Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen het lid Eerdmans over de instroom en terugkeer van alleenstaande minderjarige vreemdelingen
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Asiel en Migratie over de instroom en terugkeer van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (ingezonden 13 augustus 2024).
Antwoord van Minister Faber – Van de Klashorst (Asiel en Migratie) (ontvangen 16 oktober
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2432.
Vraag 1
Welk percentage maken alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) uit als onderdeel
van het totale aantal eerste aanvragen in de eerste helft van 2024?
Antwoord 1
In de eerste helft van 2024 werd 13% van de eerste asielaanvragen ingediend door alleenstaande
minderjarige vreemdelingen (amv).1
Vraag 2
Wat is het inwilligingspercentage van eerste asielaanvragen door amv in de eerste
helft van 2024?
Antwoord 2
In de eerste helft van 2024 is ongeveer 92% van de eerste asielaanvragen van amv ingewilligd.
Vraag 3
Wat is het inwilligingspercentage voor amv-aanvragen voor de vijf focuslanden Syrië,
Eritrea, Somalië, Jemen en Afghanistan in Nederland in de eerste helft van 2024? Hoe
verhoudt dit percentage zich tot dat van andere EU-lidstaten ten opzichte van vorig
jaar, toen Nederland (95%) en Duitsland (96%) de kopgroep vormden?
Antwoord 3
De inwilligingspercentages voor de eerste asielaanvragen van amv in de eerste helft
van 2024 zijn weergegeven in tabel 1. Het percentage is berekend volgens de gebruikelijke
nationale definitie waarbij het aantal inwilligingen wordt afgezet tegen alle beslissingen,
inclusief niet-inhoudelijke beslissingen zoals buitenbehandelingstellingen.
Tabel 1: Inwilligingspercentages eerste asielaanvragen amv, eerste helft 2024.1
Nationaliteit
Inwilligingspercentage
Syrische
98%
Eritrese
98%
Somalische
81%
Jemenitische
93%
Afghaanse
43%
X Noot
1
Bron: IND
Om inwilligingspercentages Europees te kunnen vergelijken moet gebruik worden gemaakt
van de gegevens in Eurostat. De definities van Eurostat verschillen van de nationale
definities. De gegevens over afdoeningen in Eurostat zien op eerste asielaanvragen,
herhaalde asielaanvragen en herplaatsing (relocatie). In Eurostat kunnen de gegevens
niet worden onderscheiden naar type aanvraag. Voorts zijn in de tabellen in Eurostat
de Dublinafdoeningen niet opgenomen, omdat op een asielaanvraag op grond van de Dublinverordening
binnen het Schengengebied in beginsel slechts door één lidstaat inhoudelijk wordt
beslist. De inwilligingspercentages vallen daardoor hoger uit dan wanneer wordt gekeken
naar rapportages volgens de gebruikelijke Nederlandse definities.
Tabel 2: Inwilligingspercentages asielaanvragen amv, eerste helft 20241. In de eerste kolom is het aantal beslissingen weergegeven. Een leeg veld betekent
dat er geen afdoeningen in Eurostat staan geregistreerd.
Alle
Syrische
Eritrese
Somalische
Jemenitische
Afghaanse
Nederland (1.740)
97%
100%
98%
79%
80%
67%
EU-272 (8.870)
86%2
99%2
98%2
84%2
83%2
87%2
Duitsland (3.770)
94%
100%
100%
94%
98%
België (815)
66%
100%
100%
50%
47%
Frankrijk (395)
85%
100%
50%
100%
Oostenrijk (315)
90%
98%
100%
91%
Zweden (90)
56%
100%
0%
100%
40%
X Noot
1
Bron: Eurostat; laatst bijgewerkt op 23 augustus 2024.
X Noot
2
De percentages voor de EU-27 zijn voorlopige percentages omdat nog niet voor alle
lidstaten de gegevens over het tweede kwartaal beschikbaar zijn.
Vraag 4
Deelt u de conclusie dat zowel de forse toename van het aantal asielaanvragen door
amv (een stijging van 38% in 2023), het stijgende aandeel amv als onderdeel van het
totale aantal eerste asielaanvragen (16% in 2023 ten opzichte van 9% in 2015) en de
forse toename van het totale inwilligingspercentage bij eerste asielaanvragen door
amv (87% in 2023 versus 39% vijf jaar geleden) aantonen dat Nederland veel te aantrekkelijk
is voor amv en de perverse praktijk van het vooruitsturen van minderjarigen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 4
Het klopt dat zowel het aantal asielaanvragen door amv als het aandeel amv als onderdeel
van het totale aantal eerste asielaanvragen, in recente jaren fors is gestegen. In
december 2023 heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd over het onderzoek naar
de oorzaken van de hoge instroom van amv.2 Uit de analyse blijkt dat de samenstelling van de meest voorkomende nationaliteiten
en de inwilligingspercentages per nationaliteit, in recente jaren zijn veranderd.
De instroom van Syrische amv is vanaf 2017 het sterkst toegenomen. Gelet op het hoge
inwilligingspercentage van asielzoekers met de Syrische nationaliteit, is dientengevolge
het totale inwilligingspercentage bij eerste asielaanvragen door amv ook fors gestegen.
Uit het Kennisbericht van het WODC dat met voornoemde brief met uw Kamer is gedeeld,
blijkt dat er belangrijke verschillen zijn onder amv of zij voor vertrek uit het land
van herkomst al een bestemmingsland op het oog hadden. Op hoofdlijnen geldt dat veel
amv die in Nederland asiel hebben aangevraagd, zonder een beoogde bestemming waren
vertrokken of beoogden om naar Europa te gaan.
Het onderzoek van het WODC bevestigt echter dat Syrische amv hierop een uitzondering
vormen. De beoogde bestemming van Syrische jongeren die recentelijk naar Nederland
zijn gekomen, was vaak Nederland. Deze groep is goed geïnformeerd over de mogelijkheden
tot verblijfsrecht en gezinshereniging in Nederland. Door de verslechterde situatie
in Turkije zijn Syrische amv uit Turkije op zoek naar betere toekomstmogelijkheden
voor het gezin als geheel. In bepaalde gevallen worden amv door de familie vooruitgestuurd
met als doel om gezinshereniging in Nederland aan te vragen, aangezien amv slechts
zeer zelden kunnen worden overgedragen naar het eerste EU-land waar ze zijn ingereisd
of een asielaanvraag hebben gedaan. Deze praktijk vind ik zeer onwenselijk. Voorkomen
moet worden dat deze kwetsbare groep op een illegale manier alleen door Europa reist
en daarbij bewust Nederland als bestemmingsland verkiest. Op 14 mei 2024 heeft de
EU het nieuwe asiel- en migratiepact aangenomen. Onderdeel hiervan zijn een herschreven
Dublinverordening (hernoemd tot AMMR) en Eurodacverordening. De huidige Eurodac bevat
gegevens (waaronder vingerafdrukken) over vreemdelingen van 14 jaar of ouder. Deze
leeftijd wordt met de nieuwe Eurodac-verordening verlaagd naar 6 jaar of ouder. Deze
aanscherping helpt bij het vaststellen van de identiteit van de minderjarige en het
traceren van ouders indien deze reeds in de Europese Unie zouden verblijven.
Onder de nieuwe Dublinregels wordt het ook mogelijk om een amv terug te geleiden naar
de EU-lidstaat waar deze reeds een asielaanvraag heeft ingediend. Dit moet het doorreizen
van deze groep ontmoedigen. Hierbij dient echter wel beargumenteerd te worden dat
de overdracht naar die andere lidstaat in het belang van de minderjarige is, hetgeen
voor de uitvoeringspraktijk mogelijk complex zal zijn. De nieuwe EU-regels worden
in juni 2026 van toepassing.
De komende periode zal verder worden onderzocht of aanvullende maatregelen kunnen
worden genomen om te voorkomen dat amv vooruit worden gestuurd naar Nederland. Daarbij
moet worden opgemerkt dat uit eerdere onderzoeken is gebleken dat de beweegredenen
van amv om voor een bepaald land te kiezen afhankelijk zijn van veel factoren, die
ook per nationaliteit kunnen verschillen.
Parallel wordt door het WODC nader onderzoek verricht naar de beweegredenen van amv
met een kansrijke nationaliteit, zoals Syrische amv, om specifiek Nederland als bestemmingsland
te kiezen. Informatie over deze beweegredenen is van belang om gerichte beleidsmaatregelen
uit te werken.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het een zeer slechte zaak is dat amv zijn vrijgesteld van de
grensprocedure binnen het nieuwe Europese migratiepact en deelt u de vrees dat deze
uitzonderingspositie het alleen maar aantrekkelijker zal maken om minderjarige vreemdelingen
vooruit te sturen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze gaat u zich inspannen
om deze fout en/of de dreigende gevolgen ervan recht te zetten?
Antwoord 5
Tijdens de onderhandelingen over de tekst van de Procedureverordening heeft Nederland
steeds naar voren gebracht dat de grensprocedure in beginsel zou moeten gelden voor
alle asielaanvragen aan de buitengrens. Nederland heeft ook gewezen op het risico
van misbruik als amv worden uitgezonderd van de grensprocedure. Zo zal het erg moeilijk
zijn om te beoordelen of een amv (net) jonger of (net) ouder is dan 18 jaar. Daarnaast
heeft Nederland erop gewezen dat er een aansporing kan zijn kinderen in gevaarlijke
situaties te brengen, zoals illegale grensoverschrijdingen, of het vooruitsturen van
minderjarigen. De verordening is nu vastgesteld, maar het kabinet zal waar nodig dit
standpunt naar voren blijven brengen.
Dit alles laat overigens onverlet dat wanneer een amv die een dreiging vormt voor
de openbare orde of de nationale veiligheid aan de buitengrens asiel aanvraagt, de
grensprocedure in beginsel wel van toepassing is.
Vraag 6
Hoeveel amv vertrokken de afgelopen tien jaar tijdens de asielprocedure met onbekende
bestemming (MOB)? Kunt u dit per jaar aangeven?
Antwoord 6
In tabel 3 is weergegeven hoe vaak een amv met onbekende bestemming van een COA-locatie
is vertrokken. De weergegeven aantallen betreft amv die (nog) geen vergunninghouder
zijn. Amv die ten tijde van het vertrek verbleven in een gezinslocatie (GLO) of in
een vrijheidsbeperkende locatie (VBL) zijn niet meegeteld omdat op deze locaties vreemdelingen
verblijven die Nederland dienen te verlaten. Hun asielprocedure is daarmee in beginsel
afgerond. Een amv kan meerdere keren in de tabel voorkomen.
Tabel 3: Aantal amv dat (nog) geen vergunninghouder is en met onbekende bestemming
van een COA-locatie is uitgestroomd, exclusief vertrek uit GLO en VBL, 2014-2024 tot
en met augustus, afgerond op tientallen.1
Jaar
Aantal mob
2014
80
2015
110
2016
210
2017
250
2018
260
2019
300
2020
200
2021
310
2022
260
2023
240
2024 t/m augustus
160
Eindtotaal
2.380
X Noot
1
Bron: COA
Vraag 7
Kunt u aangeven tot hoeveel nareizende familieleden de ingewilligde asielverzoeken
van amv de afgelopen tien jaar hebben geleid? Kunt u dit per jaar aangeven? Om hoeveel
nareizigers ging het gemiddeld per amv?
Antwoord 7
In tabel 4 is weergegeven hoeveel gezinsleden een amv via nareis heeft laten overkomen.
Gemiddeld is dat 1,1 nareiziger per amv. Dit betreft in beginsel de ouder(s) van de
amv.3
Tabel 4: Aantal nareizigers van amv, 2014-2024 tot en met augustus, afgerond op tientallen.1
Jaar
Aantal nareizigers van amv
2014
310
2015
940
2016
1.740
2017
2.600
2018
1.730
2019
940
2020
780
2021
980
2022
1.950
2023
1.130
2024 t/m augustus
840
Eindtotaal
13.980
X Noot
1
Bron: IND
Vraag 8
In hoeverre hangt het hoge inwilligingspercentage van asielverzoeken van amv in Nederland
samen met het – veronderstelde – gebrek aan adequate opvangvoorzieningen in hun landen
van herkomst?
Antwoord 8
De beoordeling of voor de alleenstaande minderjarige vreemdeling in land van herkomst
adequate opvang aanwezig is, hoeft pas te worden gemaakt nadat de asielaanvraag is
afgewezen. Onderzoek naar de aanwezigheid van adequate opvang raakt dus alleen amv
die geen recht hebben op bescherming en wier asielaanvraag niet is ingewilligd.
Vraag 9
Bent u ermee bekend dat het aantal alleenstaande minderjarige vreemdelingen uit onder
andere Angola sterk afnam nadat Nederland in 2003 investeerde in verbetering van de
opvangfaciliteiten ter plekke, waardoor Nederland Angolese amv kon terugsturen naar
hun land van herkomst in plaats van hen in Nederland op te vangen en hun familie te
laten overkomen?
Antwoord 9
Het klopt dat het aantal Angolese amv dat in Nederland asiel aanvroeg, vanaf 2003
sterk is afgenomen. Ook is het juist dat het gefinancierde opvanghuis in Angola het
oordeel over de aanwezigheid van adequate opvang voor uitgeprocedeerde minderjarige
Angolese asielzoekers vergemakkelijkte omdat gemotiveerd kon worden dat voor hen adequate
opvang beschikbaar was.
Een belangrijkere verklaring voor de sterke afname van het aantal Angolese amv dat
in Nederland asiel aanvroeg, is volgens onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam
de ontwikkeling in Angola zelf.4 In 2002 werd de jarenlange burgeroorlog in Angola beëindigd. Dat neemt niet weg dat
het kabinet inzet op brede partnerschappen met landen van herkomst, waar ook terugkeer
van amv onderdeel van is.
Vraag 10
Bent u er tevens mee bekend dat van het gerenoveerde opvangcentrum in de jaren na
2003 amper tot geen gebruik van het opvangcentrum gemaakt hoefde te worden, aangezien
vrijwel alle teruggestuurde amv door hun familie van het vliegveld werden opgehaald,
hetgeen aantoont dat van daadwerkelijk vluchten van begin af aan al geen sprake was?
Antwoord 10
Het klopt dat de Angolese minderjarige vreemdelingen die terugkeerden naar Angola
werden opgehaald door ouders of familieleden. Voor het overige verwijs ik naar de
beantwoording van Kamervragen hierover die in april 2009 met uw Kamer is gedeeld.5
Vraag 11
Kunt u aangeven bij welke herkomstlanden waar (relatief) veel amv vandaan komen die
in Nederland aan aanvraag doen het ontbreken van adequate opvangvoorzieningen een
belangrijke reden voor niet-terugsturen is?
Antwoord 11
De instroom van amv kenmerkt zich door nationaliteiten met een relatief hoog inwilligingspercentage.
Als de asielaanvraag wordt ingewilligd, hoeft niet te worden beoordeeld of in land
van herkomst een adequate opvangvoorziening aanwezig is omdat terugkeer niet aan de
orde is. De belangrijkste reden waarom de meeste amv met Syrische, Eritrese en Iraakse
nationaliteit niet worden teruggestuurd, is dus omdat zij voor internationale bescherming
in aanmerking komen.
De meest voorkomende nationaliteiten in de amv caseload van DTenV6 zijn de Somalische, Jemenitische, Afghaanse, Marokkaanse en Syrische nationaliteit.
Voor deze landen geldt in zijn algemeenheid dat er geen adequate opvangvoorzieningen
worden aangenomen, maar dat per individueel geval onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden
van adequate opvang. Daarbij wordt altijd als eerste onderzocht of verblijf bij een
familielid mogelijk is. Als dat niet mogelijk is, wordt onderzocht of een (particuliere)
opvangvoorziening voor de vreemdeling als adequaat kan worden aangemerkt.
Vraag 12
Deelt u de mening dat het verbeteren van opvangvoorzieningen in landen van herkomst
vele malen effectiever, goedkoper en houdbaarder is dan het opvangen van grote groepen
amv in Nederland, inclusief nareizende familie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Ik deel de mening dat het vaststellen van adequate opvangvoorzieningen in landen van
herkomst bijdraagt aan het optimaliseren van het terugkeerproces. Zoals toegelicht
in het antwoord op vraag 11 wordt in iedere individuele zaak onderzoek gedaan naar
adequate opvang, ook als er conform het landenbeleid in beginsel geen adequate opvangvoorziening
is vastgesteld.
Vraag 13
Bent u bereid werk te maken van het opzetten c.q. verbeteren van opvangvoorzieningen
voor amv in de betreffende landen van herkomst zoals o.a. eerder in Angola is gedaan,
zodat het gebrek aan adequate opvang in de eigen regio geen reden meer kan zijn om
amv niet terug te sturen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Ja. De vaststelling van adequate opvangvoorzieningen in het landenbeleid is een permanent
aandachtspunt. Daarnaast zet ik mij in om middels migratiepartnerschappen te komen
tot het realiseren van adequate opvangvoorzieningen in landen waar dat opportuun is.
Dat is een diplomatiek en precair proces. Zodra ik hier noemenswaardige stappen op
heb gemaakt, wordt uw Kamer hierover uiteraard geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.