Schriftelijke vragen : Gezichtsherkenning bij de politie
Vragen van de leden Kathmann, Lahlah en Mutluer (allen GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over gezichtsherkenning bij de politie (ingezonden 23 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de briefing «In beeld bij de politie: camerasurveillance bij vreedzaam
protest in Nederland» van Amnesty International?1
Vraag 2
Kunt u dit rapport zo spoedig mogelijk voorzien van een appreciatie? Kunt u daarbij
expliciet reageren op de afzonderlijke aanbevelingen?
Vraag 3
Bent u het eens met de mening dat u uiterst terughoudend dient te zijn met de inzet
van camerasurveillance en gezichtsherkenning bij vreedzame demonstraties?
Vraag 4
Deelt u de mening dat het inzetten van camerasurveillance bij vreedzame demonstraties
een onwenselijk afschrikkend effect kan hebben voor het uitoefenen van dit grondrecht?
Vraag 5
Vindt u ook dat adequaat toezicht op het gebruik van camerasurveillance en gezichtsherkenningstechnologie
een randvoorwaarde is om het te mogen gebruiken? Kunt u onderbouwen dat de Autoriteit
Persoonsgegevens voldoende is uitgerust om hierop toe te zien?
Vraag 6
In wat voor situaties vindt u het gerechtvaardigd dat de politie gezichtsherkenning
gebruikt om demonstranten te identificeren? Binnen welke wettelijke kaders is dit
toegestaan?
Vraag 7
Kunt u alle relevante interne protocollen en afwegingskaders voor het inzetten van
gezichtsherkenning door de overheid delen met de Kamer?
Vraag 8
Op welke termijn verwacht u moderne wet- en regelgeving aan de Kamer aan te bieden
over de strikte inzet van gezichtsherkenning en geautomatiseerde besluitvorming van
de overheid, zoals aangekondigd in het regeerprogramma?2
Vraag 9
Op welke manieren moet de aangekondigde wet- en regelgeving de bestaande praktijk
aanvullen? Waarin schiet wet- en regelgeving momenteel tekort en hoe gaat u deze gebreken
nader invullen?
Vraag 10
Welke technologie(ën) gebruikt Nederland momenteel voor gezichtsherkenning? Kunt u
per toepassing aangeven of deze gebruikmaken van een algoritme of kunstmatige intelligentie
(AI)? In het geval van AI-toepassingen: kunt u aangeven op welke datasets de modellen
getraind zijn?
Vraag 11
Met welke toepassingen van gezichtsherkenning wordt er momenteel geëxperimenteerd,
zoals aangegeven door de vorige Minister van Justitie en Veiligheid in haar antwoorden
op vragen van het lid Sneller?3
Vraag 12
Deelt u de mening van uw ambtsvoorganger dat nieuwe experimenten met gezichtsherkenning
zonder expliciete wettelijke grondslag moeten worden toegestaan? Acht u dit in lijn
met de aangenomen motie-Kathmann (Kamerstuk 26 643, nr. 1172), die vraagt om toepassingen altijd van een expliciete grondslag te voorzien en anders
te beëindigen?
Vraag 13
Klopt het dat er momenteel geen centraal overzicht is van de plekken en manieren waarop
de overheid gezichtsherkenning toepast? Waarom is dit nog niet inzichtelijk gemaakt?4
Vraag 14
Kunt u met een tijdlijn aangeven hoe u zo snel mogelijk gaat voldoen aan de registratieverplichting
van hoogrisico AI-systemen, die per 2026 geldt? Deelt u de mening dat Nederland transparant
dient te zijn en hierin vooruit moet lopen op de deadline uit de Europese AI-verordening?
Vraag 15
Welke toetsen gaan vooraf aan het besluit om camerasurveillance bij vreedzame demonstraties
in te zetten? Met welke organisaties moeten deze gedeeld worden?
Vraag 16
Worden alle relevante rapportages en stukken die de toezichthouders nodig hebben om
de inzet van gezichtsherkenning te toetsen altijd in volledigheid met hen gedeeld?
Kunt u deze vraag ter bevestiging aan de relevante toezichthouder(s) voorleggen en,
indien hier niet aan wordt voldaan, alsnog alle stukken met hen delen?
Vraag 17
In hoeveel gevallen is de inzet van camerasurveillance bij vreedzame demonstraties,
al dan niet in combinatie met gezichtsherkenning, vooraf óf achteraf afgekeurd? Om
welke redenen is dit gebeurd?
Vraag 18
Welke toetsen gaan vooraf aan het besluit om gezichtsherkenning ter identificatie
in te zetten in politieonderzoek? Met welke organisaties moeten deze gedeeld worden?
Vraag 19
Hoeveel verdachten worden jaarlijks succesvol herkend door het gebruik van gezichtsherkenning?
Hoeveel mensen worden jaarlijks aangehouden of ondervraagd op basis van een foutieve
match?
Vraag 20
Welke foutmarges kennen de systemen voor gezichtsherkenning die nu in gebruik zijn?
Zijn deze gelijk voor alle huidskleuren en geslachten? Kunt u in een percentage uitdrukken
welke foutmarge volgens u acceptabel is?
Vraag 21
Welke middelen, zoals bodycams en videosurveillanceauto's, mag de politie gebruiken
voor camerasurveillance? Met welke regelmaat worden de beelden gebruikt om met gezichtsherkenningstechnologie
mensen te identificeren?
Vraag 22
Welke eisen stelt u aan de camera's die voor opsporing en handhaving worden ingezet?
Kunt u garanderen dat Nederland geen gebruik maakt van hardware of software die ontwikkeld
is in landen met offensieve cyberprogramma's tegen ons land?
Vraag 23
Welke databronnen worden gebruikt als referentiemateriaal bij gezichtsherkenning?
Kunt u expliciet maken welke open en gesloten bronnen hiervoor gebruikt mogen worden
of mogen worden opgevraagd?
Vraag 24
Worden opgeslagen beelden van vreedzame demonstraties gebruikt als referentiemateriaal
om verdachten op te sporen, ook als hun vermeende misdrijf niks met de demonstratie
te maken heeft?
Vraag 25
Welke bewaartermijn hanteert de politie voor beelden van vreedzame demonstraties?
Hoe wordt erop toegezien dat de beelden na deze termijn daadwerkelijk worden verwijderd?
Heeft de politie op dit moment beelden van vreedzame demonstraties bewaard die reeds
vernietigd hadden moeten worden?
Vraag 26
Worden politiebeelden waarvan blijkt dat ze achteraf onrechtmatig verkregen zijn altijd
op tijd verwijderd? Waaruit blijkt dit?
Vraag 27
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en zo snel mogelijk beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Gericht aan
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
Barbara Kathmann, Kamerlid -
Medeindiener
Songül Mutluer, Kamerlid -
Medeindiener
Esmah Lahlah, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.