Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 638 Wijziging van enkele wetten op het gebied van Justitie en Veiligheid en op het gebied van Asiel en Migratie in verband met aanpassingen van overwegend technische aard (Verzamelwet Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 20XX)
ARTIKEL I
            ARTIKEL II
            ARTIKEL III
            ARTIKEL IV
            ARTIKEL V
            ARTIKEL VI
            ARTIKEL VII
            ARTIKEL VIII
            ARTIKEL IX
            ARTIKEL X
            ARTIKEL XI
            ARTIKEL XII
            ARTIKEL XIII
            ARTIKEL XIV
            ARTIKEL XV
            ARTIKEL XVI
            ARTIKEL XVII
            ARTIKEL XVIII
            ARTIKEL XIX
            ARTIKEL XX
            ARTIKEL XXI
            ARTIKEL XXII
            ARTIKEL XXIII
            ARTIKEL XXIV
            ARTIKEL XXV
            ARTIKEL XXVI
            ARTIKEL XXVII
            ARTIKEL XXVIII
            ARTIKEL XXIX
            ARTIKEL XXX
            ARTIKEL XXXI
            ARTIKEL XXXII
            ARTIKEL XXXIII
            ARTIKEL XXXIV
            ARTIKEL XXXV
            ARTIKEL XXXVI
            ARTIKEL XXXVII
            ARTIKEL XXXVIII
            ARTIKEL XXXIX
            ARTIKEL XL
            ARTIKEL XLI
            ARTIKEL XLII
            ARTIKEL XLIII
            ARTIKEL XLIV
            ARTIKEL XLV
            ARTIKEL XLVI
            ARTIKEL XLVII
            ARTIKEL XLVIII
            ARTIKEL XLIX
            ARTIKEL L
            ARTIKEL LI
            ARTIKEL LII
            ARTIKEL LIII
            ARTIKEL LIV
Nr. 2
                   VOORSTEL VAN WET
            
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
                     enz. enz. enz.
                  
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in enkele wetten op het
                     terrein van Justitie en Veiligheid en op het terrein van Asiel en Migratie beperkte
                     wijzigingen en correcties van wetstechnische of anderszins beperkte aard aan te brengen;
                  
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
                     overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
                     en verstaan bij deze:
                  
ARTIKEL I
                  
De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 4:19, eerste lid, 5:42, tweede lid, 7:15, tweede lid, en 7:28, tweede
                        lid, wordt «voorzover» vervangen door «voor zover».
                     
B
In de artikelen 5:12, derde lid, 5:19, vijfde lid, en 11:2, eerste en tweede lid,
                        wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door «Onze Minister van
                        Justitie en Veiligheid».
                     
C
Aan artikel 8:41, zesde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: In afwijking van
                        de eerste zin blijft niet-ontvankelijkverklaring achterwege, indien aannemelijk is
                        dat de indiener van het beroepschrift op de datum waarop het bedrag uiterlijk moet
                        zijn bijgeschreven of gestort, in betalingsonmacht verkeert.
                     
D
In de artikelen 8:89, derde lid en 9:8, eerste lid, onder f, en in de zinsneden met
                        betrekking tot de Wet financieel toezicht in bijlage 1 en de artikelen 4, 7 en 11
                        van bijlage 2 wordt «terzake» vervangen door «ter zake».
                     
E
In artikel 11:2, eerste lid, wordt «Het bedrag van de vergoeding, bedoeld in artikel
                        4:113, eerste lid, en de bedragen, vastgesteld in de artikelen 8:41, tweede lid, en
                        8:109, eerste lid, en» vervangen door «De bedragen, vastgesteld».
                     
F
Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 2 wordt in de zinsnede met betrekking tot de Waterschapswet «Onze Minister
                           van Infrastructuur en Milieu» vervangen door «Onze Minister van Infrastructuur en
                           Waterstaat».
                        
2. In artikel 6 wordt in de alfabetisch volgorde ingevoegd:
Wet toezicht geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige
                              rechten
                           
3. In artikel 7 vervalt de zinsnede met betrekking tot de Wet bestrijding ongevallen
                           Noordzee.
                        
ARTIKEL II
                  
De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 15c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden «van het geheel of een gedeelte van» en «of van een verveelvoudiging
                           daarvan» geschrapt.
                        
2. In het eerste lid wordt «het uitlenen als bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder
                           3°,» vervangen door «het uitlenen, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder 3°,».
                        
3. In het eerste lid wordt «die door de rechthebbende of met zijn toestemming in het
                           verkeer is gebracht» vervangen door «die door of met toestemming van de maker of zijn
                           rechtverkrijgende in het verkeer is gebracht».
                        
4. In het derde lid wordt «door gemeenten, provincies, het rijk of het openbaar lichaam
                           Bonaire, Sint Eustatius of Saba» vervangen door «door gemeenten, provincies of het
                           rijk».
                        
B
In de artikelen 15d en 15f, eerste lid, wordt «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur
                        en Wetenschappen» vervangen door «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap».
                     
C
In de artikelen 15d, 15f, eerste lid, 16d, eerste lid, 16e, 16l, eerste lid, 30b,
                        eerste lid, en 35b, eerste lid, wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door
                        «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
                     
D
Artikel 16m wordt van leden voorzien.
E
Artikel 17a vervalt.
F
In artikel 17d wordt «29c, zevende lid» vervangen door «29c, achtste lid».
G
In de artikelen 25c, tweede lid, en 25g, eerste lid, wordt «Onze Minister van Veiligheid
                        en Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
                     
H
In artikel 25c, vijfde lid, wordt «de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap»
                        vervangen door «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap».
                     
I
In de artikelen 30a, eerste lid, en 35a, eerste lid, wordt «Onzen Minister van Justitie»
                        vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
                     
J
In artikel 35b, eerste lid, wordt «of of» vervangen door «of».
K
In artikel 44b, eerste lid, wordt «dit hoofdstuk» vervangen door «deze paragraaf».
L
De artikelen 46, 48, 49 en 50c tot en met 50e vervallen.
ARTIKEL III
                  
In artikel 37, eerste lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden
                     wordt «artikel 3.3, eerste lid,» vervangen door «artikel 3.3, eerste lid, van de Wet
                     forensische zorg».
                  
ARTIKEL IV
                  
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt de tweede zin.
2. In het derde lid wordt na de tweede volzin een zin ingevoegd, luidende: Indien een
                           kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot één adoptant komt te staan,
                           heeft het kind de geslachtsnaam van de adoptant, tenzij de adoptant ter gelegenheid
                           van de adoptie verklaart dat het kind de oorspronkelijke geslachtsnaam dan wel de
                           naam van de adoptant in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind
                           in een vrij te bepalen volgorde zal hebben.
                        
3. In het derde lid wordt in de tweede en vierde volzin (nieuw) «of van hun beiden»
                           vervangen door «of van hen beiden».
                        
4. In het derde lid, vierde volzin (nieuw), vervalt «, dan wel de geslachtsnaam van
                           die ouder».
                        
5. In het zesde lid wordt in de tweede volzin «of van beide» vervangen door «of van
                           beiden».
                        
B
In artikel 16, derde lid, wordt «of een andere gemeente» vervangen door «, een andere
                        gemeente of een openbaar lichaam of bedrijfsvoeringsorganisatie als bedoeld in artikel
                        8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen».
                     
C
In de artikelen 20a, derde lid en 87, vierde lid, wordt «voorzover» vervangen door
                        «voor zover» en in artikel 344, eerste lid, wordt «Voorzover» vervangen door «Voor
                        zover».
                     
D
In de artikelen 45a, 265e, eerste lid, onder b, 265h, tweede lid, 268, eerste lid,
                        onder b, 331, eerste lid, onder b en 385, eerste lid, onderdeel c, wordt «terzake»
                        vervangen door «ter zake».
                     
E
In artikel 179, eerste lid, wordt «tenminste» vervangen door «ten minste».
F
In artikel 227, vierde lid, wordt «tengevolge» vervangen door «ten gevolge».
G
In artikel 230, eerste lid, wordt «van de dag» vervangen door «vanaf de dag».
H
In artikel 253g, vierde lid, wordt «De bepaling van het voorgaande lid» vervangen
                        door «Het derde lid».
                     
I
In artikel 253o vervalt de aanduiding «1.».
J
Artikel 282a wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Is de beschikking, bedoeld in het eerste lid, uitvoerbaar bij voorraad verklaard,
                                    dan eindigt de gezamenlijke uitoefening van de voogdij daags nadat de beschikking
                                    is verstrekt of verzonden.
                                 
K
In artikel 298 wordt «beide voorgaande artikelen» vervangen door «de artikelen 296
                        en 297».
                     
L
In artikel 322, eerste lid, onderdeel a, vervalt de komma na «aantoont» en wordt «tengevolge»
                        vervangen door «ten gevolge».
                     
M
In artikel 342, eerste lid, wordt «De vier vorige artikelen» vervangen door «De artikelen
                        338 tot en met 341».
                     
N
In artikel 461, derde lid, wordt «kennisdraagt» vervangen door «kennis draagt».
ARTIKEL V
                  
Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 305 wordt «scheidsmannen» vervangen door «arbiters».
B
In artikel 305a, tweede lid, onderdeel a, vervalt «, tenzij uitvoering is gegeven
                        aan artikel 44a lid 1 of artikel 291a lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek».
                     
C
Indien de onderdelen FA en BBBA van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen in werking
                        treden, wordt aan artikel 305a, tweede lid, onderdeel a toegevoegd «, tenzij uitvoering
                        is gegeven aan artikel 44a, eerste lid, of artikel 291a, eerste lid, van Boek 2 van
                        het Burgerlijk Wetboek».
                     
ARTIKEL VI
                  
In artikel 150 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt «volgebracht» vervangen
                     door «volbracht».
                  
ARTIKEL VII
                  
In artikel 193f, onderdeel e, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt «4:73» vervangen
                     door «4:25b».
                  
ARTIKEL VIII
                  
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, tweede lid, eerste zin, wordt «stadsverwarming» vervangen door «stadsverwarming
                        of digitale inhoud».
                     
B
In artikel 50af, vierde lid, onderdeel b, wordt «is gesteld» vervangen door «heeft
                        gesteld».
                     
C
In artikel 50al, tweede lid, vervalt «en».
D
In artikel 611a, tweede lid, wordt «toepasselijk nationale recht» vervangen door «toepasselijk
                        nationaal recht».
                     
ARTIKEL IX
                  
In artikel 1781, tweede lid, van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek wordt «goed huisvader»
                     vervangen door «zorgvuldig en redelijk handelend persoon».
                  
ARTIKEL X
                  
Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 169 wordt «ter zake van krankzinnigheid in een gesticht is geplaatst» vervangen
                        door «is opgenomen in een accommodatie als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke
                        gezondheidszorg of in een accommodatie als bedoeld in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische
                        en verstandelijk gehandicapte cliënten».
                     
B
In artikel 182 wordt «plaatsing ter zaken van krankzinnigheid in een gesticht» vervangen
                        door «opname in een accommodatie op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
                        of in een accommodatie op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk
                        gehandicapte cliënten».
                     
C
In artikel 515 wordt «artikel 516» vervangen door «artikel 500, onder m,».
ARTIKEL XI
                  
Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 25, eerste lid, onder c, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste volzin wordt «welke van hun beider geslachtsnamen of combinatie daarvan
                           het kind zal hebben» vervangen door «dat het kind de oorspronkelijke geslachtsnaam,
                           een van hun beider geslachtsnamen of combinatie daarvan dan wel een van hun beider
                           geslachtsnamen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam zal hebben».
                        
2. In de tweede volzin wordt «of het de geslachtsnaam van een van de ouders of een combinatie
                           daarvan zal hebben» vervangen door «of het de oorspronkelijke geslachtsnaam, de geslachtsnaam
                           van een van de ouders of een combinatie daarvan dan wel de geslachtsnaam van een van
                           de ouders in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam zal hebben».
                        
B
Het opschrift van Afdeling 2 van Titel 5 komt te luiden: «Afdeling 2 Familierechtelijke
                        betrekkingen door erkenning of gerechtelijke vaststelling van het ouderschap».
                     
ARTIKEL XII
                  
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt aan het slot van de zesde volzin na «van de vader zal hebben»
                           ingevoegd « of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde».
                        
2. In het derde lid, worden na de eerste volzin twee zinnen ingevoegd, luidende: Indien
                           een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot één adoptant komt te staan,
                           heeft het kind de geslachtsnaam van de adoptant, tenzij de adoptant ter gelegenheid
                           van de adoptie verklaart dat het kind de oorspronkelijke geslachtsnaam dan wel de
                           naam van de adoptant in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind
                           in een vrij te bepalen volgorde zal hebben. Indien een kind door adoptie in familierechtelijke
                           betrekking tot de echtgenoot of levensgezel van een ouder komt te staan, houdt het
                           zijn geslachtsnaam, tenzij de ouder en diens echtgenoot of levensgezel gezamenlijk
                           verklaren dat het kind de geslachtsnaam zal hebben van die ouder dan wel de geslachtsnaam
                           van de echtgenoot of levensgezel of van hen beiden in een vrij te bepalen volgorde
                           of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind
                           in een vrij te bepalen volgorde.
                        
B
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt na «kunnen regels worden gesteld betreffende» ingevoegd «
                           de gronden waarop de geslachtsnaamswijziging kan worden verleend,».
                        
2. Na het vijfde lid worden twee leden toegevoegd, luidende:
6. Indien Onze Minister van Justitie en Veiligheid voornemens is een voordracht te doen
                                    voor een Koninklijk Besluit strekkende tot inwilliging van een verzoek als bedoeld
                                    in het eerste of tweede lid, deelt hij dit voornemen schriftelijk mee aan de verzoeker
                                    en degene wiens geslachtsnaam is verzocht, alsmede, indien het verzoek op de geslachtsnaam
                                    van een minderjarige betrekking heeft, zijn ouders en degene aan wie de minderjarige
                                    de geslachtsnaam, waarvan wijziging is verzocht, rechtstreeks ontleent. De schriftelijke
                                    mededeling van het voornemen geldt als een beschikking als bedoeld in artikel 3, eerste
                                    lid, van de Wet administratieve rechtspraak BES.
                                 
7. Onze Minister van Justitie en Veiligheid doet de schriftelijke mededeling van het
                                    voornemen binnen twintig weken.
                                 
C
In de artikelen 12, eerste lid, 69, eerste lid, 88, eerste lid, onderdeel a, 99, tweede
                        lid, 339, eerste lid, 344, derde lid en 447, eerste lid, wordt «te zamen» vervangen
                        door «tezamen».
                     
D
In artikel 18 wordt de aanduiding «3.1» vervangen door «3.».
E
In artikel 19d, eerste lid, wordt «geboorte-akte» vervangen door «geboorteakte».
F
Artikel 20a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «persoon.Van» vervangen door «persoon. Van».
2. In het derde lid wordt «toegevoegd.Tevens» vervangen door «toegevoegd. Tevens».
G
In artikel 21, eerste lid, wordt «’s Gravenhage» vervangen door «’s-Gravenhage».
H
In artikel 22, eerste lid, wordt «geboren.Vermeldt» vervangen door «geboren. Vermeldt».
I
In artikel 41, eerste lid, wordt «als als» vervangen door «als».
J
In artikel 85, eerste lid, wordt «voorde» vervangen door «voor de».
K
In artikel 89, vijfde lid, wordt «vernietingsgrond» vervangen door «vernietigingsgrond».
L
In artikel 120, derde lid, wordt «diedaarvan» vervangen door «die daarvan».
M
In artikel 179, tweede lid, wordt «b mate» vervangen door «bekort tot ten minste een
                        jaar, indien de andere echtgenoot zich gedurig schuldig maakt aan wangedrag in zodanige
                        mate».
                     
N
In artikel 206, derde lid, wordt «genotene.Voorts» vervangen door «genotene. Voorts».
O
In artikel 207, eerste lid, wordt «ver-zocht» vervangen door «verzocht».
P
In artikel 253c, eerste lid, wordt «gezaggezamenlijk» vervangen door «gezag gezamenlijk».
Q
In artikel 253ha, eerste lid, wordt «jarenheeft» vervangen door «jaren heeft».
R
Artikel 325 vervalt.
S
In artikel 326, derde lid, wordt «vorderen.Vervalt» vervangen door «vorderen. Vervalt».
T
In artikel 337, derde lid, wordt «vorderen.Vervalt» vervangen door «vorderen. Vervalt».
U
In artikel 339, eerste lid, wordt «te zamen» vervangen door «tezamen».
V
In artikel 377v, eerste lid, wordt «.Ieder» vervangen door «Ieder» en wordt «terzake»
                        vervangen door «ter zake».
                     
W
In de artikelen 232c, eerste lid, 232n, eerste lid, onderdeel b, 240, eerste lid,
                        377v, tweede lid, onderdeel b, 377x, eerste lid en 377ee, eerste lid, wordt «zonodig»
                        vervangen door «zo nodig».
                     
X
In artikel 386, eerste lid, wordt «toepassing.Tenzij» vervangen door «toepassing.
                        Tenzij».
Y
In artikel 421 wordt «deelgenootschap.Voor» vervangen door «deelgenootschap. Voor».
Z
In artikel 439, tweede lid, wordt «tegengeworpen,zo» vervangen door «tegengeworpen,
                        zo».
                     
AA
In artikel 452 vervalt het opschrift boven het zevende lid.
ARTIKEL XIII
                  
De Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 119a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «[datum inwerkingtreding wet]» vervangen door «1 januari
                           2020» en vervalt «, zoals die golden tot de inwerkingtreding van de Implementatiewet
                           richtlijn representatieve vorderingen voor consumenten,».
                        
2. Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid wordt een nieuw lid ingevoegd,
                           luidende:
                        
3. Lid 2 is niet van toepassing op een rechtsvordering die strekt tot bescherming van
                                    een belang als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2020/1828 van
                                    het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende representatieve
                                    vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking
                                    van Richtlijn 2009/22/EG (PbEU 2020, L 409) en die is ingesteld op of na 25 juni 2023.
                                 
3. In het vierde lid (nieuw) vervalt «of invoegingen», wordt «de artikelen 305a, 305c
                           en 305e» vervangen door «de artikelen 305a en 305c» en wordt «de datum van inwerkingtreding
                           van deze wet» vervangen door «25 juni 2023».
                        
B
In artikel 190aa, tweede lid, wordt «e-handelsdiensten» vervangen door «producten».
ARTIKEL XIV
                  
De Overleveringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De eerste zin komt te luiden: De officier van justitie vordert uiterlijk op de derde
                           dag na ontvangst van een verzoek van de uitvaardigende justitiële autoriteit om de
                           in het eerste lid, onderdeel g, of het tweede lid, onderdeel d, bedoelde toestemming,
                           schriftelijk dat de rechtbank het verzoek in behandeling zal nemen.
                        
2. De vijfde zin komt te luiden: De rechtbank geeft de toestemming ten aanzien van feiten
                           waarvoor krachtens deze wet overlevering had kunnen worden toegestaan.
                        
B
Artikel 52, eerste lid, komt te luiden:
1. Bij vervoer te land, overeenkomstig artikel 51, is de bewaking van de opgeëiste persoon
                                    opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen
                                    te nemen ter beveiliging van de opgeëiste persoon en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
                                 
C
Aan artikel 58 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Bij de feitelijke overlevering is de bewaking van de ter beschikking gestelde persoon
                                    opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen
                                    te nemen ter beveiliging van de ter beschikking gestelde persoon en ter voorkoming
                                    van zijn ontvluchting.
                                 
D
Na artikel 61 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 61a
                           
Bij de feitelijke overlevering van of naar Nederland is de bewaking van de opgeëiste
                              persoon opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen
                              te nemen ter beveiliging van de opgeëiste persoon en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
                           
ARTIKEL XV
                  
De Politiewet 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, eerste lid, onderdeel f, wordt «Onze Minister voor Immigratie en Asiel»
                        vervangen door «Onze Minister van Asiel en Migratie».
                     
B
In artikel 65, eerste lid, wordt «Inspectie Openbare Orde en Veiligheid» vervangen
                        door «Inspectie Justitie en Veiligheid».
                     
ARTIKEL XVI
                  
Artikel X van de Spoedreparatiewet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen
                     vervalt.
                  
ARTIKEL XVII
                  
De Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.22, derde lid, wordt onder verlettering van de onderdelen d en e tot
                        e en f een onderdeel ingevoegd, luidende:
                     
d. ter vaststelling van de verblijfplaats van een betrokkene op de voet van artikel 13:3a,
                                    eerste lid, onderdeel e, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg;
                                 
B
Aan artikel 11.13, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van
                        onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
                     
c. de bescherming van een persoon die in levensgevaar verkeert.
C
In artikel 13.2, eerste en tweede lid, wordt na «het Wetboek van Strafvordering» ingevoegd
                        «of artikel 13:3a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg».
                     
D
Artikel 13.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «het Wetboek van Strafvordering» ingevoegd «of artikel
                           13:3a, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg».
                        
2. In het tweede lid wordt na «het Wetboek van Strafvordering» ingevoegd «of artikel
                           13:3a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg».
                        
E
In artikel 13.5, eerste lid, wordt «bijzondere last» vervangen door «bevel op grond
                        van het Wetboek van Strafvordering of de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg».
                     
ARTIKEL XVIII
                  
Artikel 7 van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «artikel 33, tweede lid, onderdelen a tot en met c» wordt vervangen door
                        «artikel 33, tweede lid, onderdelen a tot en met d».
                     
2. Er wordt een zin toegevoegd, luidende: De gegevens, bedoeld in artikel 33, tweede
                        lid, onderdeel d, worden mede ten behoeve van die taak door de Belastingdienst aan
                        het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt.
                     
ARTIKEL XIX
                  
In artikel V, vierde lid, van de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie wordt
                     «of bij een beëindiging van een rechtspersoon op een wijze als bedoeld in artikel
                     19c lid 1, waarbij één of meer schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn
                     gebleven,» vervangen door «of bij een beëindiging van een rechtspersoon op een wijze
                     als bedoeld in artikel 19c lid 1, aanhef,».
                  
ARTIKEL XX
                  
De Uitleveringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na hoofdstuk III wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK IIIA. VOORLOPIGE TERBESCHIKKINGSTELLING AAN NEDERLAND
                           
Artikel 45b
                              
1. In de gevallen dat een persoon die in het buitenland rechtens van zijn vrijheid is
                                       beroofd, vooruitlopend op zijn feitelijke uitlevering, voorlopig ter beschikking wordt
                                       gesteld van de Nederlandse justitie of die van Bonaire, Sint Eustatius en Saba ten
                                       behoeve van diens berechting, wordt hij gedurende zijn verblijf op Nederlands grondgebied
                                       op bevel van het bevoegde lid van het openbaar ministerie in verzekering gesteld.
                                       De artikelen 54 en 55 zijn, voor zoveel nodig, van overeenkomstige toepassing.
                                    
2. De inverzekeringstelling wordt opgeheven zodra het bevoegde lid van het openbaar
                                       ministerie bericht ontvangt dat de gronden voor vrijheidsberoving in het buitenland
                                       niet langer bestaan.
                                    
B
Artikel 50, eerste lid, komt te luiden:
1. Voor zover bij verdrag niet anders is bepaald, wordt bij vervoer te land, overeenkomstig
                                    artikel 48, de bewaking van de vreemdeling opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die
                                    bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de vreemdeling
                                    en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
                                 
C
Artikel 50a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt de zinsnede «voor het afleggen van een verklaring als getuige
                           of voor confrontatie dan wel voor het aanwezig zijn bij de behandeling ter terechtzitting
                           van een tegen hem gevoerde strafzaak» vervangen door «ter uitvoering van een onderzoekshandeling»
                           en wordt «hier te lande» vervangen door «op Nederlands grondgebied».
                        
2. In de tweede zin wordt «De artikelen 54 en 56, eerste lid» vervangen door «De artikelen
                           54, 55 en 56, eerste lid,».
                        
D
Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «voor het afleggen van een verklaring als getuige,
                           of voor confrontatie» vervangen door «ter uitvoering van een onderzoekshandeling».
                        
2. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: «Artikel 5.1.5 van het Wetboek
                           van Strafvordering is van toepassing.».
                        
E
Na artikel 54 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 55
                           
Voor zover bij verdrag niet anders is bepaald, is bij de uitlevering van of naar Nederland
                              de bewaking van de opgeëiste persoon dan wel verdachte of veroordeelde opgedragen
                              aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter
                              beveiliging van de opgeëiste persoon dan wel verdachte of veroordeelde en ter voorkoming
                              van zijn ontvluchting.
                           
ARTIKEL XXI
                  
In artikel 9, tweede volzin, van de Uitvoeringswet rechtsmechanismen straftribunalen
                     wordt «de landelijke eenheid» vervangen door «een landelijke eenheid».
                  
ARTIKEL XXII
                  
De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsomschrijving van aanvullend document vervalt «(PbEU 2011, L343)».
2. In de begripsomschrijving van Etias-verordening vervalt «(PbEU 2018, L 236)».
3. De begripsomschrijving van Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische gegevens onder 2° wordt als volgt gewijzigd:
a. «Verordening (EG) 767/2008» wordt vervangen door «Verordening (EG) nr. 767/2008».
b. «PbEU L218» wordt vervangen door «VIS-verordening».
4. De begripsomschrijving van Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische gegevens onder 3° wordt als volgt gewijzigd:
a. «Verordening (EG) 810/2009» wordt vervangen door «Verordening (EG) nr. 810/2009».
b. «Pb EU L 243» wordt vervangen door «Visumcode».
5. De begripsomschrijving van Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische gegevens onder 4° wordt als volgt gewijzigd:
a. «van de Europese Unie» vervalt.
b. «(PbEU L157)» vervalt.
6. In de begripsomschrijving van Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische gegevens vervalt onder 5° «(PbEU 2017, L 327)».
7. De begripsomschrijving van langdurig ingezetene wordt als volgt gewijzigd:
a. «richtlijn nr. 2003/109/EG» wordt vervangen door «Richtlijn 2003/109/EG».
b. «van de Europese Unie» vervalt.
c. «(PbEU 2004, L16)» vervalt.
d. «richtlijn 2011/51/EU» wordt vervangen door «Richtlijn 2011/51/EU».
e. Na «Europees Parlement en de Raad» wordt ingevoegd «van 11 mei 2011 tot wijziging
                           van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad».
                        
f. «(PbEU 2011, L 132)» vervalt.
8. In de begripsomschrijving van Onze Minister wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door «Onze Minister van
                           Asiel en Migratie».
                        
9. De begripsomschrijving van richtlijn tijdelijke bescherming wordt als volgt gewijzigd:
a. «richtlijn nr. 2001/55/EG» wordt vervangen door «Richtlijn 2001/55/EG».
b. «(PbEG L 212)» vervalt.
10. In de begripsomschrijving van Schengengrenscode vervalt «(PbEU, L77)».
11. In de begripsomschrijving van SIS-verordening grenscontroles vervalt «(PbEU 2018, L 312)».
12. In de begripsomschrijving van SIS-verordening terugkeer vervalt «(PbEU 2018, L 312)».
13. In de begripsomschrijving van Terugkeerrichtlijn vervalt «(PbEU 2008, L 348)».
14. In de begripsomschrijving van Verordening interoperabiliteit grenzen en visa vervalt «(PbEU 2019, L 135)».
15. In de begripsomschrijving van Verordening interoperabiliteit politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie vervalt «(PbEU 2019, L 135)».
16. De begripsomschrijving van Vluchtelingenverdrag komt te luiden:
Vluchtelingenverdrag: het op 28 juli 1951 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende
                              de status van vluchtelingen (Trb. 1951, 131), zoals gewijzigd bij het op 31 januari 1967 te New York tot stand gekomen Protocol
                              betreffende de status van vluchtelingen (Trb. 1967, 76);
                           
B
Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel
                           c door een punt, «die ten behoeve van het voorgenomen verblijf op grond van een machtiging
                           tot voorlopig verblijf of het verblijf op grond van een verblijfsvergunning als bedoeld
                           in artikel 14 van een vreemdeling een schriftelijke verklaring heeft afgelegd, of
                           die door Onze Minister als referent is aangewezen.»
                        
2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt een
                           lid ingevoegd, luidende:
                        
2. De referent dient ten behoeve van het voorgenomen verblijf op grond van een machtiging
                                    tot voorlopig verblijf of het verblijf op grond van een verblijfsvergunning als bedoeld
                                    in artikel 14 van een vreemdeling een daartoe strekkende schriftelijke verklaring
                                    af te leggen, tenzij hij door Onze Minister als referent is aangewezen.
                                 
3. In het vierde lid (nieuw) wordt «bedoeld in het eerste lid» vervangen door «bedoeld
                           in het tweede lid».
                        
C
In artikel 2t, vierde lid, wordt de komma aan het slot van onderdeel b vervangen door
                        een puntkomma.
                     
D
Artikel 9a vervalt.
E
In artikel 12, tweede lid, wordt «180 dagen» vervangen door «360 dagen».
F
In artikel 15 wordt «artikel 14, tweede lid» vervangen door «artikel 14, derde lid».
G
In de artikelen 16, eerste lid, onderdeel k, en 18, eerste lid, onderdeel h, wordt
                        «artikel 2a, eerste lid» vervangen door «artikel 2a, tweede lid».
                     
H
In artikel 24a, vierde lid, wordt de komma aan het slot van onderdeel b vervangen
                        door een puntkomma.
                     
I
Artikel 36 komt te luiden:
Artikel 36
                           
In afwijking van artikel 2:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden
                              de volgende aanvragen ingediend door de vreemdeling of zijn wettelijke vertegenwoordiger:
                           
a. een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 of tot het verlengen
                                    van de geldigheidsduur ervan;
                                 
b. een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33.
J
In artikel 55a, eerste lid, wordt «2a, tweede lid, onder b» vervangen door «2a, derde
                        lid, onder b».
                     
K
Artikel 62 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Nadat tegen de vreemdeling, niet zijnde gemeenschapsonderdaan, een terugkeerbesluit
                                    is uitgevaardigd, dient hij Nederland uit eigen beweging binnen vier weken te verlaten.
                                 
2. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
3. Nadat het rechtmatig verblijf van de gemeenschapsonderdaan is geëindigd, dient hij
                                    Nederland uit eigen beweging binnen een maand na de kennisgeving daarvan te verlaten.
                                    Onze Minister kan deze termijn verkorten in naar behoren aangetoonde dringende gevallen.
                                 
3. In het vierde lid (nieuw) wordt «termijn, bedoeld in het eerste lid» vervangen door
                           «termijnen, bedoeld in het eerste en derde lid».
                        
L
In artikel 66b, eerste lid, wordt «ambtshalve of wegens gewijzigde omstandigheden»
                        vervangen door «ambtshalve wegens gewijzigde omstandigheden».
                     
M
In artikel 73, vijfde lid wordt «artikel 62, eerste lid» vervangen door «artikel 62,
                        eerste of derde lid».
                     
N
In artikel 82, vierde lid wordt «artikel 62, eerste lid» vervangen door «artikel 62,
                        eerste of derde lid».
                     
O
Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt «2a, tweede lid onder b» vervangen door «2a, derde lid,
                           onder b».
                        
2. In het derde lid wordt «worden beschouwd als» vervangen door «zijn».
3. In het vierde lid, eerste volzin, wordt «ambtenaren belast met het vreemdelingentoezicht»
                           vervangen door «ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen».
                        
ARTIKEL XXIII
                  
De Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt in de begripsbepaling «deelneming met het motorrijtuig aan het
                        verkeer» het woord «motorijtuig» vervangen door «motorrijtuig».
                     
B
In artikel 26b, derde lid, eerste zin, wordt «op grond van het eerste of tweede lid»
                        vervangen door «op grond van artikel 26a, eerste of tweede lid,».
                     
ARTIKEL XXIV
                  
In artikel 24, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
                     vervalt «, over de gewone post of op een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen
                     wijze».
                  
ARTIKEL XXV
                  
De Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen
                        door «Onze Minister van Asiel en Migratie».
                     
B
Artikel 6 komt te luiden:
Artikel 6
                           
Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld over een specifieke uitkering
                              aan gemeenten ten behoeve van kosten verband houdende met de opvang van asielzoekers.
                           
C
In artikel 16, eerste lid, wordt «het Ministerie van Veiligheid en Justitie» vervangen
                        door «het Ministerie van Asiel en Migratie».
                     
ARTIKEL XXVI
                  
Artikel 1 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, vervalt «dan wel ten aanzien van wie met toepassing
                        van artikel 2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging
                        is afgegeven».
                     
2. In het tweede lid wordt «een persoon ten aanzien van wie met toepassing van artikel
                        2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging is afgegeven»
                        vervangen door «een persoon ten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3 van
                        de Wet forensische zorg een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging is afgegeven
                        op de gronden, genoemd in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de
                        Wet forensische zorg».
                     
ARTIKEL XXVII
                  
De Wet forensische zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. De zorgaanbieder verwerkt persoonsgegevens, met inbegrip van persoonsgegevens over
                                    gezondheid of persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, ter uitvoering van het eerste
                                    lid.
                                 
3. De zorgaanbieder verstrekt persoonsgegevens, met inbegrip van persoonsgegevens over
                                    gezondheid of persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, ter uitvoering van het eerste
                                    lid aan:
                                 
a. de geneesheer-directeur, de officier van justitie, de psychiater belast met de medische
                                          verklaring, de zorgaanbieder en de zorgverantwoordelijke, in de zin van de Wet verplichte
                                          geestelijke gezondheidszorg; en
                                       
b. het CIZ, de officier van justitie, de ter zake kundige arts belast met de medische
                                          verklaring, de zorgaanbieder, en de zorgverantwoordelijke, in de zin van de Wet zorg
                                          en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.
                                       
B
In artikel 3.6, derde lid, wordt «artikel 509o, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek
                        van Strafvordering» vervangen door «artikel 6:6:12, eerste lid, onder b, van het Wetboek
                        van Strafvordering».
                     
ARTIKEL XXVIII
                  
Artikel 2.27 van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden wordt als volgt
                     gewijzigd:
                  
1. In het eerste lid, onder d, wordt «8:18, derde lid, onderdeel b» vervangen door «8:18,
                        derde lid»
                     
2. In het tweede lid, onder b, wordt «een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling»
                        vervangen door «een Veilig Thuis-organisatie».
                     
ARTIKEL XXIX
                  
Artikel 19a van de Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «383, zevende lid, van de Faillissementswet» vervangen door
                        «383, eerste, zevende, en achtste lid, van de Faillissementswet».
                     
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Artikel 11, eerste lid, is van toepassing.
3. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
ARTIKEL XXX
                  
Artikel I, onderdeel I, van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen
                     vervalt.
                  
ARTIKEL XXXI
                  
In artikel 1, eerste lid, twaalfde gedachtestreepje, van de Wet kwaliteit, klachten
                     en geschillen zorg en artikel 1.1.1, eerste lid, zeventiende gedachtestreepje, van
                     de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt «ontucht» vervangen door «seksuele
                     handelingen verrichten».
                  
ARTIKEL XXXII
                  
In artikel 14, tweede lid, onder a, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten
                     wordt «Hoofdstuk 9, afdeling 9.3, van de Algemene wet bestuursrecht,» vervangen door
                     «Hoofdstuk 9, afdeling 9.1.3, van de Algemene wet bestuursrecht,».
                  
ARTIKEL XXXIII
                  
In artikel 23, vierde lid, van de Wet op de economische delicten wordt «hem» vervangen
                     door «hen».
                  
ARTIKEL XXXIV
                  
De Wet op de naburige rechten wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 15, eerste lid, 15a, eerste lid, en 15b wordt «Onze Minister van Justitie»
                        vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
                     
B
In de artikelen 15a, eerste lid, 15b en 15g, eerste lid, wordt «Onze Minister van
                        Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen» vervangen door «Onze Minister van Onderwijs,
                        Cultuur en Wetenschap».
                     
C
In artikel 15g, eerste lid, wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen
                        door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
                     
D
In artikel 20, eerste lid, wordt «de Minister van Justitie» vervangen door «Onze Minister
                        van Justitie en Veiligheid».
                     
ARTIKEL XXXV
                  
Na artikel 63 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen wordt een artikel
                     ingevoegd, luidende:
                  
Artikel 63a
                        
Bij de overbrenging van of naar Nederland is de bewaking van de veroordeelde opgedragen
                           aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter
                           beveiliging van de veroordeelde en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
                        
ARTIKEL XXXVI
                  
Aan artikel 15, tweede lid, eerste zin, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties
                     en recherchebureaus wordt toegevoegd «is verleend».
                  
ARTIKEL XXXVII
                  
In artikel 25, tweede lid, van de Wet politiegegevens wordt «de landelijke eenheid»
                     vervangen door «een landelijke eenheid».
                  
ARTIKEL XXXVIII
                  
De Wet tarieven in strafzaken wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Wij stellen bij algemene maatregel van bestuur de tarieven
                           vast voor vergoedingen voor:» vervangen door «Bij of krachtens algemene maatregel
                           van bestuur worden de tarieven vastgesteld voor vergoedingen voor:»
                        
2. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde
                           lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
                        
2. De bedragen, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd
                                    voor zover het indexcijfer Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloning, Cao-sector
                                    overheid, zoals jaarlijks vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek,
                                    daartoe aanleiding geeft.
                                 
B
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Wij stellen bij algemene maatregel van bestuur de tarieven
                           vast voor vergoedingen voor:» vervangen door «Bij of krachtens algemene maatregel
                           van bestuur worden de tarieven vastgesteld voor vergoedingen voor:».
                        
2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. De bedragen, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd
                                    voor zover het indexcijfer Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloning, Cao-sector
                                    overheid, zoals jaarlijks vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek,
                                    daartoe aanleiding geeft.
                                 
ARTIKEL XXXIX
                  
De Wet technische eenmaking Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt
                     gewijzigd:
                  
A
In artikel II wordt «de Wet van 13 juli 2021» vervangen door «de Wet van 13 juli 2016».
B
In artikel III, tweede lid, wordt «de Wet van 13 juli 20216» vervangen door «de Wet
                        van 13 juli 2016».
                     
ARTIKEL XL
                  
De Wet toezicht geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en
                     naburige rechten wordt als volgt gewijzigd:
                  
A
Artikel 19, vierde lid, vervalt.
B
Artikel 20 vervalt.
ARTIKEL XLI
                  
In artikel 14, derde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van
                     terrorisme wordt «17b» vervangen door «17a».
                  
ARTIKEL XLII
                  
Artikel 57, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «Inspectie Openbare Orde en Veiligheid» vervangen door «Inspectie
                        Justitie en Veiligheid».
                     
2. In onderdeel b wordt «Infrastructuur en Milieu» vervangen door «Infrastructuur en
                        Waterstaat».
                     
ARTIKEL XLIII
                  
In artikel 5:19 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt «artikel 2.3,
                     eerste lid, onder 6° tot en met 12°, van de Wet forensische zorg» vervangen door «artikel
                     2.3, eerste lid, onder 7° tot en met 12°, van de Wet forensische zorg».
                  
ARTIKEL XLIV
                  
Artikel 3.39 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «zedenmisdrijven» vervangen door «seksuele misdrijven».
2. In het eerste lid wordt «misdrijf tegen de zeden» vervangen door «seksueel misdrijf».
ARTIKEL XLV
                  
Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, eerste lid, wordt «Verordening (EU) nr. 2019/1111 van de Raad van 25 juni
                        2019 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen
                        in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale
                        kinderontvoering (PbEU L 178)» vervangen door «Verordening (EU) nr. 2019/1111 van
                        de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging
                        van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en
                        betreffende internationale kinderontvoering (PbEU L178)».
                     
B
In artikel 290, vierde lid, wordt «Artikel 28, vijfde en zesde lid» vervangen door
                        «Artikel 29, vijfde en zesde lid».
                     
C
Aan artikel 457 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Het eerste lid, tweede zin, en het tweede lid zijn niet van toepassing als er beslag
                                    is gelegd op een motorrijtuig als bedoeld in de artikelen 440 en 442 en dat beslag
                                    is ingeschreven in het kentekenregister, bedoeld in artikel 42 Wegenverkeerswet 1994.
                                 
D
In artikel 611i wordt «scheidsmannen» vervangen door «arbiters».
E
In artikel 1018c, vijfde lid, wordt de punt aan het slot van onderdeel a vervangen
                        door een puntkomma.
                     
F
In artikel 1018f, eerste lid, wordt «voorzetting» vervangen door «voortzetting».
G
In artikel 1019ie, eerste lid, wordt «artikel 843a, eerste lid» vervangen door «artikel
                           194, eerste lid».
                        
ARTIKEL XLVI
                  
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 36f, eerste lid, wordt «ten aanzien van wie met toepassing van artikel
                        2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging is afgegeven»
                        vervangen door «ten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische
                        zorg een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging is afgegeven op de gronden, genoemd
                        in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg».
                     
B
Het opschrift van de Tweede afdeling van Titel IIA van het Eerste Boek komt te luiden:
                        Terbeschikkingstelling.
                     
C
Artikel 77t wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «als bedoeld in artikel 77s, zevende lid, en artikel 77t,
                           tweede lid,» vervangen door «op grond van artikel 6:2:22, eerste lid, van het Wetboek
                           van Strafvordering of op grond van het tweede lid,».
                        
2. In het tweede lid wordt «Een jaar nadat de maatregel voorwaardelijk is geëindigd
                           als bedoeld in het bepaalde in de artikelen 6:2:22, tweede lid, en 6:6:31, van het
                           Wetboek van Strafvordering» vervangen door «Een jaar nadat de maatregel voorwaardelijk
                           is geëindigd,» en wordt «op de wijze als bedoeld in artikel 77tb» vervangen door «met
                           toepassing van artikel 6:6:32 van het Wetboek van Strafvordering».
                        
D
In artikel 151e wordt «een persoon beneden de leeftijd van zestien jaar» vervangen
                        door «een persoon beneden de leeftijd van zestien jaren».
                     
E
In artikel 241, tweede lid, wordt «gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar» vervangen
                        door «gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren».
                     
F
In artikel 254, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2, wordt «inrichting voor verpleging
                        van ter beschikking gesteld» vervangen door «instelling voor verpleging van ter beschikking
                        gestelden».
                     
G
In artikel 426, tweede lid, wordt «artikel 453» vervangen door «artikel 430b».
ARTIKEL XLVII
                  
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 36e, tweede lid, onder b, vervalt «, alsmede aan het adres in Nederland
                        dat de verdachte heeft opgegeven waaraan mededelingen over de strafzaak kunnen worden
                        toegezonden».
                     
B
In artikel 36g, derde lid, onder d, wordt «uitgereikt» vervangen door «betekend».
C
Artikel 51ac wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
                           j door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd luidende:
                        
k. de tenuitvoerlegging van een uitgevaardigde strafbeschikking.
2. In het tweede lid komt de tweede volzin te luiden: In het bijzonder wordt door de
                           ambtenaar van politie, of de andere opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 141
                           onder c en d, ten minste mededeling gedaan van de informatie als bedoeld onder a,
                           wordt door de officier van justitie ten minste mededeling gedaan van de informatie
                           als bedoeld onder b tot en met f en onder h, en wordt door Onze Minister van Justitie
                           en Veiligheid ten minste mededeling gedaan van de informatie als bedoeld onder g,
                           i, j en k van het eerste lid.
                        
3. In het vierde en het vijfde lid wordt «De officier van justitie» vervangen door «Onze
                           Minister van Justitie en Veiligheid».
                        
D
Artikel 257d, vijfde lid, komt te luiden:
5. Indien bij de officier van justitie een verzoek als bedoeld in artikel 51ac, tweede
                                    lid en eerste lid, onder d, is gedaan, wordt door Onze Minister van Justitie en Veiligheid
                                    aan het slachtoffer een afschrift van de strafbeschikking toegezonden. Voorts wordt
                                    door Onze Minister van Justitie en Veiligheid een afschrift toegezonden aan de rechtstreeks
                                    belanghebbende die de officier van justitie bekend is.
                                 
E
In artikel 361, tweede lid, onderdeel a, wordt «of een zorgmachtiging met toepassing
                        van artikel 2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg is afgegeven»
                        vervangen door «met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging
                        of rechterlijke machtiging is afgegeven op de gronden, genoemd in artikel 2.3, eerste
                        lid, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg».
                     
F
Artikel 412, eerste lid, tweede volzin, komt te luiden: «De artikelen 258, tweede
                        lid, tweede tot en met vierde volzin, en 258a zijn van overeenkomstige toepassing.».
                     
G
Aan artikel 434, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: «De Hoge Raad bepaalt
                        op welke wijze de stukken van het geding aan de Hoge Raad worden verstrekt.».
                     
H
In artikel 495, zesde lid, wordt «artikel 263 of artikel 287» vervangen door «artikel
                        259 of artikel 285».
                     
I
Artikel 511aa wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de eerste zin vervangen door «In het feitenonderzoek kan
                           de officier van justitie, of, indien de artikelen de hulpofficier of de opsporingsambtenaar
                           als bevoegd aanwijzen, deze ambtenaar, de in de artikelen 61a, eerste lid, onderdeel
                           h, 96 tot en met 96c, 97, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel b, 99, 124,
                           125, 125i, 126nc, 126nd, 126nda, 126nf, 150 en 151 bedoelde bevoegdheden uitoefenen
                           en kan de rechter-commissaris op vordering van de officier van justitie de bevoegdheden
                           van de artikelen 104 tot en met 110 en 227 uitoefenen. De rechter-commissaris kan
                           de bevoegdheid van artikel 227 ook ambtshalve of op verzoek van de verdachte uitoefenen.».
                        
2. In het tweede lid wordt «en 126nd, eerste lid» vervangen door «126nd, eerste lid,
                           126nda, eerste lid, en 126nf, eerste lid».
                        
J
In artikel 5.3.16, derde lid, wordt «artikel 5.3.7, eerste lid, aanhef en onder a,»
                        vervangen door «artikel 5.3.7, tweede lid,».
                     
K
In artikel 5.4.10, derde lid, wordt «De artikelen 552a, eerste tot en met zesde lid,»
                        vervangen door «De artikelen 552a, eerste tot en met zevende lid,».
                     
L
Artikel 6:6:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: De kantonrechter is slechts
                           bevoegd tot kennisneming van de vordering indien hij bevoegd is tot kennisneming van
                           de feiten ter zake waarvan de veroordeling is uitgesproken waarop de vordering betrekking
                           heeft.
                        
2. In het zevende lid, onderdeel b, onder 1°, wordt «een jaar of meer» vervangen door
                           «meer dan een jaar» en wordt «een half jaar of meer» vervangen door «meer dan een
                           half jaar».
                        
M
Indien artikel I, onderdeel Q, van de Wet uitbreiding slachtofferrechten in werking
                        is getreden, wordt in artikel 6:6:13 het zesde lid dat begint met «Indien de rechter
                        toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg overweegt» vernummerd tot zevende
                        lid en wordt in artikel 6:6:15, derde lid, «vijfde lid» vervangen door «zesde lid».
                     
ARTIKEL XLVIII
                  
In artikel 100, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering BES wordt
                     na «266,» ingevoegd «285,».
                  
ARTIKEL XLIX
                     
Het Faciliteitenbesluit opvangcentra wordt ingetrokken.
ARTIKEL L
                     
Het griffierecht in burgerlijke zaken zoals het gold voor inwerkingtreding van artikel
                        XXIX blijft van toepassing voor de verzoeker die dit griffierecht voor die datum verschuldigd
                        is geworden.
                     
ARTIKEL LI
                  
Indien het bij koninklijke boodschap van 16 december 2022 ingediende voorstel van
                     wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES,
                     het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met
                     de uitbreiding van de strafbaarheid voor schadetoebrengende gedragingen ten behoeve
                     van een buitenlandse mogendheid (uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten) (36 280) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking treedt of is getreden
                     dan deze wet, dan worden het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht
                     BES als volgt gewijzigd:
                  
A
Artikel 98d van het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt na «Met» het woord «een» en wordt «jaar» vervangen door
                           «jaren».
                        
2. In het derde lid wordt «jaar» vervangen door «jaren».
B
Artikel 104d van het Wetboek van Strafrecht BES wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Na «Met» vervalt het woord «een».
b. Het woord «jaar» wordt vervangen door «jaren».
c. In onderdeel 1⁰ wordt «schadelijke» vervangen door «schadetoebrengende».
2. In het derde lid wordt «jaar» vervangen door «jaren».
ARTIKEL LII
                  
Indien het bij koninklijke boodschap van 16 december 2022 ingediende voorstel van
                     wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES,
                     het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met
                     de uitbreiding van de strafbaarheid voor schadetoebrengende gedragingen ten behoeve
                     van een buitenlandse mogendheid (uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten) (36 280) tot wet is of wordt verheven en die wet later in werking treedt dan deze wet, dan
                     wordt die wet als volgt gewijzigd:
                  
A
In artikel I wordt artikel 98d van het Wetboek van Strafrecht als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt na «Met» het woord «een» en wordt «jaar» vervangen door
                           «jaren».
                        
2. In het derde lid wordt «jaar» vervangen door «jaren».
B
In artikel II wordt artikel 104d van het Wetboek van Strafrecht BES als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Na «Met» vervalt het woord «een».
b. Het woord «jaar» wordt vervangen door «jaren».
c. In onderdeel 1⁰ wordt «schadelijke» vervangen door «schadetoebrengende».
2. In het derde lid wordt «jaar» vervangen door «jaren».
ARTIKEL LIII
                     
Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat
                        voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld,
                        met uitzondering van artikel XLVII, onderdeel F, dat in werking treedt met ingang
                        van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
                     
ARTIKEL LIV
                     
Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie
                        20XX.
                     
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
                        colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen
                        houden.
                     
Gegeven
De Minister van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Asiel en Migratie,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.