Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Vedder over de ondersteuning van gemeenten bij de beleidsvorming van het woonwagenbeleid
Vragen van het lid Vedder (CDA) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de ondersteuning van gemeenten bij de beleidsvorming van het woonwagenbeleid (ingezonden 25Â september 2024).
Mededeling van Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
18 oktober 2024).
Vraag 1
Kunt u in kaart brengen hoeveel gemeenten tot nieuw woonwagen- en standplaatsenbeleid
zijn gekomen sinds het nieuwe beleidskader er in 2018 is gekomen, en hoeveel gemeenten
dit nog niet hebben?
Vraag 2
Kunt u in kaart brengen wat de voornaamste redenen van gemeenten zijn om niet te voldoen
aan de taakstelling? Hoe vaak spelen capaciteitstekorten bij gemeenten en een mogelijk
gebrek aan kennis van de doelgroep een rol hierin?
Vraag 3
Welke rol ziet u weggelegd voor de landelijke overheid bij het komen tot lokaal woonwagen-
en standplaatsenbeleid? Zou u inzichtelijk willen maken hoe de regiefunctie van het
Rijk wordt ingevuld?
Vraag 4
Hoe beziet u het feit dat gemeenten zich genoodzaakt voelen dure externe bureau’s
in te huren om deze problematiek aan te pakken?
Vraag 5
Op welke manier en op welke onderdelen gaat u gemeenten ondersteunen en faciliteren
op het gebied van de huisvesting van de woonwagenbewoners en samenhangende actuele
problematiek?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Vedder (CDA) aan de
Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de ondersteuning van gemeenten
bij de beleidsvorming van het woonwagenbeleid (ingezonden 25 september 2024) niet
binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien de beantwoording
nog verdere afstemming vereist.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.