vinden
wij absoluut verwerpelijk. Betrokkene, en de organisatie Samidoun waar hij lid van
is, legitimeert, vergoelijkt en verheerlijkt geweld tegen de staat Israël, waaronder
geweld door organisaties die op de terrorismelijst van de Europese Unie staan. Hij
spreekt ook actief zijn steun uit voor terroristische organisaties. Deze uitspraken
kunnen een radicaliserend effect hebben. Deze conclusies hebben ertoe geleid dat de
Minister van Asiel en Migratie, in samenspraak met de Minister van Justitie en Veiligheid,
betrokkene heeft gesignaleerd in E&S (Executie en Signalering). Dit is een informatiesysteem
van de Nederlandse politie en de Koninklijke Marechaussee. Dit betekent dat betrokkene
zal worden geweerd indien hij in Nederland wordt aangetroffen.
Op grond van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding (Twbmt)
is het niet mogelijk om een persoon te weren uit Nederland door hem de toegang tot
Nederlands grondgebied te ontzeggen. De Twbmt biedt wel de mogelijkheid om aan een
persoon, die op grond van zijn gedragingen in verband kan worden gebracht met terroristische
activiteiten of de ondersteuning daarvan, een vrijheidsbeperkende maatregel op te
leggen in het belang van de nationale veiligheid. Een mogelijke maatregel is een gebiedsverbod
voor een bepaald gedeelte of bepaalde delen van Nederland, mits kan worden onderbouwd
dat de aanwezigheid van de persoon in dit specifieke gebied een dreiging tegen de
nationale veiligheid vormt en de gedragingen van de persoon voldoen aan bovenstaande
norm. Een gebiedsverbod voor heel Nederland is met het oog op de vereiste proportionaliteit
en subsidiariteit van de maatregel niet mogelijk.
De precieze overwegingen die ten grondslag liggen aan het Belgische besluit om de
heer Khatib te bestempelen als «extremistische haatprediker» zijn niet bekend. Het
hangt van de wetgeving van het betreffende land af of een dergelijke kwalificatie
(juridische) gevolgen heeft of niet. In Nederland wordt gekeken naar alle uitingen
die ondermijnend zijn aan de democratische rechtsorde en daarom een bedreiging kunnen
vormen voor de openbare orde en/of nationale veiligheid.
Vraag 6 en 7
Bent u bereid om in overleg met de Radboud Universiteit de bijeenkomst van Samidoun
te beletten en in overleg met het Openbaar Ministerie te verkennen wat er nodig is
om Samidoun in Nederland te verbieden? Wilt u hierbij ook ingaan op de aangenomen
motie-Diederik van Dijk (Kamerstuk 36 476, nr. 6) over zich er in Europees verband voor inspannen dat organisaties zoals Samidoun
op de Europese lijst van terroristische organisaties worden geplaatst?
Bent u bereid met uw Duitse collega’s in gesprek te gaan om te bezien wat er mogelijk
is om Samidoun een halt toe te roepen vanwege het steun verlenen aan Hamas, het verspreiden
van anti-Joodse propaganda, het bepleiten en uitlokken van geweld als middel om politieke
belangen af te dwingen, het oproepen tot een wereldwijde studentenintifada en het
verheerlijken van de terreur op 7 oktober 2023 jegens de staat Israël?
Antwoord 6 en 7
Het is niet aan het kabinet om over de keuze van de Radboud Universiteit te oordelen.
Bijeenkomsten op instellingen moeten plaatsvinden binnen de grenzen van de wet en
met inachtneming van de academische standaarden en de huisregels en gedragscodes van
de instelling. Dit betekent onder andere dat er geen ruimte is voor discriminatie,
intimidatie en antisemitisme. Het is aan de instelling om vooraf duidelijk aan te
geven aan welke voorwaarden bijeenkomsten moeten voldoen en om de naleving hiervan
te borgen. Ingrijpen op een bijeenkomst die in het kader van het academisch debat
wordt georganiseerd zou een vergaande inbreuk zijn op de academische vrijheid. Het
uitoefenen van invloed op het debat aan onderwijsinstellingen, is een brug die we
niet over moeten gaan.
Ten aanzien van de organisatie Samidoun geldt dat andere landen banden met terroristische
organisaties hebben vastgesteld. De Minister van Justitie en Veiligheid vindt deze
signalen zeer zorgelijk. Daarom steunt Nederland het Duitse voorstel om Samidoun op
de Europese Hamas- Palestijnse Islamitische Jihadsanctielijst te plaatsen. De Minister
van Justitie en Veiligheid gaat, zoals eerder toegezegd, in gesprek met Duitsland
om te leren hoe zij omgaan met deze en soortgelijke organisaties en hoe mogelijk in
internationaal verband verder kan worden samengewerkt.
Ook gaat de Minister van Justitie en Veiligheid, conform de motie Diederik van Dijk
(SGP) en Eerdmans (JA21)3, in gesprek met het Openbaar Ministerie om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn
om Samidoun te verbieden.
Vraag 8
Kunt u deze vragen vóór 27 oktober 2024 beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Martens-America,
Becker, Michon-Derkzen en Ellian (allen VVD), ingezonden 23 oktober 2024 (vraagnummer
2024Z16671).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.