Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Diederik van Dijk over het bericht ‘VWS negeert advies Raad van State bij regie over opleidingsplekken'
Vragen van het lid Diederik van Dijk (SGP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «VWS negeert advies Raad van State bij regie over opleidingsplekken» (ingezonden 24 september 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 15 oktober
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «VWS negeert advies Raad van State bij regie over opleidingsplekken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat u 9 september jl. een besluit heeft vastgesteld houdende wijziging
van het Besluit beschikbaarheidbijdrage Wmg in verband met beperkingen ten aanzien
van de beschikbaarheidbijdrage voor (medische) vervolgopleidingen?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat het volgens de Raad van State sterk de vraag is of het door
u gebruikte artikel 56a Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), u de bevoegdheid
geeft om bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) te regelen dat de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) een beschikbaarheidbijdrage alleen kan toekennen voor ten hoogste het aantal
opleidingsplaatsen, zoals opgenomen in het door u vastgestelde verdeelplan?3
Antwoord 3
De afdeling advisering van de Raad van State heeft opgemerkt dat het de vraag is of
artikel 56a Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) de regering de bevoegdheid geeft
om bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) te regelen dat de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) een beschikbaarheidbijdrage alleen kan toekennen voor ten hoogste het aantal
opleidingsplaatsen, zoals eerder was opgenomen in het verdeelplan. De Raad van State
merkt daarbij op dat in de toelichting alleen wordt gesproken over de bevoegdheid
van de NZa om beschikbaarheidbijdragen toe te kennen en de verplichting daartoe beleidsregels
vast te stellen. De reactie van de regering op het advies van de Raad van State staat
in het nader rapport, dat is gepubliceerd in de Staatscourant: Stcrt. 2024, 30362. In het nader rapport staat beschreven waarom de wijziging van het Besluit
beschikbaarheidbijdrage WMG juridisch verdedigbaar is.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat met het bepalen van het maximale aantal opleidingsplaatsen u
in strijd handelt met het advies van de Raad van State om, indien u wilt regelen dat
u regie houdt over de wijze waarop de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gebruikmaakt
van haar bevoegdheid om een beschikbaarheidbijdrage toe te kennen, dit niet bij AMvB
te regelen, maar via een (spoed)wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg?
Antwoord 4
Een dictum C houdt in dat de Raad van State adviseert om het voorstel niet bij de
Tweede Kamer in te dienen, tenzij het is aangepast. De regering heeft naar aanleiding
van het advies opnieuw onderzocht of de gekozen grondslag volstaat. Zij heeft geconcludeerd
dat er een bevoegdheid is om bij AMvB voorwaarden, voorschriften en beperkingen voor
de NZa te stellen bij de toekenning van beschikbaarheidbijdragen. Deze bevoegdheid
is namelijk aan het wetsvoorstel toegevoegd bij nota van wijziging.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de rechtsonzekerheid die de Raad van State bij het besluit constateert,
onwenselijk is?
Antwoord 5
Ja die mening deel ik. Daarom is het besluit op dit punt na het advies van de Raad
van State verduidelijkt. Het besluit beoogt op het punt van rechtsbescherming geen
wijzigingen aan te brengen ten aanzien van de situatie zoals die bestond voordat het
verdeelplan 2023 werd herroepen. Dat betekent dat belanghebbenden binnen zes weken
na de publicatie bezwaar kunnen maken tegen het besluit.
Vraag 6
Indien de Raad van State al op 29 april jl. advies uitbracht over de Wijziging van
het Besluit beschikbaarheidbijdrage Wmg, waarom zijn de achterliggende vier maanden
niet gebruikt om een spoedwijziging van de Wmg voor te bereiden, om zo alle juridische
onzekerheid weg te nemen?
Antwoord 6
Door de regering is geconcludeerd dat er een bevoegdheid is om bij AMvB voorwaarden,
voorschriften en beperkingen voor de NZa te stellen bij de toekenning van beschikbaarheidbijdragen.
Deze bevoegdheid is namelijk aan het wetsvoorstel toegevoegd bij nota van wijziging.
Een wetsaanpassing is dus niet nodig. Het instrument beschikbaarheidbijdrage wordt
op dit moment geëvalueerd. De uitkomsten van deze evaluatie worden in het tweede kwartaal
van 2025 verwacht. Ik wil de uitkomsten van deze evaluatie afwachten voordat ik een
besluit neem over mogelijke aanpassingen in de wet.
Vraag 7
Waarom neemt u het juridische risico van een AMvB? Hoe groot acht u de kans dat het
besluit juridisch aangevochten zal worden?
Antwoord 7
Door de regering is geconcludeerd dat er een bevoegdheid is om bij AMvB voorwaarden,
voorschriften en beperkingen voor de NZa te stellen bij de toekenning van beschikbaarheidbijdragen.
Als er geen verdeeloverzicht wordt vastgesteld, kan de beschikbaarheidbijdrage voor
(medische) vervolgopleidingen niet worden toegekend aan opleidende zorgaanbieders
en kan er niet worden opgeleid. Daarom acht de regering het belangrijk om zo snel
mogelijk te handelen. Met de vaststelling van het Besluit beschikbaarheidbijdrage
WMG kan de NZa aan de slag met de vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage voor
2023 en 2024 en met de verlening van de beschikbaarheidbijdrage voor 2025. De mogelijkheid
bestaat om binnen zes weken bezwaar in te dienen tegen het besluit. Deze termijn loopt
op dit moment nog.
Vraag 8
Waarom heeft u de Kamer niet geïnformeerd dat u inzake het vaststellen van het Besluit
beschikbaarheidsbijdrage Wmg in strijd handelt met het advies van de Raad van State,
terwijl u al eerder bent teruggefloten door het College van Beroep voor het bedrijfsleven
(CBb)omdat het door u vastgestelde verdeelplan een deugdelijke wettelijke grondslag
miste?
Antwoord 8
Het kabinet licht in het nader rapport toe hoe het gevolg geeft aan het advies van
de Raad van State. Dit is opnieuw besproken en vastgesteld in de ministerraad. Dit
is gepubliceerd in de Staatscourant: Stcrt. 2024, 30362. Er is in de Wmg niet voorzien in een nahangprocedure voor algemene maatregelen
van bestuur, waarbij de Kamers worden betrokken in het vervolg dat wordt gegeven aan
het advies van de Raad van State.
Vraag 9
Waarom is het besluit zelf al op 13 september jl. gepubliceerd, maar het nader rapport
met daarin uw reactie op het kritische advies van de Raad van State pas op 20 september?4
Antwoord 9
Dit is geen vooropgezet plan geweest. De Staatscourant en het Staatsblad kennen elk
een eigen werkwijze. Na de besluitvorming is bij het Staatsblad gevraagd om extra
spoedige publicatie van het besluit vanwege het grote belang voor de praktijk. De
Staatscourant heeft het reguliere tijdspad voor publicatie doorlopen, omdat het nader
rapport op zichzelf geen rechtskracht heeft.
Vraag 10
Bent u van plan om alsnog een reparatiewet in te dienen?
Antwoord 10
Nee. De regering heeft naar aanleiding van het advies opnieuw onderzocht of de gekozen
grondslag volstaat. Zij heeft geconcludeerd dat deze er is. Het instrument beschikbaarheidbijdrage
wordt op dit moment geëvalueerd. De uitkomsten van deze evaluatie worden in het tweede
kwartaal van 2025 verwacht. Ik wil de uitkomsten van deze evaluatie afwachten voordat
ik een besluit neem over mogelijke aanpassingen in de wet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.