Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Oostenbruggen en Vermeer over de onderzoekscommissie naar de kwaliteit van de ramingen
Vragen van de leden Van Oostenbruggen (Nieuw Sociaal Contract) en Vermeer (BBB) aan de Minister van Financiën over de onderzoekscommissie naar de kwaliteit van de ramingen en het budgetrecht (ingezonden 18 oktober 2024).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 24 oktober 2024).
Vraag 1
Bevestigt u dat u tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen van 3 oktober 2024
heeft aangekondigd om een onderzoek te doen naar de kwaliteit van de ramingen en daartoe
een onderzoekscommissie, een «Commissie van Wijzen», in te stellen?
Antwoord 1
Ja. Ik heb het initiatief genomen om een expertgroep realistisch ramen in te stellen.
Dit heb ik bij de Algemene Financiële Beschouwingen aangekondigd. Ik heb tegelijk
met de beantwoording van deze vragen de onderzoeksopzet en taakopdracht aan uw Kamer
aangeboden.
Vraag 2
Kunt u aangeven per jaar over 2021, 2022, 2023 en 2024 wat de raming van het tekort,
de raming van de uitgaven en de raming van de inkomsten was bij het Centraal Planbureau
(CPB) en bij het Ministerie van Financiën ten tijde van de Miljoenennota was?
Antwoord 2
De ramingen van tekort, uitgaven en inkomsten door Financiën zijn te vinden in de
Miljoenennota’s voorafgaand aan de genoemde jaren. De ramingen van het CPB staan in
de Macro-Economische Verkenningen (MEV) die op hetzelfde moment zijn gepubliceerd.
Vraag 3
Kunt u aangeven per jaar over 2021, 2022, 2023 en 2024 wat het tekort was, wat de
totale inkomsten waren en wat de totale uitgaven waren (voor 2024: de meest actuele
stand van zaken)?
Antwoord 3
De realisaties van tekort, inkomsten en uitgaven zijn te vinden in het Financieel
Jaarverslag van het Rijk over de betreffende jaren. De meest actuele stand van zaken
voor 2024 vindt u terug in de Miljoenennota. Bij Najaarsnota, die uiterlijk 1 december
aan uw Kamer zal worden aangeboden, zal een nieuwe update van het EMU-saldo gegeven
worden.
Vraag 4
Kunt u voor zowel het CPB als voor het Ministerie van Financiën aangeven hoeveel de
voorspellingen op het tekort, de inkomsten en de uitgaven afweken van de ramingen?
Antwoord 4
De verschillen tussen ramingen en realisaties vormen onderdeel van het onderzoek van
de expertgroep. Eerdere analyses kunt u vinden in het rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte,
de beleidsdoorlichting van het begrotingsbeleid, het Financieel Jaarverslag van het
Rijk over 2023, de Voorjaarsnota 2024 en de Miljoenennota 2025. In het onderzoek zal
langjarig worden teruggekeken.
Vraag 5
Wat is de stand van zaken met betrekking tot deze Commissie van Wijzen?
Antwoord 5
Ik informeer u hierover via de gelijktijdig met deze beantwoording verzonden brief.
Vraag 6
Hoe gaat gewaarborgd worden dat deze commissie neutraal en onafhankelijk zal zijn?
Antwoord 6
De expertgroep heeft een onafhankelijke voorzitter. Bovendien neemt een onafhankelijke
wetenschapper als externe expert plaats in de groep. Dit is de gebruikelijke manier
om neutraliteit in beleidsevaluaties te borgen. Daarnaast nemen CBS, DNB en CPB zitting
in de werkgroep die allen een onafhankelijke rol hebben binnen de context van ramingen
en realisaties en om die reden ook gevraagd zijn.
Vraag 7
Bent u bereid om in de commissie buitenlandse wetenschappers te vragen?
Antwoord 7
Voor deze commissie is gekozen om primair nationale expertise in de werkgroep zitting
te laten nemen: CPB, DNB en CBS naast de onafhankelijke expert en voorzitter. Buitenlandse
wetenschappers hebben niet de specifieke kennis en expertise van de Nederlandse begroting
die nodig is voor dit onderzoek. Wel zullen internationale ramingen, van bijvoorbeeld
IMF en OESO, betrokken worden in het onderzoek en zal waar mogelijk gekeken worden
naar de afwijkingen in andere landen over de afgelopen periode. Hierbij is het tijdpad
met publicatie vóór de Voorjaarsnota ambitieus.
Vraag 8
Bent u bereid ervoor te zorgen dat de commissie bestaat uit mensen die niet direct
of indirect voor het Ministerie van Financiën en/of het CPB werken?
Antwoord 8
Nee. De expertise die medewerkers van Financiën en het CPB hebben is onmisbaar voor
dit onderzoek. Daarbij hecht ik eraan dat de expertgroep wordt geleid door een onafhankelijke
voorzitter en wetenschapper, zoals ook aangegeven tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen.
Vraag 9
Wat is de onderzoeksvraag die de commissie moet beantwoorden?
Antwoord 9
Ik informeer u hierover via de gelijktijdig met deze beantwoording verzonden brief.
Vraag 10
Bent u bereid de onderzoeksopdracht eerst met de Kamer te bespreken?
Antwoord 10
Gezien de krappe deadline zal de expertgroep nu van start gaan met de taakopdracht
die staat toegelicht in mijn brief.
Vraag 11
Kunt u de Commissie van Wijzen vragen om advies uit te brengen over de wijze waarop
de ramingen zowel aan de inkomstenkant als aan de uitgavenkant verbeterd kunnen worden?
Antwoord 11
Ja, dit is onderdeel van de vraag. Zie hierover de gelijktijdig met deze beantwoording
verzonden brief.
Vraag 12
Kunt u ook een vergelijking maken met het ramingsproces in landen zoals Duitsland,
Frankrijk en België?
Antwoord 12
Het rapport zal een internationale vergelijking bevatten en zal waar relevant en mogelijk
ook kijken naar de landen die u noemt.
Vraag 13
Kunt u er voor zorgen dat er uiterlijk 1 april 2025 een rapportage wordt opgeleverd?
Antwoord 13
Ja.
Vraag 14
Wilt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden?
Antwoord 14
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.