Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Nader verslag
36 617 Wijziging van de Participatiewet inzake een tijdelijke regeling voor een tegemoetkoming in verband met de alleenverdienersproblematiek (Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek)
Nr. 8 NADER VERSLAG
Vastgesteld 24 oktober 2024
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend
onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen
van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende
door de regering worden beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
I. ALGEMEEN
De leden van de NSC-fractie danken de regering voor de antwoorden in de nota naar aanleiding van het verslag.1 Deze leden hebben op een aantal punten nog een aantal extra vragen.
De belangrijkste vraag van de leden van de NSC-fractie is de volgende: in een eerder
brief heeft de regering aangegeven om een oplossing te zoeken voor alle huishoudens
die onder het sociaal minimum belanden door samenloop van omstandigheden.2 Dat betekent dat ook mensen die bijvoorbeeld te maken hebben met een private arbeidsongeschiktheidsverzekering
recht zouden hebben. De regering kiest nu een andere koers. Wanneer is die beleidskeuze
gemaakt en waarom is die niet veel explicieter aan de Kamer meegedeeld? Is de regering
bereid om terug te gaan naar de groep zoals genoemd in die brief?
De leden van de NSC-fractie constateren dat de Centrale Raad voor Beroep helder heeft
geoordeeld «Dat gehuwden met een inkomen onder de bijstandsnorm en aanvullende bijstand
worden geconfronteerd met lagere toeslagen, waardoor zij per saldo een inkomen hebben
dat lager is dan dat van gehuwden met bijstand, maar zonder ander inkomen, is in strijd
met het stelsel en de ratio van de PW dat iedere rechthebbende beschikt over een inkomen
op het bestaansminimum en kan voorzien in de algemeen noodzakelijke kosten van het
bestaan.»3 Deelt de regering dat deze uitspraak dus niet enkel gaat over mensen die door de
fiscale regeling onder het bestaansminimum belanden, maar dat het om allen gaat die
onder dat bestaansminimum belanden door een samenloop van regelingen? Welke groepen
kunnen onder het bestaansminimum vallen door de samenloop van regelingen en worden
in dit wetsvoorstel niet bereikt? Is de regering bereid om deze mensen alsnog onder
de reikwijdte van het voorstel te brengen, aangezien dat toch echt de portee van de
uitspraak is.
De leden van de NSC-fractie zouden graag de handreiking zien die de regering opstelt
voor de gemeenten. Kan de regering daarvan een versie verschaffen?
De leden van de NSC-fractie blijven het toekennen van een behoorlijk substantiële
definitieve tegemoetkoming op basis van geschatte inkomensgegevens kwetsbaar vinden.
Deze leden vragen de regering aan te geven op welke datum (in welke week van het jaar)
de gemeenten de inkomensgegevens van de Belastingdienst krijgen en in welke week zij
over moeten gaan tot uitbetaling of dat naar verwachting zullen doen. Ook vragen deze
leden in welke week gemeenten de aanvraagprocedure moeten openstellen. Over hoeveel
maanden zijn de inkomensgegevens dan beschikbaar in Suwinet?
De leden van de NSC-fractie verzoeken de regering aan te geven welke gegevens een
gemeente maximaal mag vragen van een aanvrager om te bepalen of het huishouden recht
heeft op de tegemoetkoming. Is de regering bereid zo’n maximale lijst vast te stellen?
Naar aanleiding van het antwoord op vraag 18 uit de nota naar aanleiding van het verslag
vragen de leden van de NSC-fractie om deze casus te vergelijken met een huishouden
dat wel aanvullende bijstand aanvraagt en een huishouden dat enkel bijstand ontvangt.
De leden van de NSC-fractie beseffen dat zij een aantal casussen vergeten waren en
vragen de regering hierop te reageren:
1. Een huishouden is een deel van het jaar eenverdienershuishouden, maar door (echt)scheiding
gaan de partners uit elkaar.
2. Een huishouden is een deel van het jaar eenverdienershuishouden, maar door overlijden
eindigt de weduwe(naar) op het bijstandsniveau.
3. Tijdens het jaar gaan twee mensen samenwonen en zij krijgen met de problematiek te
maken.
Indien er een minimale periode is waarin sprake moet zijn van de problematiek, kan
de regering dat dan aangeven?
De leden van de NSC-fractie verzoeken de regering voor het wetgevingsoverleg aan te
geven hoe wordt omgegaan met de uitkering voor mensen die in een schuldsaneringstraject
zitten.
De voorzitter van de commissie, Tielen
Adjunct-griffier van de commissie, Meester-Schaap
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
T.M. Meester-Schaap, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.