Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paternotte, Krul, Stultiens, Kostic en Beckerman over het bericht 'Juristen: regeerprogramma op meerdere punten niet rechtsstatelijk'
Vragen van de leden Paternotte (D66), Krul (CDA), Stultiens (GroenLinks-PvdA), Kostić (PvdD) en Beckerman (SP) aan de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap over het bericht «Juristen: regeerprogramma op meerdere punten niet rechtsstatelijk»1Website NOS Nieuws, d.d. 10 oktober 2024, «Juristen: regeerprogramma op meerdere punten niet rechtsstatelijk», Juristen: regeerprogramma op meerdere punten niet rechtsstatelijk (nos.nl) (ingezonden 11 oktober 2024).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 24 oktober
2024).
Vraag 1
Hoe beoordeelt u de analyse van de commissie rechtsstatelijke toets regeerprogramma
dat het abrupt en eenzijdig opzeggen van afspraken over onderwijsinvesteringen in
strijd is met het rechtsstatelijke uitgangspunt van een betrouwbare en voorspelbare
overheid?2
Antwoord 1
Het rechtsstatelijke uitgangspunt van een betrouwbare en voorspelbare overheid houdt
volgens de analyse van de commissie in dat de overheid zich houdt aan (eigen) regels,
burgers de overheid daarop kunnen aanspreken, de overheid haar macht niet misbruikt,
haar handelen baseert op rechtmatig en in de wet verankerd en kenbaar beleid, haar
macht op een van tevoren duidelijke en achteraf te controleren manier uitvoert en
verantwoordt en dat niemand gestraft mag worden voor iets dat nog niet strafbaar was
op het moment dat het feit werd begaan.
Ik deel de mening van de commissie niet dat het aanpassen van de afspraken in het
Bestuursakkoord 2022 hoger onderwijs en wetenschap in strijd is met dit uitgangspunt.
Anders dan de vraag suggereert, is het bestuursakkoord niet de grondslag op basis
waarvan de bekostiging wordt verstrekt. De begrotingswetgever stelt jaarlijks financiële
middelen ter beschikking. Als er voldoende middelen zijn dan krijgen hogeronderwijsinstellingen
conform de gemaakte afspraken in het bestuursakkoord jaarlijks bij de rijksbijdragebrief
extra bekostiging erbij. Het is aan de begrotingswetgever om jaarlijks de hoogte van
de landelijke rijksbijdrage te bepalen.
Ik besef ten zeerste dat de bezuinigingen pijn doen in het veld. Daarom is het des
te belangrijker dat de budgettaire opgave verstandig wordt ingevuld, juist omdat ik
veel waarde hecht aan een betrouwbare overheid. Zo heb ik er bijvoorbeeld voor gekozen
om de sectorplannen overeind te houden, zodat vaste banen voor wetenschappers behouden
konden worden. Dit is echter ten koste gegaan van de startersbeurzen, wat voor veel
wetenschappers een teleurstelling is. Wel heb ik een resterend bedrag van gemiddeld
€ 78 miljoen tot en met 2031 van de stimuleringsbeurzen overeind weten te houden om
de instellingen te helpen de werkdruk te verlagen, overeenkomstig de oorspronkelijke
doelstelling van de stimuleringsbeurzen. Dit bedrag kan tevens ingezet worden om al
toegezegde starters- en stimuleringsbeurzen toe te kennen.
Vraag 2
Bent u bereid om alle ambtelijke advisering en de onderliggende nota’s op dit punt
voor het commissiedebat DUO en hoger onderwijs d.d. 23 oktober 2024 naar de Kamer
te sturen?
Antwoord 2
Dat ben ik niet, omdat het kabinet geen ambtelijke adviezen en nota’s deelt die zien
op het opstellen van het Regeerprogramma, op grond van eenheid kabinetsbeleid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.