Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Crijns over het bericht 'Gevaarlijke Ozempic-handel vraagt om aanpak én preventie'
Vragen van het lid Crijns (PVV) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Gevaarlijke Ozempic-handel vraagt om aanpak én preventie» (ingezonden 2 oktober 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 22 oktober
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Gevaarlijke Ozempic-handel vraagt om aanpak én preventie?1»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe is het mogelijk dat medicijnen die normaal alleen met een doktersrecept verkrijgbaar
zijn, zo gemakkelijk online te verkrijgen zijn zonder doktersrecept?
Antwoord 2
Malafide bedrijven maken gebruik van de behoefte van patiënten door professioneel
ogende websites te maken waarop geneesmiddelen illegaal verkrijgbaar zijn. In veel
gevallen gaat het om geneesmiddelen waarvoor een recept is vereist, maar niet om wordt
gevraagd via de betreffende website.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de online verkoop van medicijnen zoals Ozempic aan banden moet
worden gelegd? Zo ja, welke concrete stappen gaat u direct ondernemen om ervoor te
zorgen dat malafide online handelaren hard worden aangepakt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het is goed dat in bepaalde gevallen patiënten online receptplichtige geneesmiddelen
kunnen bestellen, mits er aan de juiste voorwaarden wordt voldaan. Het illegale online
aanbod van (illegale) geneesmiddelen daarentegen vind ik zeer ongewenst. Het vormt
een risico wanneer patiënten eigenhandig receptplichtige geneesmiddelen gaan bestellen
en gebruiken, zonder tussenkomst van hun arts en apotheker. In het geval van illegale
geneesmiddelen is het niet bekend of deze wel veilig zijn. De kwaliteit, veiligheid
en werkzaamheid zijn niet geborgd. Daarnaast worden patiënten vaak ook opgelicht.
Als toezichthouder richt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) zich op het tegengaan
van illegale handel in geneesmiddelen en het aanbod hiervan. Hierbij werkt de IGJ
samen met diverse partners waaronder de Douane, het Openbaar Ministerie en diverse
online bedrijven, zoals marktplaatsen. Samen met deze partners vermindert IGJ het
illegale aanbod actief, door zowel op meldingen af te gaan, als proactief het illegale
aanbod op te sporen. Afhankelijk van de mogelijkheden wordt er gepast opgetreden.
In veel gevallen wordt geprobeerd de website uit de lucht te laten halen.
De illegale verkoop wordt gevoed door de vraag. Daarvoor is het vergroten van bewustzijn
over de risico’s van illegaal medicijngebruik van groot belang. Hierin hebben diverse
partijen een rol. De IGJ doet dit onder andere door gerichte communicatie over de
risico’s van illegale geneesmiddelen. De algemene boodschap daarbij is te allen tijde:
Doe het niet! Wanneer je zorg nodig hebt, ga naar je arts en/of apotheker.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tot nu toe onvoldoende
lijkt op te treden tegen de illegale verkoop van gevaarlijke medicijnen zoals Ozempic?
Antwoord 4
Veel websites opereren anoniem vanuit het buitenland, dit maakt het toezicht houden
complex. Toch treedt de IGJ waar mogelijk stevig op, bijvoorbeeld door het uit de
lucht laten halen van websites en het opleggen van boetes. Daarnaast neemt de handel
via social media fors toe. Hier probeert de IGJ tot samenwerking met deze social media
platforms te komen, in lijn met de Digital Service Act (DSA).
Vraag 5
Heeft de IGJ voldoende middelen en mankracht om de groeiende illegale handel in medicijnen
effectief aan te pakken? Zo nee, wat gaat u doen om dit te verbeteren?
Antwoord 5
De IGJ hanteert een risicogestuurde aanpak om de handel in illegale geneesmiddelen
aan te pakken. Daarnaast is er ook een rol voor de burger zelf, zie daarvoor het antwoord
op vraag 3 en 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.