Schriftelijke vragen : Steun aan het maatschappelijk middenveld wereldwijd
Vragen van de leden Hirsch (GroenLinks-PvdA) en Zeedijk (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over steun aan het maatschappelijk middenveld wereldwijd (ingezonden 15 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de toenemende druk op het maatschappelijk middenveld (kerken, ngo’s,
vakbonden, mensenrechtenverdedigers, etc.) samenhangend met de wereldwijde druk op
democratieën, zoals gesignaleerd door onder andere waakhonden als Civicus en Freedom
House?1
Vraag 2
Deelt u de conclusies van genoemde bronnen dat de maatschappelijke ruimte (civic space) wereldwijd onder zeer grote druk staat? Zo niet, waarom niet?
Vraag 3
Onderschrijft u het belang dat maatschappelijke organisaties spelen in onder meer
bevordering van leefbaar loon voor fabrieksarbeiders, leefbaar inkomen voor kleinschalige
boeren, schoon drinkwater, het tegengaan van kinderarbeid en ontbossing, hulp bij
het aanpassen van lokale gemeenschappen aan de gevolgen van klimaatverandering, het
opkomen voor vrouwenrechten, en het voorkomen en tegengaan van gewapende conflicten?
Zo niet, waarom niet?
Vraag 4
Heeft u kennisgenomen van het belang dat het bedrijfsleven hecht aan ontwikkelingssamenwerking2? Bent u het eens met de stelling van de top van het Nederlandse bedrijfsleven dat
de sterke Nederlandse economische positie in tal van ontwikkelingslanden onder druk
komt te staan door de grote bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking? Indien niet,
waarom niet?
Vraag 5
Bent u bekend met het werk van bedrijven, ngo’s, vakbonden en kennisinstellingen op
duurzame handelsketens, via onder meer IDH, IMVO-sectorconvenanten en bilaterale samenwerking
tussen bedrijven en ngo’s? Bent u het eens dat ngo’s, vakbonden en kennisinstellingen
unieke kennis hebben van de lokale context in productielanden waar veel Nederlandse
bedrijven actief zijn? Nu de CSRD (rapportagewetgeving) en de CSDDD (ketenzorgplichtwet)
een feit zijn en bedrijven deze wetgeving moeten naleven, ziet u de belangrijke rol
van maatschappelijke organisaties en vakbonden in het ondersteunen van bedrijven bij
hun ketenzorgplicht?
Vraag 6
Ziet u meerwaarde om het werk en contacten in productielanden en internationale toeleveringsketens
van bedrijven via maatschappelijke organisaties en vakbonden te behouden? Zo niet,
waarom niet?
Vraag 7
Bent u bekend met de aangenomen motie Dobbe c.s. (Kamerstuk 36 180, nr. 107), die de regering verzoekt om in het maatschappelijk middenveld te investeren? Bent
u derhalve bereid om de bestaande steun van de Nederlandse regering voorcivic space en maatschappelijke organisaties die zich in ontwikkelingslanden inzetten voor ontwikkeling
te continueren? Zo niet, waarom niet?
Vraag 8
Bent u, gelet op de enorme druk opcivic space volgens o.a. Civicus, de VN, de EU, etc. bereid om het Civic Space Fund (CSF) te
handhaven? Zo niet, waarom niet?
Vraag 9
Kunt u de antwoorden op deze vragen toesturen binnen drie weken, of ten minste voor
de behandeling van de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Daniëlle Hirsch, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
F.A. Zeedijk, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.